Beleidsregels voor het houden van briefadres

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Woonadres: het adres waar betrokkene woont, waaronder begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft, of, indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten;

Briefadres: het adres waar, bij het ontbreken van een woonadres, voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken;

Briefadresgever: de ingezetene in de GBA bij wie het briefadres wordt gehouden;

Gezin:

• 1.

  twee personen die volgens de GBA een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

• 2.

  twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

• 3.

  twee of meer personen die ten genoegen van burgemeester en wethouders hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding (willen) voeren.

• 4.

  een alleenstaande ouder met kind(eren).

Artikel 2: Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

• 1.

  Het ontbreken van een woonadres vanwege:

• a.

  dak- of thuisloosheid;

• b.

  korte overbrugging tussen twee woonadressen;

• c.

  de uitoefening van een ambulant beroep;

• d.

  verblijf in het buitenland korter dan acht maanden;

• e.

  korter dan twee jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

• 2.

  Verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 67, lid 3 en 4, van de wet GBA

Artikel 3: Maximum aantal briefadressen per adres

• 1.

  Op één adres mogen maximaal twee individuele personen of twee gezinnen een briefadres houden.

• 2.

  Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor de gevallen als bedoeld in artikel 2, lid 2.

Artikel 4: Maximale termijn briefadres

• 1.

  Een briefadres wordt in het algemeen voor een periode van maximaal één jaar toegekend. Op een gemotiveerd verzoek van de houder van het briefadres kan de termijn met maximaal twee keer een periode van drie maanden worden verlengd.

• 2.

  Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor de gevallen als bedoeld in artikel 2, lid 1 sub e en lid 2.

Artikel 5: Voorwaarden briefadres

De aanvrager is verplicht om bij de aangifte tot briefadres de volgende benodigde stukken te overleggen:

• a.

  een geldig identiteitsbewijs;

• b.

  een schriftelijke verklaring van de aanvrager inhoudende de reden voor de aangifte alsmede de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

• c.

  een kopie van een geldig identiteitsbewijs en een schriftelijke verklaring van toestemming van de briefadresgever;

• d.

  een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1 sub a t/m e.

Artikel 6: Onvolledige aangifte

• 1.

  De aanvraag is volledig indien alle benodigde gegevens zijn ingeleverd.

• 2.

  Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

• 3.

  Indien de aanvraag niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aanvrager, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

• 4.

  De aanvraag wordt niet behandeld indien niet voldaan wordt aan de vereisten vermeld in de leden twee en drie van dit artikel.

Artikel 7: Weigeringsgronden

Het is niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres indien:

• a.

  het opgegeven adres een postbus is;

• b.

  op het opgegeven adres niemand staat ingeschreven;

• c.

  de aanvrager een woonadres heeft;

• d.

  de aangifte een eerste inschrijving betreft, komende vanuit het buitenland;

• e.

  de categorie verblijfplaats op de persoonslijst van de briefadresgever in de GBA in onderzoek staat;

• f.

  de briefadresgever vreemdeling is en geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland als bedoeld in artikel 8 van de vreemdelingwet 2000;

• g.

  de aanvrager gedurende één jaar langer dan acht maanden in het buitenland verblijft, met uitzondering van het bepaalde in artikel 2, lid 1 sub e;

Artikel 7: Overgangsperiode

Voor briefadressen die al zijn toegekend vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels wordt een overgangsperiode van maximaal twaalf maanden gehanteerd. Daarna wordt een eventueel verzoek om verlenging eventueel getoetst aan deze beleidsregels.

Artikel 8 Slotbepaling

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking op 1 mei 2012.

• 2.

  Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels voor het houden van briefadres’.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders op 10 april 2012.

De secretaris, De burgemeester,