Verordening op de afvoer van hemel- en grondwater Huizen

Geldend van 28-12-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening op de afvoer van hemel- en grondwater Huizen

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 14 december 2017,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 december; agendapunt 5.2 ;

gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer;

overwegende dat de Wet milieubeheer de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater;

overwegende dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiende hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied vanaf een vooraf te bepalen datum niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de afvoer van hemel- en grondwater Huizen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • b.

    gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Artikel 2 Lozingsverbod hemelwater en/of grondwater

  • 1. Het college kan gebieden aanwijzen waarbinnen het verboden is afvloeiend hemelwater en/of grondwater te lozen op het openbaar vuilwaterriool. Daarbij worden de gevallen aangewezen waarvoor het verbod geldt.

  • 2. De gebiedsaanwijzing heeft geen betrekking op de openbare ruimte.

  • 3. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt het college rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.

  • 4. De gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van de datum, genoemd in de aanwijzing. Deze datum kan per gebied verschillen. De datum van inwerkingtreding is niet eerder dan zes maanden na de dag waarop de gebiedsaanwijzing bekend is gemaakt.

  • 5. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid, indien van de eigenaar van het gebouw, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater en/of grondwater kan worden gevergd. Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6. Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3 Strafbepaling

Overtreding van het krachtens artikel 2 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 4 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de afvoer van hemel- en grondwater Huizen’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 14 december 2017,

de griffier, de voorzitter,