Regeling vervallen per 29-04-2015

Marktverordening gemeente Houten 2004

Geldend van 01-07-2004 t/m 28-04-2015

Intitulé

Marktverordening gemeente Houten 2004

De raad van de gemeente Houten;

gelezen het voorstel van het college van 27 april 2004, nr 128, inzake het weekmarktbeleid;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de marktcommissie;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Inhoudsopgave:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

Artikel 3 Dag, tijd en plaats van de markt

Artikel 4 De marktcommissie

Artikel 5 Nadere regels

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 7 Standplaatsvergunning

Artikel 8 Vereisten

Artikel 9 Inhoud vaste standplaatsvergunning

Artikel 10 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Artikel 11 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Artikel 12 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

Artikel 13 Intrekking vaste standplaatsvergunning

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 15 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

Artikel 16 Aantal keren innemen vaste standplaats

Artikel 17 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

Artikel 18 Ontheffing en vervanging

Artikel 19 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Artikel 20 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

Artikel 21 Afval

Artikel 22 Parkeren

Paragraaf 4 Hardheidsclausule

Artikel 23 Hardheidsclausule

Paragraaf 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 24 Strafbepaling

Artikel 25 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Artikel 26 Uitsluiting dagplaatshouder

Artikel 27 Onmiddellijke verwijdering

Artikel 28 Toezichthouders

Artikel 29 Intrekking oude regeling

Artikel 30 Overgangsbepalingen

Artikel 31 Inwerkingtreding

Artikel 32 Citeertitel

------------------------------------------------------------------------------

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

b. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

c. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

d. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

e. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

f. anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats, waarbij de datum van vergunningafgifte de rangorde binnen de groep bepaalt;

g. marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

a. het aantal standplaatsen;

b. de afmetingen van de standplaatsen;

c. de opstelling en indeling van de markt;

d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats.

2. Het college kan voor de markt vaststellen:

a. een lijst met artikelengroepen of branches;

b. een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Dag, tijd en plaats van de markt

1. De markt vindt plaats op donderdag van 8:30 uur tot 14:00 uur op Het Rond te Houten.

2. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

a. op een andere dag;

b. op een andere tijd;

c. op een andere plaats.

3. Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met één van de in artikel 2 lid 1 sub b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 4 De marktcommissie

1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college al dan niet gevraagd te adviseren in zake marktaangelegenheden.

2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 7 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op de weekmarkt op Het Rond in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 8 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 9 Inhoud vaste standplaatsvergunning

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij het deel van het marktterrein, zoals aangegeven op de plattegrond horend bij de anciënniteitlijst, schoon oplevert;

g. dat het de vergunninghouder op grond van zijn vergunning slechts één voertuig als bedoeld in artikel 1.1 sub bd van het voertuigreglement achter de kraam mag parkeren voor het parkeren van andere voertuigen achter zijn kraam, dient de vergunning te worden aangepast;

h. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt; en

i. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 10 Inschrijving op de anciënniteitlijst

1. Het college schrijft de vergunninghouder van een standplaats in op de anciënniteitlijst.

2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres, telefoonnummer en de woonplaats van de aanvrager;

b. de datum waarop de vergunning is verleend;

c. het standplaatsnummer;

d. gebruik van eigen materiaal;

e. de soort artikelen die de vergunninghouder verhandeld of de branche waartoe hij behoort;

f. de namen van vervangers van de vergunninghouder bij ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden;

g. de namen van diegenen aan wie de vergunning overgedragen kan worden bij lichamelijke- of geestelijke gebreken, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of overlijden van de vergunninghouder;

Artikel 11 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

1. Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

b. een gegadigde die artikelen verkoopt uit de hoofdbranche waarin de vaste standplaats is vrijgekomen, in een subbranche die niet vertegenwoordigd is op de markt;

c. een gegadigde die artikelen verkoopt uit de hoofdbranche waarin de vaste standplaats is vrijgekomen, in een subbranche die wel vertegenwoordigd is op de markt, waarvan meer dan één standplaats is toegestaan.

2. Voor een toewijzing op grond van sub a. b. of c. brengt de marktcommissie een adviesstem uit in het kader van het algemeen belang van de markt.

Artikel 12 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1. In geval van overlijden, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de achterblijvende echtgeno(o)t(e), de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en door de vergunninghouder als opvolger op de anciënniteitlijst is ingeschreven zoals omschreven in artikel 10 lid 2 sub g van deze Marktverordening

3. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste of tweede lid, kan een medewerker van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar onafgebroken in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en door de vergunninghouder als opvolger op de anciënniteitlijst is ingeschreven zoals omschreven in artikel 10 lid 2 sub g van deze Marktverordening. Voorts dient bij notariële acte te worden aangetoond dat de onderneming in eigendom van de medewerker is overgegaan.

4. De overschrijving op grond van lid 2 en lid 3 van dit artikel, betreft alleen de overschrijving van de vergunning. Aanspraak maken op de standplaats is niet mogelijk.

5. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of binnen twee maanden nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

6. Een aanvraag tot overschrijving op grond van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd kan ingediend worden vanaf twee maanden voordat de vergunninghouder de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

7. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 13 Intrekking vaste standplaatsvergunning

1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 12 de vergunning wordt overgeschreven.

c. indien er maximaal 52 weken tijdelijke ontheffing is verleend op grond van artikel 18 lid 1.

2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 12 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen aan de gegadigde die zich daarvoor op de dag zelf vóór 8:00 uur aanmeldt bij de marktmeester.

3. Indien er overeenkomstig lid 2, meerdere gegadigden zich aanmelden bij de marktmeester, wijst het college de dagplaats toe door middel van loting.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 15 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 16 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en elfmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 17 en 18.

Artikel 17 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

Artikel 18 Ontheffing en vervanging

1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en elfmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen. De tijdelijke ontheffing kan afhankelijk van omstandigheden maximaal 52 weken zijn.

2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een op grond van artikel 10 lid 2 sub f van deze verordening vervanger.

Artikel 19 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 20 Tijdstip innemen standplaats / aan- en afvoer goederen

1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2,5 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot 14:00 uur te blijven innemen en tot dit tijdstip te kunnen verkopen, zulks ter beoordeling van het college. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

3. Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8:30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Artikel 21 Afval

1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen, dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van het college steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

2. Tijdens de markt dient de vergunninghouder zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke zelf in te zamelen.

3. Alvorens de vergunninghouder het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan, zoals aangegeven op de plattegrond horend bij de anciënniteitlijst schoon op te leveren en het afval zelf af te voeren.

4. Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun kraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen, zulks ten genoegen van het college.

5. Lid 4 is tevens van toepassing op vergunninghouders aan wie een vergunning is verleend in de artikelengroep aardappelen, groente en fruit.

Artikel 22 Parkeren

1. Op grond van zijn vergunning is het de standplaatshouder toegestaan één voertuig waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd op het marktterrein aanwezig te hebben op een plaats, welke door het college is aangewezen.

2. Het is de vergunninghouder aan wie een vergunning is verleend voor het gebruik van verkoopmaterialen anders dan een kraam, niet toegestaan een ander voertuig waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd op het marktterrein aanwezig te hebben.

3. Het college kunnen middels het verlenen van een vergunning afwijken van het in lid 1 en lid 2 bepaalde.

Paragraaf 4 Hardheidsclausule

Artikel 23 Hardheidsclausule

1. De burgemeester kan van deze Marktverordening afwijken voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard;

2. In de gevallen waarin deze Marktverordening niet of onvoldoende voorziet en deze gevallen ook niet afdoende in beleidsregels zijn geregeld, beslist de burgemeester.

Paragraaf 5 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 24 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 25 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet.

Artikel 26 Uitsluiting dagplaatshouder

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats van de toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229, eerste lid, onderdelen a en b van de Gemeentewet.

Artikel 27 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 28 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 29 Intrekking oude regeling

De Marktverordening, vastgesteld in de raad op 21 december 1993 en aangepast op 14 december 1999, wordt ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepalingen

1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening 1993 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

2. Op de wachtlijst zoals genoemd in artikel 17 van de Marktverordening 1993, is een uitsterfbeleid van toepassing.

3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 1993 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt deze verordening van toepassing verklaard.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2004.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel: “Marktverordening gemeente Houten 2004”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 juni 2004.
de griffier, de voorzitter,