Beleidsregels voor het verlenen van een ontheffing van de parkeerschijfzone op de voor het rij- en openbaar verkeer openstaande parkeerterreinen/parkeerplaatsen ter hoogte van de Tuinbouw 87 t/m 217 en De Wijnbouw 1 t/m 36

Geldend van 16-03-2018 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGELS VOOR HET VERLENEN VAN EEN ONTHEFFING VAN DE PARKEERSCHIJFZONE OP DE VOOR HET RIJ- EN OPENBAAR VERKEER OPENSTAANDE PARKEERTERREINEN/PARKEERPLAATSEN TER HOOGTE VAN DE TUINBOUW 87 T/M 217 EN DE WIJNBOUW 1 T/M 36

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV17.0360 gelezen en besluit;

gelet op:

  • -

    de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994);

  • -

    het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • -

    het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW);

  • -

    parkeeronderzoek De Bouw, september 2016;

  • -

    verkeersbesluit parkeerschijfzone Tuinbouw en Wijnbouw, d.d. 6 maart 2018

  • -

    verkeersbesluit parkeerverbod De Bouw, d.d. 5 december 2017

overwegende:

dat in de Wijnbouw en de Tuinbouw sprake is van een hoge parkeerdruk;

dat dit wordt veroorzaakt door bewoners van Castellum, forenzen en medewerkers en bezoekers van bedrijven/winkels in Castellum;

dat om de parkeerdruk te verminderen c.q. weg te nemen is gekozen voor het instellen van een parkeerschijfzone voor het rij- en openbaar verkeer openstaande parkeerterreinen ter hoogte van de Tuinbouw 183 t/m 217 en de Wijnbouw 1 t/m 36;

dat de uniforme openbare voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.4) is gevolgd;

dat de beleidsregels gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen van 14 december 2017 tot en met 24 januari 2018;

dat één zienswijze is ingediend en hierop is gereageerd in de inspraakrapportage ontwerp-verkeersbesluit instellen parkeerschijfzone zuidelijk deel (blauwe zone) van de Tuinbouw en Wijnbouw en ontwerp-beleidsregels ontheffing parkeerschijfzone zuidelijk deel va de Tuinbouw en Wijnbouw;

dat de ingediende zienswijze is betrokken bij de heroverweging van de beleidsregels;

dat dit niet heeft geleid tot aanpassing van de beleidsregels;

vast te stellen de:

BELEIDSREGELS VOOR HET VERLENEN VAN EEN ONTHEFFING VAN DE PARKEERSCHIJFZONE OP DE VOOR HET RIJ- EN OPENBAAR VERKEER OPENSTAANDE PARKEERTERREINEN/PARKEERPLAATSEN TER HOOGTE VAN DE TUINBOUW 87 T/M 217EN DE WIJNBOUW 1 T/M 36

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    het RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • c.

    houder van een motorvoertuig: de eigenaar van een motorvoertuig of gehandicaptenvoertuig of een persoon die een motorvoertuig van zijn/haar werkgever gebruikt of gebruiker is van een lease-voertuig;,

  • d.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift verboden is;

  • e.

    parkeerplaats: een voor het rij- en openbaar verkeer opstaande plaats bestemd voor parkeren en als zodanig aangeduid gedeelte van de openbare weg of terrein;

  • f.

    privé parkeerplaats: een gebouwde, dan wel ongebouwde parkeervoorziening op eigen terrein of een voor parkeren bestemd terrein voor privé gebruik;

  • g.

    parkeerschijfzone: een zone, aangeduid met het bord E10 uit de bijlage van het RVV 1990, waarbinnen het gebruik van de parkeerschijf verplicht is op grond van de regels die daarvoor zijn gesteld in het RVV1990, artikel 25;

  • h.

    ontheffing: ontheffing van het gebruik van de parkeerschijf in een parkeerschijfzone;

  • i.

    ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • j.

    hulpverleners: huisarts, thuishulp en verloskundigen;

Artikel 2 Gebiedsafbakening

De beleidsregels zijn van toepassing op de parkeerschijfzone zoals weergegeven in bijlage 1.

Artikel 3 Verlenen ontheffingen

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen van het gebruik van de parkeerschijf in een parkeerschijfzone aan de volgende doelgroepen:

    • a.

      bewoners;

    • b.

      hulpverleners;

    • c.

      utiliteitsverkeer;

  • 2. Een ontheffing geldt uitsluitend in de parkeerschijfzone waarbinnen het woonadres waarvoor de ontheffing is afgegeven zich bevindt.

  • 3. Een ontheffing geldt uitsluitend binnen het onder artikel 2 aangegeven gebied.

  • 4. Er worden (conform de APV) alleen ontheffingen afgegeven voor voertuigen met als maximale afmetingen:

    • a.

      600 cm lang,

    • b.

      240 cm hoog,

    • c.

      205 cm breed.

Artikel 4 Bewonersontheffing

  • 1. De volgende categorieën bewonersontheffingen worden onderscheiden;

    • -

      Categorie I, een bewonersontheffing categorie I kan worden verleend aan de houder van een motorvoertuig indien deze woont binnen de onder artikel 2 bedoelde parkeerschijfzone en geen privé parkeerplaats heeft (of kan huren in een bij de woning behorende parkeervoorziening).

    • -

      Categorie II, een bewonersontheffing categorie II kan worden verleend aan de houder van een motorvoertuig indien:

      • a.

        deze woont op een adres binnen de onder artikel 2 beschreven parkeerschijfzone en op het zelfde adres reeds een ontheffing categorie I is afgegeven voor een ander voertuig of;

      • b.

        deze woont op een adres binnen de onder artikel 2 beschreven parkeerschijfzone en deze een privé parkeerplaats heeft voor een ander voertuig.

  • 2. Per adres wordt maximaal één ontheffing categorie 1 en één ontheffing categorie 2 verstrekt.

  • 3. Bewonersontheffingen worden geregistreerd op kenteken, hierbij kunnen maximaal twee kentekens per ontheffing worden geregistreerd. Elk kenteken moet geregistreerd staan op naam van een bewoner van het woonadres. Bij een bedrijfsauto is een verklaring van de werkgever vereist dat door de bewoner in deze auto gereden mag worden en bij een lease-auto is een lease-contract van de bewoner vereist.

  • 4. Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een bewonersontheffing worden geregistreerd op code.

  • 5. De geldigheidsperiode van een bewonersontheffing is maximaal twee jaar en één maand.

Artikel 6 Hulpverlenerontheffing

  • 1. Een hulpverlenerontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die met gebruik van dit voertuig als hulpverlener werkzaam is in de onder artikel 2 beschreven parkeerschijfzone.

  • 2. De geldigheidsperiode van een hulpverlenersontheffing is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden en is maximaal één jaar en één maand.

  • 3. Hulpverlenersontheffingen worden geregistreerd op kenteken. Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een hulpverlenersontheffing worden geregistreerd op code.

Artikel 7 Utiliteitsontheffing

  • 1. Een utiliteitsontheffing kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze voor noodzakelijke werkzaamheden genoodzaakt is te parkeren in het gebied.

  • 2. De geldigheidsperiode van een utiliteitsontheffing is gelijk aan de duur van de werkzaamheden, met een maximum van 12 maanden.

  • 4. Utiliteitsontheffingen worden geregistreerd op kenteken. Indien kan worden aangetoond dat registratie op kenteken niet werkbaar is, kan een ontheffing worden geregistreerd op code.

Artikel 8 Aanvraag van een ontheffing

  • 1. Aanvragen voor een ontheffing kunnen uitsluitend worden gedaan door een door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 2. Bij de aanvraag dient te zijn bijgevoegd:

    • a.

      indien een bewonersontheffing, een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

    • b.

      indien een hulpverleners- of utiliteitsontheffing, een uittreksel van de kamer van koophandel;

    • c.

      indien een bewoners-, hulpverleners-, of utiliteitsontheffing, een kopie van het kentekenbewijs dan wel een kopie van het leasecontract of een verklaring van de werkgever dat door de persoon in de auto gereden mag worden;

    • d.

      indien een hulpverlenersontheffing voor een mantelzorger tevens:

      • -

        een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de mantelzorgverlener;

      • -

        een recente verklaring van de huisarts (maximaal twee maanden oud), van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) of een andere professionele instantie waaruit blijkt dat de aanvrager aangewezen is op mantelzorg door de mantelzorger voor wiens voertuig een ontheffing wordt aangevraagd. Ook volstaat een indicatie voor thuiszorg of een verpleeghuis. Als een huisarts geen verklaring wil afgeven, dan is een verklaring vereist van het CIZ of een andere professionele instantie.

  • 2. Per woonadres wordt maximaal één ontheffing categorie I en één ontheffing categorie II verstrekt.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen op de aanvraag binnen acht weken nadat de aanvraag is binnengekomen.

  • 4. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de Tarieventabel Leges.

  • 5. Indien binnen 30 dagen nadat de aanvrager is uitgenodigd om aanvullende gegevens te verstrekken, deze naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet volledig zijn verstrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 9 Vervanging bij verlies van een ontheffing

1.Bij verlies van een ontheffing kan een nieuwe ontheffing worden verstrekt met dezelfde

(resterende) geldigheidsduur als de oude ontheffing. Hiervoor zijn leges verschuldigd.

2.Na afgifte van een vervangende ontheffing is de oorspronkelijke ontheffing niet meer geldig.

Artikel 10 Gegevens, voorschriften en beperkingen

  • 1.

    De ontheffing dient duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig te worden geplaatst.

  • 2.

    Een ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    naam en adres van de ontheffinghouder;

  • b.

    het kenteken van het voertuig waarvoor de ontheffing is verleend of de code

  • c.

    de periode gedurende welke de ontheffing gebruikt kan worden;

  • 3.

    Het college kan aan een ontheffing voorschriften verbinden die strekken tot:

  • a.

    een goede handhaving van de verkeerswetgeving en de daarop gebaseerde besluiten;

  • b.

    het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • c.

    een veilige en leefbare omgeving voor de gebruikers;

  • 4.

    Het college kan, indien bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken, aan een verleende

ontheffing beperkingen verbinden met betrekking tot de periode en het gebied waarvoor de ontheffing van kracht is.

Artikel 11 Intrekking ontheffing

  • 1.

    Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • c.

    indien de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

  • d.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • e.

    indien de aanwijzing van de parkeerplaatsen, waarvoor de ontheffing is afgegeven, is ingetrokken of indien de parkeerschijfzone in het betreffende gebied komt te vervallen;

  • f.

    om redenen van openbaar belang.

  • 2.

    Wijzigingen in de omstandigheden die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing dienen

door de ontheffinghouder tijdig aan de gemeente kenbaar te worden gemaakt.

Artikel 12 Vervallen van rechtswege

De ontheffing vervalt van rechtswege wanneer de ontheffinghouder uit het gebied waarvoor de ontheffing is verleend verhuist.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels ontheffing parkeerschijfzone Tuinbouw en Wijnbouw.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

Houten, 6 maart 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten

de secretaris,

H. de Bieman

de burgemeester,

W. de Jong

Bijlage 1 GEBIED PARKEERSCHIJFZONE

Woningen:

Wijnbouw 1 t/m 19 10x (met eigen pp)

Wijnbouw 2 t/m 36 18x

Tuinbouw 163 t/m 181 10x (met eigen pp)

Tuinbouw 183 t/m 217 18x

afbeelding binnen de regeling