Regeling vervallen per 01-10-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Huizen houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Huizen)

Geldend van 19-12-2020 t/m 30-09-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Huizen houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Huizen)

Verordening op de rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Huizen

Gezien het advies van de rekeningcommissie d.d. 31 mei 2005 en het advies van de commissie algemeen bestuur en financiën d.d. 23 juni 2005;

Besluit:

vast te stellen de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Huizen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a wet: de Gemeentewet;

b commissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Huizen;

c voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

d college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de wet.

  • 2.

    De commissie bestaat uit 6 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    Telkens na de gemeenteraadsverkiezingen benoemt of herbenoemt de raad uit zijn midden vier leden tot lid van de commissie. De benoeming of herbenoeming geldt derhalve maximaal voor een periode die gelijk is aan de zittingsduur van de raad.

  • 2.

    Twee raadsleden worden benoemd of herbenoemd op voordracht van de coalitiepartijen en twee raadsleden op voordracht van de niet-coalitiepartijen.

  • 3.

    Op unanieme voordracht van de raadsleden die zitting hebben in de commissie benoemt de raad twee externe leden in de functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter. Deze externe leden mogen:

    • a.

      binnen een periode van vijf jaar voorafgaand aan hun benoeming niet werkzaam zijn geweest bij de gemeente Huizen of voor deze gemeente werkzaamheden hebben verricht;

    • b.

      binnen een periode van vijf jaar voorafgaand aan hun benoeming geen kandidaat zijn geweest voor de gemeenteraad van Huizen.

  • 4.

    De externe leden in de commissie worden bij toerbeurt voor een periode van vier jaar benoemd, met eenmaal de mogelijkheid tot herbenoeming. Tussen de benoeming of herbenoeming van beide externe leden zit tenminste één jaar en maximaal anderhalf jaar.

Artikel 3a Tussentijdse vervulling vacatures

  • 1.

    Bij een tussentijdse vacature benoemt de raad een nieuw lid.

  • 2.

    Voor zover het de vervanging van een raadslid in de commissie betreft, vindt de benoeming plaats op voordracht van de coalitie of oppositie, afhankelijk van wie overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 lid 2 de voordracht voor het raadslid dat de vacature achterlaat heeft gedaan.

  • 3.

    De benoeming van een raadslid in een tussentijdse vacature geldt, met inachtneming van artikel 3 lid 1, voor de resterende periode van de zittingsduur van de raad.

  • 4.

    De benoeming van een extern lid in een tussentijdse vacature gebeurt op voordracht van de zitting hebbende raadsleden in de commissie en geldt voor de resterende periode dat het externe lid in wiens vacature tussentijds wordt voorzien nog zitting zou hebben. Het bepaalde in artikel 3, lid 3 onder a en b, en lid 4, met uitzondering van de laatste volzin, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3b Aanwijzing plaatsvervangend raadslid

  • 1.

    Indien een raadslid tijdelijk verhinderd is zijn werkzaamheden als lid van de commissie uit te voeren, dan kan de commissie, na daartoe verkregen instemming van het raadslid dat tijdelijk vervangen moet worden, de raad een voorstel doen om een plaatsvervanger te benoemen.

  • 2.

    Het plaatsvervangend raadslid wordt benoemd op voordracht van de coalitie of oppositie, afhankelijk van wie de voordracht van het raadslid dat tijdelijk moet worden vervangen heeft gedaan.

  • 3.

    De plaatsvervanging geldt tot dat het raadslid dat tijdelijk vervangen is zijn werkzaamheden als lid van de commissie weer hervat.

Artikel 4 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de externe leden van de commissie in een vergadering van de raad de eed, dan wel verklaring en belofte af, conform artikel 81 g van de wet.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een commissielid eindigt:

    a op eigen verzoek;

    b indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    c indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie als lid van de commissie te vervullen.

    d. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    e. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    f. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    g. Indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen;

    h. Indien een lid naar oordeel van de gemeenteraad door handelen of nalaten het aanzien van de commissie heeft geschaad.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen t.b.v. de werkzaamheden van de commissie en een reiskostenvergoeding.

  • 2. Indien de externe leden van de rekenkamercommissie zelf onderzoekswerkzaamheden uitvoeren, ontvangen zij daarvoor een vergoeding van € 70,00 per uur (exclusief BTW).

  • 3. De vergoedingen, genoemd in het eerste en tweede lid, komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 4. De hoogte van de vergoedingen genoemd in het eerste en tweede lid worden jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De secretaris is ondergebracht bij de griffie en valt rechtspositioneel onder de griffier.

  • 2. De werkgeverscommissie van de griffie benoemt de secretaris.

  • 3. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4. De secretaris wordt functioneel aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • 5. De secretaris draagt onder andere zorg voor de agendaplanning, de begeleiding van onderzoeken en de verslaglegging en de vorming van dossiers. In voorkomende gevallen verricht de secretaris in opdracht van de commissie onderzoek.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie redelijk gestelde termijn te verstrekken. De commissie is ter vervulling van haar taak ook bevoegd onder wettelijk bepaalde voorwaarden onderzoek te verrichten bij derden die een financiële band hebben met de gemeente.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    De commissie legt de resultaten van haar onderzoek vast in een concept onderzoeksrapport. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste 10 werkdagen bedraagt, aan de commissie kenbaar te maken of en zo ja, welke feitelijke onjuistheden in het concept onderzoeksrapport staan vermeld. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) onderwerp van onderzoek is of is geweest. Na het verstrijken van deze termijn worden gebleken feitelijke onjuistheden in het concept onderzoeksrapport gecorrigeerd. Vervolgens wordt het definitieve onderzoeksrapport inclusief conclusies en aanbevelingen aan het college voorgelegd voor een bestuurlijke reactie.

  • 8.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de bestuurlijke reactie van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 9.

    Besluiten worden bij meerderheid van stemmen en in aanwezigheid van minimaal tweederde van de commissieleden genomen. Als de stemmen staken heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

  • 10.

    De commissie evalueert jaarlijks haar werkzaamheden. Deze evaluatie is onderdeel van het wettelijk verplichte jaarlijkse verslag.

  • 11.

    In het onderzoeksprotocol van de rekenkamercommissie is haar werkwijze verder uitgewerkt.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a de vergoedingen aan de externe leden;

    b externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    c eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad. Deze verantwoording wordt afgelegd bij gelegenheid van de gemeentelijke jaarrekening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 juli 2005.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Huizen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 7 juli 2005
De voorzitter, De griffier,