Verordening op het raadsonderzoek 2011

Geldend van 23-09-2011 t/m heden

Nr. 10

De raad van de gemeente Huizen;

gelezen het voorstel van de raadsadviseur d.d. 19 mei 2011;

gelet op artikel 155a, lid 8, van de Gemeentewet

b e s l u i t :

de volgende “Verordening op het raadsonderzoek 2011” vast te stellen:

VERORDENING OP HET RAADSONDERZOEK 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. raad: gemeenteraad van Huizen;

b. college: college van burgemeester en wethouders van Huizen;

c. onderzoek: raadsonderzoek conform artikel 155a van de Gemeentewet ;

d. commissie: de commissie die het onderzoek conform artikel 155a van de Gemeentewet uitvoert;

e. fractievoorzittersoverleg: het overleg zoals aangegeven in artikel 52 van het reglement van orde;

f. lid: lid van de commissie;

g. voorzitter: voorzitter van de commissie.

Artikel 2 Vooronderzoek

  • 1. Voordat de raad besluit een onderzoek in te stellen als bedoeld in artikel 155a-155f van de Gemeentewet, wordt er eerst een vooronderzoek uitgevoerd.

  • 2. Dit vooronderzoek wordt uitgevoerd door minimaal 3 raadsleden op voordracht van het fractievoorzittersoverleg.

  • 3. Het doel van het vooronderzoek is de onderzoeksvraag helder te formuleren en na te gaan of het raadsonderzoek het juiste instrument is om deze te beantwoorden.

  • 4. Het vooronderzoek duurt maximaal 1 maand.

Artikel 3 Instelling en samenstelling commissie

  • 1.

    Als op basis van de uitkomsten uit het vooronderzoek als bedoeld in artikel 2 de raad besluit een onderzoek in te stellen als bedoeld in artikel 155a-155f van de Gemeentewet, dan benoemt de raad daartoe een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van alle in de raad vertegenwoordigde fracties. Voor ieder lid wijst de raad, zo mogelijk, uit de betreffende fractie tevens een raadslid als plaatsvervanger aan.

  • 2.

    De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan de duur van onderzoek.

3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voorts indien:

a.de raad heeft besloten de commissie op te heffen;

b.een lid ophoudt raadslid te zijn;

c.een lid ontslag neemt als commissielid;

d.de commissie besluit een lid van haar te horen.

4.Een lid kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de commissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

5.Bij een tussentijdse vacature neemt de plaatsvervanger van het desbetreffende lid diens plaats in. De leden drie en vier zijn dan van overeenkomstige toepassing. De raad beslist of een nieuwe plaatsvervanger wordt aangewezen.

6.De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden uit de commissieleden door de raad in die functies benoemd.

Artikel 4 Budget

De gemeenteraad stelt een raming vast van de kosten, welke naar zijn oordeel voor het onderzoek in een bepaald jaar vereist zijn. Hij brengt deze ter kennis van het college. Het college neemt de geraamde kosten voor een onderzoek in een bepaald jaar op in de (ontwerp)gemeentebegroting.

Artikel 5 Bevoegdheden commissie

  • 1. De commissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaatsvindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2. De commissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3. De commissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht.

  • 4. De commissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 5. De commissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 6. De commissie besluit met meerderheid van stemmen.

  • 7. De verordening op de raadscommissies is niet van toepassing.

Artikel 6 Informatie van derden

1.Diegene die over informatie meent te beschikken die van belang kan zijn voor het onderzoek kan zich melden bij de voorzitter.

2.De commissie besluit of van de informatie van betrokkene gebruik wordt gemaakt en of betrokkene zal worden gehoord.

Artikel 7 Horen van getuigen en deskundigen

1.De verhoren van getuigen en deskundigen worden door de commissie gehouden op de plaats die zij het meest wenselijk oordeelt.

2.Het schriftelijke verslag van de afgelegde verklaringen of gegeven berichten wordt aan de getuigen of deskundigen voorgelezen of ter inzage gelegd. De getuigen en deskundigen ondertekenen deze voor gezien.

3.De commissie kan ter voorbereiding op de openbare verhoren in beslotenheid informatieve gesprekken voeren met personen genoemd in de artikelen 5 en 6.

Artikel 8 Niet verschijnen getuigen

Als de getuige - opgeroepen volgens de procedure in artikel 11 - niet verschijnt, wordt daarvan een proces-verbaal opgemaakt, waarin een nauwkeurige omschrijving van de oproep staat. Het proces-verbaal wordt door de aanwezige leden van de commissie ondertekend.

Artikel 9 Weigering medewerking getuigen

Wanneer een getuige of deskundige weigert te antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt daarvan proces-verbaal opgemaakt met vermelding van de redenen van weigering, zo die gegeven zijn. Het proces-verbaal wordt door de aanwezige leden van de commissie ondertekend.

Artikel 10 Ambtelijke ondersteuning commissie

1.De griffier, of als die verhinderd of afwezig is zijn plaatsvervanger, is commissie-secretaris.

2.De commissiesecretaris krijgt, zo nodig, ambtelijk bijstand. Dit gebeurt in overleg met de gemeentesecretaris. De verordening ambtelijke bijstand is overigens niet van toepassing

3.De commissiesecretaris draagt zorg en is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de commissie bij haar werkzaamheden en is (indien van toepassing) daartoe belast met het beheer van de onderzoeksgelden, toegestaan in de goedgekeurde begroting.

Artikel 11 Zittingen

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

  • 2. De voorzitter roept de leden van de commissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

  • 3. Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld.

Artikel 12 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren te doen vertrekken.

Artikel 13 Geluid en beeldregistraties

Degenen die tijdens de zitting geluid- en/of beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 14 Verslaglegging zitting

  • 1. De commissiesecretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de commissiesecretaris.

Artikel 15 Beraadslagingen commissie

  • 1. De commissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2. De commissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

Artikel 16 Rapportage

1.De commissie doet verslag van haar bevindingen in een onderzoeks-rapport en biedt dit aan de raad aan.

2.De commissie besluit of zij het verslag van bevindingen vergezeld doet gaan van aanbevelingen.

3.Van het afwijkende gevoelen van een lid van de commissie ten aanzien van de inhoud van het onderzoeksrapport of een onderdeel daarvan, wordt op verzoek van dat lid melding gemaakt in het onderzoeksrapport.

Artikel 17 Archivering

  • 1. Na de beëindiging van het onderzoek van een door hem ingestelde commissie besluit de gemeenteraad, dat de processen-verbaal en de overige bescheiden van het onderzoek worden vernietigd, dan wel gedurende een door hem te bepalen periode worden bewaard in het gemeentearchief.

  • 2. Bescheiden en aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie geheim dienen te worden gehouden, maken geen deel uit van dit archief.

  • 3. De commissie bepaalt waar de in het tweede lid bedoelde bescheiden worden bewaard en gedurende welke periode zij geheim zijn.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als `Verordening op het raadsonderzoek 2011”.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 juli 2011,

De voorzitter, De griffier,