verordening op het burgerinitiatief

Geldend van 25-03-2005 t/m heden

Intitulé

verordening op het burgerinitiatief

Verordening op het Burgerinitiatief

Overwegende dat het recht van inwoners om voorstellen ter besluitvorming op de raadsagenda te plaatsen de betrokkenheid bij het lokaal bestuur kan verstevigen en kan bijdragen in oplossingen van door burgers ervaren problemen;

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

raad

de gemeenteraad van Huizen

b.

commissie

een vaste raadscommissie van de gemeente Huizen

c.

college

het college van burgemeester en wethouders van Huizen

d.

presidium

het presidium van de gemeenteraad van Huizen

e.

voorzitter

de voorzitter van de gemeenteraad van Huizen

f.

belanghebbenden

ingezetenen van Huizen (ingeschreven in het bevolkingsregister) en organisaties, bedrijven en instellingen met een direct en aantoonbaar belang bij een initiatief

g.

burgerinitiatief

een verzoek van initiatiefgerechtigden aan de raad om te beraadslagen en te besluiten over een concreet en uitgewerkt voorstel met oplossingsrichting

Artikel 2. Initiatiefgerechtigden

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn de in artikel 1 aangegeven belanghebbenden.

  • 2. De dag van indiening van een verzoek is bepalend voor de beoordeling of een indiener initiatiefgerechtigd is.

Artikel 3. Onderwerp van burgerinitiatief

1.

Een burgerinitiatief kan worden ingediend indien het zich richt op de verbetering van de directe woonomgeving van initiatiefgerechtigden.

2.

Géén door de raad te agenderen en behandelen burgerinitiatief is mogelijk te aanzien van

a.

onderwerpen die niet tot de bevoegdheden van de gemeente of de raad behoren;

b.

de uitvoering van besluiten van hogere overheden die de raad geen beleidsvrijheid geeft;

c.

de inrichting van de gemeentelijke organisatie en procedures;

d.

de vaststelling en wijziging van de gemeentebegroting;

e.

de vaststelling en wijziging van gemeentelijke belastingen en tarieven;

f.

aangelegenheden waartegen een bezwaar – of beroepsprocedure openstaat of heeft gestaan;

g.

onderwerpen waarover de raad korter dan twee jaar voor de indiening van het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, tenzij de feitelijke omstandigheden binnen die periode zijn gewijzigd;

h.

handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.

Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet tot de bevoegdheid van de raad, maar tot de bevoegdheid van het college of de burgemeester behoort, wordt door de raad eventueel voorzien van zijn advies doorgezonden naar het college of de burgemeester.

4.

Het college of de burgemeester informeert de functionele raadscommissie binnen drie maanden over een genomen besluit over een initiatief en de verdere afhandeling

Artikel 4. Ondersteuning van een burgerinitiatief

Een burgerinitiatief moet om in behandeling te kunnen worden genomen, worden ondersteund door ten minste 25 ingezetenen, woonachtig in straat of buurt van de initiatiefgerechtigde.

Artikel 5. Vormvoorschriften

  • 1. Het verzoek bevat een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp met een onderbouwd voorstel voor een oplossingsrichting. Indien uit een burgerinitiatief kosten voortvloeien, dan wordt daarvan een raming gegeven.

  • 2. Het verzoek vermeldt de naam en het adres van de initiatiefgerechtigde met diens handtekening.

  • 3. Bij het verzoek is een lijst met de namen, adressen en handtekeningen van voldoende ondersteuningsgerechtigden gevoegd.

  • 4. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het bij onderhavige verordening opgenomen model.

Artikel 6. Behandelingsprocedure

  • 1. Het verzoek om plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter;

  • 2. De voorzitter brengt het verzoek onverwijld ter kennis van de raad en het college;

  • 3. De voorzitter agendeert een verzoek voor de eerstkomende vergadering van het presidium;

  • 4. Het presidium beoordeelt of het verzoek voldoet aan de artikelen 2, 3, 4 en 5.

  • 5. Voldoet een verzoek aan de eisen dan besluit het presidium tot agendering van het verzoek voor de eerstkomende vergadering van de relevante commissie en de daarop volgende raadsvergadering.

  • 6. Het presidium vraagt het college om zijn visie op het verzoek, voor zo ver het voldoet aan de eisen, kenbaar te maken ten behoeve van de commissiebehandeling.

  • 7. Voldoet een verzoek niet aan de eisen dan stelt het presidium de initiatiefgerechtigde in de gelegenheid om binnen twee weken de gebreken te herstellen.

  • 8. Een ongeldig verzoek wordt door het presidium niet geagendeerd. (zie mandaat) De indiener krijgt hierover binnen een week na het besluit gemotiveerd bericht. Het besluit wordt openbaar bekend gemaakt.

  • 9. De voorzitter doet binnen een week mededeling aan de raad van de in lid 5, 6, 7 en 8 bedoelde besluiten.

  • 10. De initiatiefgerechtigde wordt voor de commissievergadering uitgenodigd om een toelichting te geven. De commissie, mede gelet op de visie van het college, bepaalt na beraadslaging een standpunt over de afwikkeling van het verzoek.

  • 11. Op grond van de uitkomsten van de commissiebehandeling besluit het presidium over de rubricering van het verzoek op de agenda van de eerstkomende raadsvergadering. De indiener krijgt hierover zo spoedig mogelijk vóór de raadsvergadering bericht.

  • 12. De voorzitter nodigt de indiener uit om in de raadsvergadering desgewenst een toelichting te geven op het verzoek.

  • 13. De raad besluit over het verzoek.

  • 14. De voorzitter draagt er zorg voor dat het raadsbesluit voorzien van een deugdelijke motivering binnen twee weken schriftelijk wordt meegedeeld aan de initiatiefgerechtigde en voor publicatie op de gemeentelijke website en op de eerstkomende gemeentelijke informatiepagina. Indien een verzoek geheel of gedeeltelijk wordt gehonoreerd dan wordt tevens informatie gegeven over het vervolg van de uitvoering.

  • 15. Voor de behandeling van een verzoek worden de handelingen en termijnen die voor de bestuurlijke procesgang noodzakelijk zijn, in acht genomen. Beraadslaging en besluitvorming over een burgerinitiatief vindt evenwel plaats binnen twee raadsvergaderingen nadat het presidium een verzoek heeft geagendeerd. Deze termijn kan met ten hoogste één raadsvergadering worden verlengd.

Artikel 7. Assistentie van de griffie

Initiatiefgerechtigden kunnen met betrekking tot de vorm – en procedurevoorschriften hulp van de griffier krijgen.

Artikel 8. Burgerjaarverslag

De burgemeester brengt over elk kalenderjaar in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 9. Afwijkingen van bepalingen (hardheidsclausule)

De raad of de commissie kan oordelen dat een onverkorte toepassing van de in onderhavige verordening opgenomen bepalingen en eisen onbillijk zijn gezien specifieke omstandigheden van een verzoek. De raad of commissie kan dan besluiten af te wijken van de bepalingen en eisen in de verordening.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Onderhavige verordening wordt aangehaald als Verordening op het Burgerinitiatief.