Regeling vervallen per 01-06-2012

Verordening behandeling van bezwaarschriften Huizen

Geldend van 25-12-2003 t/m 31-05-2012

Intitulé

Verordening behandeling van bezwaarschriften Huizen

Nr. 8

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester der gemeente Huizen;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de

VERORDENING behandeling van bezwaarschriften Huizen

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: commissie voor de bezwaarschriften dan wel een kamer uit deze commissie;

  • c.

    enkelvoudige kamer: een kamer bestaande uit een voorzitter of een lid;

  • d.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    voorzitter: de voorzitter dan wel plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van besluiten met betrekking tot:

    • a.

      belastingzaken;

    • b.

      ambtenarenzaken.

  • 3. De commissie is tevens bevoegd te adviseren over bij de gemeenteraad ingestelde beroepen tegen privaatrechtelijke besluiten van het college indien en voorzover in de betreffende regeling een dergelijk beroepsrecht is geregeld.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een tweede plaatsvervangend voorzitter en een zestal leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4 Werkwijze van de commissie

  • 1. De commissie kent drie kamers. Een kamer wordt voorgezeten door de voorzitter; de andere kamers worden voorgezeten door de plaatsvervangend voorzitters.

  • 2. De commissie brengt haar adviezen met betrekking tot een ingediend bezwaarschrift uit door een uit de commissie gevormde kamer als bedoeld in dit artikel.

  • 3. Het horen vindt plaats door de voorzitter en een tweetal leden.

  • 4. De voorzitter kan besluiten het horen te laten plaatsvinden door een enkelvoudige kamer.

  • 5. Ten aanzien van niet in de verordening geregelde aangelegenheden regelt de commissie haar werkwijze.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris van de commissie wordt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de voorzitter en de leden van de commissie is gelijk aan de zittingsperiode van de leden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie zijn ten hoogste eenmaal herbenoembaar.

  • 3. Zij treden af volgens een door de commissie met inachtneming van het tweede lid vast te stellen en ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen rooster van aftreden.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 5. De aftredende voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het aan de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet dan wel anderszins, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voorzover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid,

  • -

    7:6, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbende(n);

    • b.

      het verwerend orgaan of,

    • c.

      ingeval van behandeling van een beroepschrift als bedoeld in artikel 2, derde lid, het beroepsorgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijn als genoemd in het eerste lid.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

Artikel 13 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordig-heid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt, na instemming van de commissieleden die bij de hoorzitting aanwezig waren, ondertekend door de voorzitter en de (plaatsvervangend) secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op ver-langen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeen-komstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. a. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. In het geval van kennelijk niet-ontvankelijkheid en/of kennelijke ongegrondheid van het bezwaarschrift, ter beoordeling van de voorzitter, is bij voorrang de enkelvoudige kamer bevoegd advies uit te brengen.

Artikel 17 Vaststelling adviezen

1.Ingeval een bezwaarschrift is behandeld tijdens een meervoudige zitting, wordt het door het secretariaat van de commissie gemaakte concept-advies ter vaststelling toegezonden aan de desbetreffende voorzitter en de andere leden van die kamer die bij de behandeling van de betreffende zaak aanwezig waren.

Het vastgestelde advies wordt alsdan getekend door de (plaatsvervangend) voorzitter die de zitting waarin het desbetreffende bezwaarschrift is behandeld, heeft voorgezeten en door de secretaris.

2.Ingeval een bezwaarschrift is behandeld tijdens een enkelvoudige zitting, wordt het door het secretariaat van de commissie gemaakte concept-advies ter vaststelling toegezonden aan de desbetreffende voorzitter.

Het vastgestelde advies wordt alsdan getekend door de voorzitter van de commissie dan wel door de plaatsvervangend voorzitter ingeval van verhindering van de voorzitter en de secretaris.

  • 3.

    Ingeval van een door het secretariaat van de commissie gemaakt concept-advies strekkende tot afdoening van een bezwaarschrift buiten een zitting van de commissie om, wordt dit ter vaststelling toegezonden aan de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter van die kamer waarin behandeling plaatsgevonden zou hebben.

  • 4.

    Opmerkingen met betrekking tot een ter vaststelling uitgebracht concept-advies die leiden tot één of meer wijzigingen van ondergeschikte aard, worden door het secretariaat van de commissie gemeld bij de voorzitter die het advies na vaststelling zal tekenen en – zo het een advies is dat betrekking heeft op een in een enkelvoudige zitting van de commissie behandeld bezwaarschrift - het lid dat deze enkelvoudige zitting heeft voorgezeten.

  • 5.

    Indien opmerkingen van de voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de andere leden van de commissie met betrekking tot een ter vaststelling uitgebracht concept-advies leiden tot een niet ondergeschikte wijziging van het voorliggende concept-advies, wordt het gewijzigde advies wederom ter vaststelling aan alle leden van die kamer voorgelegd.

  • 6.

    De leden van de commissie reageren binnen 5 werkdagen na verzenddatum op een aan hen toegezonden concept-advies.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift als bedoeld in artikel 2 derde lid, het verwerend orgaan, een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt zes weken na bekendmaking in werking. Op dat moment vervalt de Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften gemeente Huizen 1994.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften Huizen 2003.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van
De griffier, De voorzitter,
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van
De secretaris, De voorzitter,
Aldus vastgesteld door de burgemeester,