Marktverordening 2018

Geldend van 01-03-2018 t/m heden

Intitulé

Marktverordening 2018

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 8 februari 2018;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 januari 2018, nr. 5.2;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende dat het wenselijk is tot vaststelling van een nieuwe marktverordening over te gaan;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Marktverordening 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunning-houder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

  • e.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • f.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats in volgorde van datum van binnen-komst van de schriftelijke aanvraag;

  • g.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats in volgorde van datum van verlenen van de vergunning;

  • h.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

  • i.

    marktcommissie: de op grond van artikel 84 van de Gemeentewet ingestelde commissie, die het college adviseert in zaken die direct betrekking hebben op de markten.

  • j.

    inrichtingsplan: de verbeelding die samen met het marktreglement de nadere regels betreffende de weekmarkten van Huizen toont.

Artikel 2 Dag, tijd, plaats en inrichting van de markt

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      de locatie;

    • b.

      de aanvangs- en sluitingstijd;

    • c.

      het aantal vaste standplaatsen;

    • d.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • e.

      de opstelling en indeling van de markt.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

  • 3. Het college kan, om bijzondere of dringende redenen, bepalen dat:

    • a.

      geen markt wordt gehouden dan wel op een andere dag wordt gehouden;

    • b.

      een markt tijdelijk geheel of gedeeltelijk op een andere locatie wordt gehouden;

    • c.

      een wijziging wordt aangebracht in het aanvangs- en/of sluitingsuur van de markt.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening. Deze nadere regels worden zoveel mogelijk verbeeld in het inrichtingsplan.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

  • 1. Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

  • 2. De standplaatsvergunning die voor de eerste maal aan een nieuwe vergunninghouder wordt verleend geldt voor één jaar. Daarna kan deze worden omgezet naar een vergunning voor onbepaalde tijd.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een vaste standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, die schriftelijk een aanvraag heeft ingediend bij het college.

Artikel 7 Anciënniteitlijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van houders van een vaste standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste standplaatsvergunning werd verleend en met de vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die ze verhandelen (anciënniteitlijst).

  • 2.

    Er wordt gebruik gemaakt van de anciënniteitlijst als:

    • a.

      Er een nieuwe marktindeling wordt ingevoerd. Degenen die het hoogst op de lijst staat voor een bepaalde branche krijgt de eerste keuze voor wat betreft de mogelijke locatie voor de standplaats. De veiligheidseisen worden hierbij in acht genomen.

    • b.

      Indien een standplaats vrijkomt, dan kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste standplaatshouder op de anciënniteitlijst die dezelfde branche voert als waarvoor de standplaats is aangewezen volgens het inrichtingsplan.

    • c.

      Indien er een plaats voor een vaste standplaats vrijkomt en deze kan niet ingevuld worden via werving (ex artikel 11 lid b) ten behoeve van de branche waarvoor de standplaats is bedoeld, dan kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitlijst in de volgorde van datum waarop hem de eerdere standplaatsvergunning werd verleend.

  • 3.

    Indien de vergunninghouder gebruik maakt van deze mogelijkheid van standplaatsverbetering dan

wordt deze vergunninghouder dan wel degene die een vergunning op zijn naam overgeschreven krijgt, onderaan de anciënniteitlijst geplaatst. Hierbij wordt uitgegaan van de datum van de nieuwe vergunning.

Artikel 8 Toewijzing vrijgekomen standplaats

  • 1. Wanneer een standplaats vrijkomt voor toewijzing aan een nieuwe standplaatshouder, dan wordt conform de regeling in artikel 7 lid 2b aan standplaatshouder die de daarvoor bepaalde branche voert, de mogelijkheid geboden gebruik te maken van standplaatsverbetering. Indien er geen gegadigde op de wachtlijst staat - die conform het overgangsrecht ex artikel 15 geldt - dan gaat het college conform artikel 9 over tot werving voor de specifieke branche.

  • 2. Mocht de werving voor de branche geen resultaat opleveren dan bepaalt het college - in overleg met de marktcommissie - met welke andere branche de standplaats ingevuld gaat worden. Artikel 9 is dan van toepassing voor de procedure van toewijzing.

Artikel 9 Loting

  • 1. Als na de procedure, zoals beschreven in artikel 8 lid 1 en lid 2, er geen gegadigde is voor de vrijgekomen standplaats, dan maakt het college openbaar bekend dat voor de markt één of meer vaste standplaatsenvergunningen kunnen worden verleend. Daarbij wordt aangegeven voor welke branche of artikelgroep dit geldt. De gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum kunnen daarvoor een schriftelijke aanvraag indienen.

  • 2. Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Er wordt per branche geloot.

Artikel 10 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 3 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning op grond van de nadere regels als bedoeld in artikel 3 is

    overgeschreven, al vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 11 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 12 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat of:

het college kan een vergunninghouder van een dagplaats van de toewijzing van een dagplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

  • d.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 12 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    de marktmeester belemmert in het uitoefenen van zijn functie dan wel de door de marktmeester gegeven aanwijzingen niet opvolgt.

Artikel 13 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeesters en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 3 overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Intrekking oude regeling

De marktverordening 2013, vastgesteld op 14 februari 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 15 Overgangsrecht wachtlijst

De wachtlijst zoals bedoeld in artikel 6, 2e lid, van de marktverordening 2013, wordt ingetrokken.

  • 1.

    Personen die staan ingeschreven op die wachtlijst met een inschrijvingsdatum na 1 januari 2016, behouden gedurende een jaar na inwerkingtreding van deze verordening hun rechten op toewijzing van een standplaats volgens de regels van de marktverordening 2013.

  • 2.

    Personen die staan ingeschreven op die wachtlijst met een inschrijvingsdatum voor 1 januari 2016, behouden hun rechten op toewijzing van een standplaats volgens de regels van de marktverordening 2013.

Artikel 16 Overige overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de marktverordening 2013 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. De bestaande anciënniteitlijsten worden geacht anciënniteitlijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de marktverordening 2013 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toe-gepast.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Huizen 2018.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 februari 2018.

de griffier, de voorzitter,