Nota Standplaatsen 2011

Geldend van 06-10-2011 t/m heden

Intitulé

Nota standplaatsen

De raad van de gemeente Hulst;

Gelezen het advies van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken d.d. 23 mei 2011;

B E S L U I T :

vast te stellen de Nota standplaatsen 2011 (incl. gewijzigd erratum dd. 20 september 2011)

Inleiding

 

Het huidige gemeentelijke standplaatsenbeleid dateert uit juli 2004. Destijds is ervoor gekozen om per kern een maximumaantal standplaatsen toe te staan, waarbij een verdeling is gemaakt naar diverse branches.  In de praktijk blijkt het toetsingskader zoals dit thans geldt, niet altijd toereikend om aanvragen om een standplaats op hun volledige merites te beoordelen. Verder geven gewijzigde regelgeving (o.a. APV), nieuwe ontwikkelingen en inzichten aanleiding om het standplaatsenbeleid te herzien. Zo is onder meer het brancheringsbeleid zoals dat is vastgelegd in het beleid van 2004, niet meer toegestaan.

Voor het gemeentebestuur wordt met deze nota een concreet afwegingskader voor vergunningverlening geschapen, terwijl voor de ambulante handel inzichtelijk wordt wat de mogelijkheden zijn en onder welke voorwaarden een standplaats kan worden ingenomen. Dit komt de rechtszekerheid ten goede.

Deze beleidslijn geldt niet voor standplaatsen die worden ingenomen bij festiviteiten en evenementen. Dergelijke verzoeken worden beoordeeld in het kader van de hiervoor benodigde evenementenvergunning.

In het nieuwe beleid is zoveel mogelijk gestreefd naar een balans tussen vaak tegenstrijdige belangen. Zo is er sprake van een toenemende vraag van ambulante handelaren naar een standplaats op commercieel interessante locaties in en nabij de binnenstad van Hulst. Tegenover het economische belang van deze ondernemers, staan de openbare belangen die de gemeente behoort te bewaken: het uiterlijke aanzien, de verkeersveiligheid, een deugdelijke ruimtelijke ordening, de openbare orde, de volksgezondheid en het milieu. Een criterium waaraan niet mag worden getoetst  is  het behoefteaspect (de vraag of er voldoende verkooppunten aanwezig zijn). Bemoeienis met het vrije ondernemerschap wordt namelijk bniet beschouwd als een door de gemeente te behartigen belang. Een actieve opstelling is echter geboden als door het toewijzen van een standplaats het (permanente) redelijke voorzieningenniveau ter plaatse in gevaar komt. In dat geval mag de gemeente ingrijpen in de concurrentieverhoudingen. Verderop in deze nota wordt nader op deze afwegingselementen ingegaan. Hoewel de kern Hulst het meest in trek is bij de ambulante handel, geeft deze nota ook aan hoe gehandeld wordt met aanvragen voor de andere kernen in de gemeente.

Samengevat onderkent de gemeente Hulst de waarde van standplaatsen, maar is regulering gewenst omdat een overdaad aan standplaatsen kan leiden tot overlast en aantasting van het uiterlijk aanzien.

 

 

1.         Juridisch kader

Op standplaatsen is een breed juridisch kader van toepassing. Zowel publiekrechtelijke regels als privaatrechtelijke bepalingen begrenzen de beleidsvrijheid van het gemeentebestuur bij de beslissing op een verzoek om een standplaatsvergunning. Verder heeft de jurisprudentie in de loop der jaren richting gegeven aan de uitleg en reikwijdte van een aantal relevante bepalingen. Hierna volgt een kort overzicht van de belangrijkste elementen waarmee bij de afweging rekening moet worden gehouden:

 

Grondwet en Gemeentewet

In artikel 19, lid 3 van de Grondwet is de vrije keuze van arbeid, behoudens beperkingen bij of krachtens de wet gesteld, vastgelegd. Op grond van artikel 108 van de Gemeentewet is de gemeente bevoegd tot regeling en bestuur van de gemeentelijke huishouding en artikel 149 van laatstgenoemde wet regelt de bevoegdheid van de gemeenteraad om verordeningen vast te stellen, welke deze in het belang van de gemeente nodig oordeelt.  Hiertoe is ondermeer de APV opgesteld, waarin het vergunningstelsel voor standplaatsen is opgenomen.

 

Winkeltijdenwet

De bepalingen van deze wet zijn ook van toepassing op de ambulante handel. Dit betekent dat standplaatsen enkel mogen worden geëxploiteerd conform de wettelijke of op basis daarvan lokaal vastgestelde winkeltijden.

 

Wet milieubeheer

In sommige gevallen worden standplaatsen volgens deze wet beschouwd als een inrichting, vooral wanneer zij hinder of overlast kunnen veroorzaken en langdurig standplaats innemen op een vaste locatie. Gedacht kan hierbij worden aan bak- en braadinrichtingen.  

 

Bestemmingsplan

Strijd met het bestemmingsplan vormt een expliciete weigeringsgrond voor een standplaatsvergunning. Dit betekent dat bij de beoordeling van een aanvraag voor een standplaats altijd gelet moet worden op de voorschriften van het van toepassing zijnde bestemmingsplan.

 

APV  

De gemeentelijke APV geeft de definitie van een standplaats en omschrijft de (openbare) belangen waarmee rekening moet worden gehouden als op een aanvraag moet worden beslist.

Tevens is bepaald dat standplaatsvergunningen enkel worden verleend aan natuurlijke personen, teneinde handel in vergunningen te voorkomen. Inherent hieraan is dat een vergunning niet overdraagbaar is en de standplaats persoonlijk moet worden ingenomen. Ook is geregeld dat voor het innemen van een standplaats op privéterrein een vergunning is vereist.

 

Privaatrecht 

Meestal is de gemeente eigenaar van de grond waarop een standplaats wordt ingenomen en kan op grond daarvan de eigendomsbevoegdheden uit het Burgerlijk Wetboek uitoefenen. Constante jurisprudentie wijst echter uit dat de gemeente haar privaatrechtelijke bevoegdheden als eigenaar niet mag gebruiken om te regelen wat via de publiekrechtelijke weg geregeld kan of moet worden. Met andere woorden, waar een vergunningstelsel mogelijk is, mag dit niet worden vervangen door een privaatrechtelijke regeling.

Voor het ingebruiknemen van openbare grond is de gemeente als eigenaar wel bevoegd hiervoor  precariorechten in rekening te brengen, naast de gebruikelijke legesbedragen die bij een standplaatsvergunning horen.

 

Jurisprudentie

In de loop der jaren heeft de rechtspraak de grenzen van de gemeentelijke bevoegdheid bij het verlenen van standplaatsvergunningen aangegeven. De volgende conclusies kunnen op basis van vaste jurisprudentie getrokken worden.

*          Vergunningaanvragen mogen alléén geweigerd worden op grond van de in de APV vermelde weigeringsgronden. Om invulling aan deze weigeringsgronden te geven, is het toegestaan om met een zogenaamd maximumstelsel te werken, hetgeen betekent dat vergunningaanvragen in het belang van één of meer van de toetsingscriteria uit de APV vanaf een bepaald aantal geweigerd kunnen worden. Overigens moet elke aanvraag afzonderlijk beoordeeld en getoetst worden op eventuele bijzondere omstandigheden die afwijking van het gevoerde beleid rechtvaardigen. Uiteraard dienen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het motiverings- en zorgvuldigheidsbeginsel, in acht genomen te worden. In geval van een weigering op   grond van de verkeersveiligheid zal dit bijvoorbeeld gemotiveerd  kunnen worden met een politierapport. Indien de weigering gebaseerd is op gevaar voor aantasting van het voorzieningenniveau dan zal dit gemotiveerd moeten worden door middel van een feitenonderzoek.

*          Aanvragen mogen niet aan het behoefte-element getoetst worden, want dit is in strijd    met het vrije ondernemerschap. Behalve op de gronden die in de APV zijn genoemd, mogen vergunningen niet geweigerd worden.

 

 

2.         Definitie standplaats

Onder standplaatsen worden in deze nota begrepen: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen, of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen zoals een kraam, wagen of tafel, uitgezonderd standplaatsen die tijdens een (jaar-)markt, kermis of evenement worden ingenomen. De hier bedoelde standplaatsen hebben een mobiel karakter. De gemeente Hulst heeft in diverse kernen een aantal friteskramen die deze eigenschap niet (meer) bezitten. Deze vaste frituren worden in deze nota verder buiten beschouwing gelaten en vallen daarom niet onder het maximumstelsel.

Zoals eerder vermeld worden standplaatsen bij festiviteiten en evenementen niet gerekend tot de standplaatsen waarop deze nota betrekking heeft.

In deze nota worden verder drie verschillende soorten standplaatsen onderscheiden:

 

*          Permanente standplaats

Dit is een standplaats die tenminste een dag per week op een vaste locatie wordt ingenomen gedurende meer dan 6 maanden per jaar met een vaste frequentie op eenzelfde tijdstip.

 

*          Tijdelijke standplaats

Onder deze categorie vallen standplaatsen die worden ingenomen voor een bepaalde tijd, met een maximum van zes maanden gedurende een of meerdere dagen per week (o.a. seizoensgebonden handel zoals oliebollenkraam, verkoop kerstbomen, ijs, e.d.).

 

*          Incidentele standplaats

Van een incidentele standplaats is sprake bij een beoogd gebruik van ten hoogste tien dagen door dezelfde vergunninghouder per kalenderjaar. Gedacht kan worden aan zowel commerciële standplaatsen (autoruitreparaties e.d.)  als ideële (fondswerving, politieke doeleinden, goede doelen). Het maximum van tien dagen is bedoeld om te voorkomen dat handelaren die niet in aanmerking komen voor een permanente standplaats, dit door een herhaalde aanvraag voor een incidentele plek alsnog weten te bereiken.

 

Standplaatsen op particuliere grond

Het vergunningstelsel van artikel 5:18 APV is eveneens van toepassing op standplaatsen die op particuliere grond worden ingenomen. Tevens is daarin bepaald dat het rechthebbenden op een perceel niet is toegestaan toe te laten dat daarop zonder vergunning van het college een standplaats wordt ingenomen. Bij een dergelijke aanvraag zal een verklaring van de grondeigenaar moeten worden overgelegd waaruit blijkt dat hij met het verzoek instemt.

De hierna te noemen criteria zijn eveneens van toepassing op particuliere percelen. In deze gevallen kan uiteraard geen precariorecht worden geheven, maar zullen wel leges in rekening worden gebracht.

 

 

3.         Algemene uitgangspunten

De waarde van standplaatsen voor inwoners en winkelend publiek wordt onderkend. Vaak vormen standplaatsen een aanvulling op het bestaande reguliere aanbod en kan de ambulante handel de winkelfunctie van een gebied versterken en zorgen voor sfeer, dynamiek en levendigheid. In de kleinere kernen vormen standplaatsen zelfs vaak een van de weinige voorzieningen voor de consument. In de meest wenselijke situatie zo u het zo moeten zijn dat de ambulante handel vergunning krijgt als een assortiment wordt geboden wat in de desbetreffende kern wordt gemist en dat handelaren worden geweerd als hun branche al voldoende is vertegenwoordigd. Hiermee zou de gemeente echter een vestigingsbeleid voeren hetgeen uitdrukkelijk niet is toegestaan. Regulering van de concurrentieverhoudingen, oftewel economische inmenging, wordt immers niet tot de gemeentelijke huishoudelijke belangen gerekend. In het kader van vrij ondernemerschap is het niet toegestaan branches te bepalen. Het voeren van een brancheringsbeleid is enkel mogelijk indien het aantal aanvragen het toegestane maximum overschrijdt. Van deze situatie is in Hulst echter (nog) geen  sprake. Waar mogelijk zal er echter naar worden gestreefd dat de standplaatsen een aanvullend karakter hebben op het aanbod van de reguliere winkels.  

Waar brancheregulering niet is toegestaan, zijn er wel andere motieven om regels ten aanzien van standplaatsen vast te leggen. Zo kunnen standplaatsen leiden tot overlast, verkeersonveilige situaties, de openbare orde aantasten, ongewenst zijn binnen de voorgestane ruimtelijke structuur of ontsierend zijn voor het uiterlijke aanzien. Om deze belangen te beschermen is het dan ook legitiem, en zelfs noodzakelijk, om te komen tot een maximumstelsel. Afhankelijk van de plaatselijke situatie, kan per kern het maximaal toelaatbare standplaatsen verschillen. Bij overschrijding van het toegestane maximum zal de desbetreffende vergunning worden geweigerd en op een wachtlijst geplaatst.

 

De bovenstaande motieven leiden tot de volgende locatiecriteria voor permanente en tijdelijke standplaatsen:

  • *

    ze mogen niet gelegen zijn aan drukke wegen die bestemd zijn voor doorgaand verkeer;

  • *

    in de nabijheid van de standplaats dient voldoende parkeergelegenheid te zijn;

  • *

    ze moeten een veilige bereikbaarheid hebben voor het publiek en mogen op locaties met een hoge verkeersintensiteit niet op trottoirs worden ingericht;

  • *

    ter voorkoming van overlast dienen standplaatsen zich bij voorkeur niet voor woningen, winkels of andere publieksgevoelige ruimten te bevinden;

  • *

    om de officiële markten zo goed mogelijk in stand te houden, worden op dagen waar in de desbetreffende kern de weekmarkt wordt gehouden, in beginsel geen standplaatsen toegestaan;

  • *

    standplaatsen in de binnenstad van Hulst moeten de centrumfunctie versterken en mogen niet strijdig zijn met het monumentale karakter.

 

Bij verzoeken om een incidentele standplaats kan vanwege het kortdurende karakter van de verkoopactiviteiten van de bovengenoemde criteria worden afgeweken.

 

 

 4.        APV- criteria

Behalve de eigenschappen die een locatie moet bezitten, zijn er de algemene belangen die de gemeente moet beschermen en bewaken. Deze zijn vastgelegd in de gemeentelijke APV.  Ze vormen het feitelijke toetsingskader waarmee bij vergunningaanvragen rekening moet worden gehouden. Om deze openbare belangen te beschermen is het wenselijk om het aantal af te geven vergunningen te maximeren.

Openbare orde

Dit is een zeer ruim begrip dat moeilijk in één definitie samen te vatten is. Onder ‘openbare orde’ wordt veelal verstaan ‘een ordelijk verloop van het gemeenschapsleven ter plaatse’. Dit impliceert in dit kader dat de openbare orde kan worden verstoord door o.a. geluids- of geuroverlast, ongewenste bezoekersstromen, onveilige situaties, zwerfafval, parkeer-problemen en vele andere factoren die de normale ordening negatief kunnen beïnvloeden.

Openbare veiligheid

Dit motief behelst het belang van de algemene bescherming van personen en goederen. In relatie tot standplaatsen moet gedacht worden aan voornamelijk verkeersveiligheid, brandveiligheid en sociale veiligheid. Met dit laatste wordt gedoeld op een zoveel mogelijk open, vrije en controleerbare ruimte. Standplaatsen moeten zodanig worden gesitueerd dat aan deze uitgangspunten zo weinig mogelijk afbreuk wordt gedaan.

 

Volksgezondheid 

Geluid, stank, samenstelling of aard van producten bij standplaatsen kunnen de openbare gezondheid bedreigen. De bescherming van de volksgezondheid is een gemeentelijk belang.

 

Bescherming van het milieu

Overlast door stof, afval, geluid, uitlaatgassen of andere soorten van overlast die van invloed zijn op het woon- of leefklimaat dienen eveneens bij het beoordelen van een aanvraag om een standplaatsvergunning te worden meegewogen.

 

Uiterlijk aanzien

Het uiterlijk en de omvang van een standplaats moeten passen binnen het straatbeeld. Met name in de monumentale binnenstad van Hulst zal bij permanente of tijdelijke standplaatsen uitdrukkelijk op dit aspect worden getoetst, waarbij zonodig eveneens een oordeel van de Welstandscommissie kan worden gevraagd.

 

Lokaal verzorgingsniveau

Hoewel de gemeente geen vestigingsbeleid mag voeren en zich niet mag bemoeien met  concurrentieverhoudingen, bestaat in dit verband wel de bevoegdheid een standplaatsvergunning te weigeren. Als het innemen van een standplaats namelijk tot gevolg heeft dat in kernen waar nog maar één of enkele winkels gevestigd zijn, deze permanente voorzieningen zouden verdwijnen is het toegestaan de vergunning te weigeren. Dit besluit moet dan overigens wel gebaseerd zijn op een degelijk onderzoek.

Bestemmingsplan

Het bewaken en verzekeren van een goede ruimtelijke structuur en ordening is een gemeentelijke taak die in het oog moet worden gehouden bij de beoordeling van standplaatsen. Hierbij hoort een toets aan het bestemmingsplan, in het bijzonder bij de permanente standplaatsen. Op grond van de huidige bestemmingsplanbepalingen zijn standplaatsen veelal toegestaan op gronden met de bestemmingen ‘centrumdoeleinden’, ‘woon- en detailhandel’ en ‘verkeer’.

 

 

 

5.         Maximumstelsel

De keuze voor een maximumstelsel is gebaseerd op de bescherming van de belangen die in de APV zijn vermeld. De feitelijke fysieke situatie in de diverse kernen dient hierbij eveneens in ogenschouw te worden genomen. De in de hierna opgenomen tabel vermelde locaties zijn aangewezen na onderzoek ter plaatse. Uitgangspunt is dat wanneer een aanvraag het maximumaantal zou overschrijden of betrekking heeft op een niet-aangewezen locatie, deze geweigerd wordt. Dit laat echter onverlet dat in dergelijke gevallen afzonderlijk moet worden nagegaan of er bijzondere omstandigheden zijn die alsnog vergunningverlening mogelijk zouden kunnen maken. De hierna te noemen locaties betreffen plaatsen die zowel voor permanente als tijdelijke standplaatsen bestemd zijn. Een uitzondering geldt voor de kern Hulst, waar behalve de vier permanente standplaatsen twee extra mogelijkheden beschikbaar zijn voor een tijdelijke standplaats. Vanwege het toeristisch karakter van de kern is het toevoegen van twee tijdelijke standplaatsen een acceptabele uitbreiding, waarmee bovendien het levendige karakter kan worden versterkt. Gedacht kan hierbij worden aan ijsverkoop, kerstbomen, oliebollen, etc. Omdat de aard van de producten van invloed kan zijn op de locatie, zal ten tijde van de aanvraag worden beoordeeld welke plaats voor een tijdelijke vergunning in aanmerking komt.

In geval van aanvragen om een incidentele standplaats kan vanwege het kortdurende karakter afgeweken worden van de hierna te noemen locaties. Bij verzoeken om incidentele standplaatsen door ideële of maatschappelijke organisaties kan in het algemeen maatschappelijk belang bovendien worden afgeweken van het in deze nota opgenomen beleid.  

Het is tevens mogelijk dat standplaatsen worden ingenomen op  terreinen die geen eigendom zijn van de gemeente. Ook in dergelijke gevallen is een standplaatsvergunning vereist en tellen deze locaties mee in het  hier bedoelde maximumstelsel. De  hierop betrekking hebbende verzoeken zullen worden getoetst aan dezelfde criteria die gelden voor openbare standplaatsen.

 

Clinge

Deze kern bevat een aantal locaties waar het innemen van een standplaats mogelijk is. Gelet op de omvang van de kern en de criteria zoals die hiervoor zijn geformuleerd, wordt het parkeerterrein nabij de kerk aan de ’s Gravenstraat het meest geschikt geacht. Deze plaats is in het verleden eveneens voor dergelijke doeleinden gebruikt. Twee standplaatsen zijn hier acceptabel.

 

Graauw

De enige in aanmerking komende locatie voor de ambulante handel is het A. Bruggemanplein aan de Dorpsstraat. Hier is ruimte voor maximaal twee standplaatsen. Op dit moment worden in deze kern nog geen ambulante verkoopplaatsen ingenomen.

 

Heikant

Het plein bij gemeenschapscentrum ’t Heike aan Julianastraat is geschikt voor het bieden van twee standplaatsen. Thans is deze locatie al in gebruik als verkoopterrein voor de ambulante handel op vrijdagochtenden. Overwogen wordt deze plaats voor dat dagdeel aan te duiden als warenmarkt als bedoeld in de gemeentelijke marktverordening. 

 

Hengstdijk

Deze kern bevat nauwelijks goed gelegen ruimtes waarop standplaatsen kunnen worden geprojecteerd. De enige in aanmerking komende locatie is het parkeerterrein nabij ‘De Schuur’ aan de Kievitstraat, met de aantekening dat deze plek vrij decentraal is gelegen en mede daarom waarschijnlijk minder in trek zal zijn. Niettemin wordt hier de mogelijkheid geboden voor één standplaats.

Hulst

Het historische karakter van de binnenstad noopt tot voorzichtigheid om in dit gebied (permanente) locaties aan te wijzen. Aan de andere kant kunnen standplaatsen ook de levendigheid in het winkelgebied vergroten waardoor de centrumfunctie wordt versterkt.

Op basis van de algemene uitgangspunten en de bovenstaande criteria worden voor de binnenstad twee permanente standplaatsen voorzien, namelijk één ter plaatse van de Grote Markt en één bij het nieuw te ontwikkelen gebied ‘De Nieuwe Bierkaai’. Daarnaast is er ruimte voor twee tijdelijke standplaatsen ten behoeve van de verkoop van seizoensgebonden producten. De locatie is afhankelijk van de te verkopen goederen en zal op basis van ‘maatwerk’ per aanvraag nader worden bepaald. Voor permanente standplaatsen kan zo nodig een toets door de Welstandscommissie worden verlangd.

Buiten de stadswallen van Hulst worden maximaal twee standplaatsen aanvaardbaar geacht bij het winkelcentrum op het Stationsplein. Aangetekend hierbij wordt dat geen vaste of tijdelijke standplaatsen mogen worden ingericht op de parkeerhavens. De verkeersintensiteit en de parkeerdruk op deze locatie is namelijk erg hoog. Het onttrekken van parkeerruimte ten behoeve van standplaatsen wordt om deze reden niet wenselijk geacht.

Dit brengt het totaal op vier permanente en twee tijdelijke standplaatsen voor de kern Hulst.

Bij verzoek om een incidentele standplaats geldt het maximum van tien dagen per jaar per aanvrager. Ook hiervoor is het niet wenselijk op voorhand vaste locaties te bepalen, met uitzondering van de frequente verzoeken om standplaatsen voor autoruitreparaties. Deze worden enkel toegestaan op de parkeerruimte van het Stationsplein (bij de Emté-supermarkt).

Op marktdagen (maandag en donderdag) is het in de binnenstad niet toegestaan een permanente standplaats in te nemen.

Afhankelijk van de uiteindelijke ruimtelijke ontwikkeling in het gebied tussen Morres Meubel en de binnenstad zal te zijner tijd worden bezien of hier voor de ambulante handel nog mogelijkheden zijn.

 

Kloosterzande

Van oudsher wordt het Marijkeplein gebruikt voor verkoopactiviteiten door de ambulante handel. Bij deze locatie bevindt zich ook de plaatselijke supermarkt. Op woensdagochtend vindt hier een officiële warenmarkt plaats. Om verkapte marktvorming tegen te gaan worden hier op andere dagen twee standplaatsen toegelaten.

 

Lamswaarde

Omdat dit dorp ruime pleinen of parkeerterreinen ontbeert, wordt slechts de parkeerstrook aan de Jac. de Waalstraat gezien als mogelijke locatie voor maximaal één standplaats.

 

Nieuw-Namen

Gelet op de ligging en  beschikbare ruimte op het zgn. ’Antoniusplein’ aan de Reinaertstraat-Hombachstraat, kunnen op deze plaats maximaal twee standplaatsen worden ingenomen.

Ossenisse

In dit dorp is op de hoek van de Kipstraat en de Lageweg een locatie aanwezig welke geschikt is voor het inrichten van één standplaats.      

 

 Sint Jansteen

Op zaterdagochtend vindt op het plein voor de kerk aan de Brouwerijstraat een warenmarkt plaats. Gelet op de uitgangspunten en criteria in deze nota wordt de locatie voor het innemen van standplaatsen voorzien op het ‘Martje van Wardje’. In ruimtelijke zin en ter voorkoming van ongewenste marktvorming is een aantal van ten hoogste twee standplaatsen op deze plaats aanvaardbaar.

Terhole

Op de parkeerstrook aan de Notendijk is er in deze kern ruimte voor een standplaats. Evenals bij de standplaatslocaties in andere dorpen zal voor  een eventuele stroomvoorziening een regeling moeten worden getroffen met particulieren.

 

Vogelwaarde

Op dinsdagmiddag worden momenteel al enkele standplaatsen ingenomen op het plein bij het dorpscentrum aan de Populierenstraat. Het voornemen bestaat om deze verkoopactiviteiten aan te merken als officiële warenmarkt. Dit plein is buitenom de dinsdagmiddag uitstekend geschikt om ruimte te bieden voor ten hoogste twee standplaatsen.

 

Walsoorden

Deze kern trekt vooral in het zomerseizoen dagtoeristen bij het strandje. Een standplaats voor bijvoorbeeld ijsverkoop is hier dan ook wenselijk en mogelijk. De voormalige steiger bij het strandje  is hiervoor uitermate geschikt. Gelet op de grootte van deze kern is het niet erg waarschijnlijk dat ambulante handelaren interesse tonen voor een andere branche.

 

 

Locaties

Maximum aantal standplaatsen

Clinge, parkeerterrein kerk, ’s Gravenstraat

2

Graauw, A. Bruggemanplein

2

Heikant, plein nabij ’t Heike, Julianastraat

2

Hengstdijk, parkeerstrook nabij de Schuur, Kievitstraat

1

Hulst, binnenstad, Grote Markt en Bierkaai

2

Hulst buitenstad, Stationsplein/BACK terrein

2

Hulst, variabele locaties tijdelijke vergunning

2

Kloosterzande, Marijkeplein

2

Lamswaarde, parkeerstrook Jac. De Waalstraat

1

Nieuw Namen, plein Hombachstraat/Reinaertstraat

2

Ossenisse, locatie hoek Lageweg-Kipstraat

1

St. Jansteen, Martje van Wardje, Wilhelminastraat

2

Terhole,  parkeerstrook Notendijk

1

Vogelwaarde, plein dorpscentrum Populierenstraat

2

Walsoorden, vml. steiger  Zeedijk

1

                                                                        Totaal:

25

(waarvan 2 tijdelijke)

 

Buitengebied

In het buitengebied staat het landelijk karakter centraal. Standplaatsen in het buitengebied worden als ontsierend en verstorend beschouwd, en bovendien kunnen zij ongewenste verkeersontwikkelingen tot gevolg hebben. Met uitzondering van tijdelijke of incidentele  standplaatsen (dijkrecreatie Perkpolder, koek- en zopiekramen bij schaatsplassen) worden geen standplaatsen in het buitengebied toegestaan.

 

6.         Verkooptijden

Standplaatshouders dienen zich wat de verkooptijden betreft te houden aan de bepalingen van de Winkeltijdenwet en de daarop gebaseerde gemeentelijke Winkeltijdenverordening. Dit laatste houdt in dat in bepaalde kernen ook op zondag verkoop mag plaatsvinden. Voor de Hulsterse situatie betekent dit dat op zondag in de kernen van de vml. gemeente Hulst mag worden verkocht van 10.00 tot 18.00 uur. In de dorpen van de voormalige gemeente Hontenisse is het in beginsel slechts mogelijk om maximaal 12 zondagen per jaar de ambulante handel op zon- en feestdagen uit te oefenen. Voor de overige dagen gelden de in de wet toegestane verkooptijden van 06.00 tot 22.00 uur. De verwachting is dat standplaatshouders veelal de ter plaatse gebruikelijke winkeltijden zullen aanhouden.

 

7.         Voorzieningen ten behoeve van standplaatsen

Afhankelijk van  de soort handel die vanaf de standplaats wordt gedreven, kunnen nutsvoorzieningen noodzakelijk zijn. Alle kosten van aanleg van deze voorzieningen komen voor rekening van de vergunninghouder. Indien een nieuwe vergunninghouder niet bereid is om de voorzieningen over te nemen, dient de vergunninghouder de standplaats in principe geheel ontruimd en schoon op te leveren. Oplevering dient in dezelfde staat te geschieden als waarin zij is uitgegeven, tenzij er sprake is van door het gemeentebestuur toegestane verbeteringen of het college instemt met het handhaven van de gerealiseerde voorzieningen.

 

8.         Afhandeling van aanvragen

Op dit moment worden de beschikbare standplaatsen nog niet allemaal ingenomen. Aanvragen zullen worden afgehandeld op volgorde van binnenkomst. Indien er voor een locatie of kern meerdere aanvragen worden ingediend dan er beschikbaar zijn, zal een wachtlijst worden aangelegd. Indien er een plaats vrijkomt, gaat de voorkeur uit naar de eerstvolgende belangstellende die nog geen andere standplaats inneemt, met het doel om standplaatsen zo rechtvaardig mogelijk te verdelen. Een aangeboden standplaats mag eenmaal met vermelding van reden worden geweigerd. De inschrijving op de wachtlijst vervalt bij een tweede weigering van een aangeboden standplaats.

Onderhandse overdracht van standplaatsen is niet toegestaan, omdat dit het beleid met betrekking tot de wachtlijst kan doorkruisen. Indien een vergunninghouder te kennen geeft de standplaats niet elke dag te willen benutten, kan het gemeentebestuur overwegen deze plaats voor de resterende dagen te gunnen aan  een andere ambulante handelaar. 

Vergunningaanvragen voor een komend kalenderjaar worden pas vanaf 1 november in het jaar daaraan voorafgaand in behandeling genomen.

 

9.         Persoonsgebondenheid/ persoonlijk innemen standplaats

De standplaatsvergunning heeft op grond van artikel 1.5  van de APV een persoonsgebonden karakter. Het is namelijk met een oog op de eerlijke verdeling van de standplaatsen niet de bedoeling dat een vergunning als handelswaar kan worden gebruikt. De vergunning wordt daarom verleend aan een natuurlijk persoon. De vergunninghouder is verplicht de standplaats persoonlijk in te nemen. Het college kan hiervan afwijken in geval van bijvoorbeeld langdurige ziekte of andere bijzondere omstandigheden. Ook bij aanvragen om een  vergunning door  een  ideële, niet-commerciële instelling of in andere in aanmerking komende gevallen, kan worden afgeweken van de eis tot het persoonlijk innemen van de standplaats.   

 

10.       Financiële vergoeding

Bij het verlenen van een standplaatsvergunning zal conform de gemeentelijke Legesverordening een bedrag aan leges in rekening worden gebracht (tarief 2011: € 95,--).

Voor het ingebruik nemen van openbare gemeentegrond dient op grond van de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting een bedrag per m2 in rekening te worden gebracht. Op basis van het profijtbeginsel is het redelijk om een differentiatie aan te brengen in het tarief voor openbare grond die binnen en buiten de kern Hulst is gelegen. Een zelfde beleid wordt thans toegepast ten aanzien van terrassen. Op deze wijze wordt het voor ambulante handelaren wellicht aantrekkelijker om in de kleinere kernen van de gemeente standplaats in te nemen. Een dergelijk sturingssysteem is juridisch verdedigbaar, aangezien de economische waarde van de grond in de kleinere kernen immers ook geringer is dan die in de kern Hulst. Bij de herziening van de tarieven van de precarioverordening zal te zijner tijd dit onderscheid worden aangebracht.

 

 

10.       Overgangsrecht 

Thans geldende standplaatsvergunningen die in strijd zijn met deze beleidsregels behouden hun rechtsgeldigheid tot het moment dat de standplaats komt te vervallen, hetzij door het expireren van de vergunning, hetzij door beëindiging van de onderneming.    

 

11.       Handhaving

Bij het innemen van een standplaats zonder vergunning of het handelen in strijd met de voorschriften, dienen passende maatregelen te worden getroffen. Dit kan variëren van een waarschuwing tot uiteindelijk het intrekken van de vergunning. Er zal gehandeld worden volgens onderstaand handhavingsplan.

 

 

Overtreding

1e

2e

3e e.v.

 

Innemen standplaats

zonder vergunning

 

schriftelijke waarschuwing

 

Politie maakt p.v. op. Gemeente

bepaalt of bestuursdwang of dwangsom zal worden toegepast

 

 

Politie maakt p.v. op Gemeente voert aangekondigde bestuursrechtelijke actie uit.

 

Handelen in strijd met de voorschriften

 

schriftelijke waarschuwing

 

Intrekking vergunning voor de periode van een maand.

 

Intrekking vergunning voor de periode van vier maanden. Op elke volgende overtreding volgt intrekking van de vergunning voor de duur van een half jaar.

 

 

 

12.       Procedure vaststelling    

De conceptnota heeft met toepassing van de openbare voorbereidingsprocedure ingevolge afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende zes weken ter inzage gelegen. Van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen is gebruik gemaakt door de gemeentelijke Marktcommissie. Deze reactie had echter voornamelijk betrekking op uitvoeringstechnische kwesties die het nieuwe beleid met zich meebrengt.

De gemeentelijke adviescommissie Algemeen Bestuurlijke Zaken heeft in de vergadering van 23 mei 2011 ingestemd met het concept. Overeenkomstig het ontwerp is de definitieve nota vervolgens aan de gemeenteraad aangeboden.  

    

Vastgesteld door de raad van de gemeente Hulst in de openbare vergadering van 22 september 2011

 

De griffier,                                                     de voorzitter,

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

Gepubliceerd in ZVA: d.d. 28 september 2011

Inwerkingtreding      :  d.d.   6 oktober 2011

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 1

  Standaardvoorschriften bij een standplaatsvergunning

 

Algemeen

 

1.         De vergunning is geldig gedurende een jaar na afgifte.

2.         De vergunninghouder dient de vergunning op eerste verzoek aan de politie of aan de gemeentelijke toezichthouders te kunnen tonen.

3.         De vergunninghouder is verplicht onmiddellijk de aanwijzingen op te volgen die door de politie, brandweer of gemeentelijke toezichthouders worden gegeven.

4.         De standplaats wordt op eerste aanzegging van het college van burgemeester en wethouders direct ontruimd dan wel verplaatst, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

5.         De gemeente aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ontstaan door het gebruik van deze vergunning.

6.         De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vordering tot wettelijke aansprakelijkheid waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een standplaatslocatie krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. 

6.         De standplaats dient door de vergunninghouder persoonlijk te worden ingenomen.

7.         Op de standplaats mag geen terrasmeubilair en dergelijke worden geplaatst.

8.         De standplaats dient er ordelijk en netjes uit te zien en moet elke dag na gebruik leeg en schoon worden opgeleverd.

9.         Op de standplaats is een afvalbak aanwezig.

10.       Indien de locatie van een standplaats is betrokken bij een evenement en daarin kan niet worden ingepast, dan kan van de standplaats geen gebruik worden gemaakt. 

11.       Indien gedurende een periode van meer dan vier weken geen gebruik wordt gemaakt van de standplaats, kan het college van burgemeester en wethouders de standplaatsvergunning intrekken.

 

  Voorwaarden in verband met brandveiligheid

 

1.         Er moet ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten een doorgaande route met een breedte van 3,5 meter en een hoogte van 4,2 meter worden vrijgehouden. Hekwerken die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze route mogen geen losse goederen, zoals vlaggen, kledingrekken e.d. worden geplaatst.

2.         Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen moeten zijn vrijgehouden en altijd bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen.

3.         De bakkraam/-wagen moet zodanig zijn opgesteld dat deze op geen enkele wijze gevaar of hinder kan opleveren voor de omgeving.

4.         Verwarmingsbronnen en elektrische en gasinstallaties moeten deugdelijk zijn en aan alle wettelijke eisen voldoen.

5.         Frituren is alleen toegestaan in ruimten die daarvoor zijn ingericht.

6.         Frituren in bakkramen/-wagens voor geheel ‘blinde’gevels is toegestaan.

7.         Frituren voor gevels met ramen en deuren is slechts toegestaan als de afstand tussen onderlinge afstand tenminste 5 meter bedraagt.

Bijlage 2

Locaties Hulst

 

 

 

            Binnenstad Hulst :  1.  Nieuwe Bierkaai

                                          2.   Grote Markt   

  afbeelding binnen de regeling

 

 afbeelding binnen de regeling