Regeling vervallen per 29-04-2021

Drank- en Horecaverordening Hulst 2004

Geldend van 27-12-2009 t/m 28-04-2021

Intitulé

Drank- en Horecaverordening Hulst 2004

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2004;

gezien het advies van de Voedsel en Waren Autoriteit d.d. 16 augustus 2004;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en deDrank- en Horecawet;

B E S L U I T :

  • I.

    in te trekken per 1 januari 2005 de “Drank- en Horecaverordening”, vastgesteld door deraad van de voormalige gemeente Hontenisse op 16 juni 1971;

  • II.

    in te trekken per 1 januari 2005 de “Verordening op het verstrekken van alcoholvrije dranken en eetwaren” vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Hulst op 28 januari 1993;

  • III.

    vast te stellen de navolgende Drank- en Horecaverordening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Drank- en Horecawet;

  • b.

    horecabedrijf: de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

  • c.

    inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

  • d.

    B-inrichting: de lokaliteiten waarin alcoholvrije drank en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt zoals broodjeszaken, koffieshops, e.d. met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen bestemd zijn voor de consumptie van alcoholvrije drank en/of eetwaren, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

  • e.

    lokaliteit: een besloten ruimte, onderdeel uitmakend van een inrichting;

  • f.

    alcoholvrije drank: drank die geen alcohol bevat, dan wel drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor ten hoogste een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • g.

    alcoholhoudende drank: drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

  • h.

    sterke drank: drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

  • i.

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, niet zijnde sterke drank;

  • j.

    leidinggevende:

    • a.

      de natuurlijke persoon die de dagelijkse en onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van een inrichting of een B-inrichting;

    • b.

      de natuurlijke persoon of de bestuurders van een rechtspersoon of hun gevolmachtigden voor wiens rekening en risico de inrichting of B-inrichting wordt uitgeoefend.

Hoofdstuk 2. Beperking verstrekking alcoholhoudende drank in inrichtingen

Artikel 2. Verbod sterke drank

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank zowel voor gebruik ter plaatse als voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin of een onderdeel waarin in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites, e.d. plegen te worden verkocht;

    • b.

      waarin onderwijs pleegt te worden gegeven;

    • c.

      die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;

    • d.

      die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen:

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 3. Tijdelijk verbod alcoholhoudende drank

  • 1. 1. Het is verboden om in een door de burgemeester aangewezen tijdsruimte in een inrichting:

    • a.

      bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken;

    • b.

      bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

  • 2. De burgemeester gaat over tot het aanwijzen van de tijdsruimte als bedoeld in het eerste lid, als de handhaving van de openbare orde, veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid dit vordert.

  • 3. Voorafgaand aan een aanwijzing hoort de burgemeester de Hoofdofficier van Justitie en de Korpschef van politie.

Artikel 4. Toegang politie en brandweer

De leidinggevende van een inrichting is verplicht:

  • a.

    zorg te dragen dat de inrichting, zolang zich daarin één of meer bezoekers bevinden, voor ambtenaren van de politie en voor de brandweer vanaf de weg onbelemmerd toegankelijk is;

  • b.

    bij het ontstaan van onregelmatigheden of ter voorkoming van ongelukken de inrichting op bevel van een ambtenaar van politie terstond te ontruimen, te sluiten en gesloten te houden, zolang zulks in het belang van de openbare orde, veiligheid, of zedelijkheid noodzakelijk is.

Artikel 5. Tijdelijke sluiting

  • 1. Ingeval van verstoring van de openbare orde, van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan of van andere bijzondere omstandigheden, een en ander ter beoordeling van de burgemeester, is de leidinggevende verplicht op eerste bevel van de burgemeester de inrichting, voor zover zij niet uitsluitend tot het verschaffen van nachtverblijf is bestemd, onmiddellijk te doen ontruimen, te sluiten en gedurende een bij dat bevel bepaalde tijd gesloten te houden.

  • 2. Een bevel, als bedoeld in het eerste lid, wordt de houder persoonlijk gegeven danwel door afkondiging ter algemene kennis gebracht.

Artikel 6. Ordeverstoring

  • 1. Het is verboden in een inrichting of in een onderdeel daarvan de orde te verstoren of de zedelijkheid te kwetsen of zich daarin in kennelijke staats van dronkenschap te bevinden.

  • 2. Degene die handelt in strijd met het bepaalde in het eerste lid en degene die als bezoeker aanwezig is in een inrichting of een onderdeel daarvan ten aanzien waarvan een bevel tot sluiting, als bedoeld in het vorig artikel is gegeven, is verplicht die inrichting of dat onderdeel daarvan op aanzegging van de leidinggevende van die inrichting of op bevel van een ambtenaar van politie terstond te verlaten.

Hoofdstuk 3. Verstrekken van alcoholvrije drank en eetwaren (B-inrichtingen)

Artikel 7. Verbodsbepaling

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester in een B-inrichting aan het publiek bedrijfsmatig alcoholvrije drank en/of eetwaren voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing:

    • a.

      indien de inrichting deel uitmaakt van een andere inrichting waarvoor vergunning op grond van de wet is verleend tot het uitoefenen van een horecabedrijf;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomende aard aan personen die in die inrichting verblijven anders dan voor het gebruiken van consumpties;

    • c.

      voor aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

Artikel 8. Eisen leidinggevende

Voor het verkrijgen van een vergunning moet een leidinggevende de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voorts voldoen aan de eisen, die in artikel 8, lid 2, sub a en b van de wet zijn gesteld.

Artikel 9. Eisen B- inrichting

  • 1. Een lokaliteit heeft een hoogte van ten minste 2.40 m. van de vloer af gemeten.

  • 2. Een lokaliteit is voorzien van een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande, goed werkende mechanische ventilatie-inrichting met een luchtverversingscapaciteit van tenminste 3,8.10–³ m³/s per m2 vloeroppervlakte.

  • 3. In de onmiddellijke nabijheid van de lokaliteit zijn ten behoeve van de bezoekers, tenminste twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwezig.

  • 4. Elke toiletgelegenheid bevat ten minste:

    • a.

      een of meer afsluitbare toiletruimten;

    • b.

      een waterspoeling ten behoeve van elk(e) in de toiletruimte aanwezige closetpot en/of urinoir;

    • c.

      een of meer behoorlijke voorzieningen om de handen met stromend water te kunnen wassen;

  • 5. De toiletruimten zijn niet rechtstreeks vanuit de lokaliteit toegankelijk.

Artikel 10. Ontheffing

  • 1. De burgemeester weigert de vergunning indien niet wordt voldaan aan het gestelde in de artikelen 8 en 9.

  • 2. De burgemeester kan van het bepaalde in de artikelen 8 en 9 ontheffing verlenen.

Artikel 11. Intrekking vergunning

De burgemeester trekt de vergunning in, indien:

  • a.

    niet langer wordt voldaan aan de in artikel 8 en 9 gestelde eisen;

  • b.

    gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning;

  • c.

    zich in de betrokken B-inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde,volksgezondheid, veiligheid of zedelijkheid.

Artikel 12. Voortzetting na overlijden

Bij overlijden van de vergunninghouder kan de B-inrichting door of namens een van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na overlijden of, indien binnen die termijn een nieuwe vergunning is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Hoofdstuk 4. Slot- straf- en overgangsbepalingen

Artikel 13. Nadere regels

De burgemeester is bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 14. Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van de burgemeester aangewezen personen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer artikel 41 van de Drank- en Horecawet van toepassing is.

Artikel 15. Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde in deze verordening en de krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie zoals bedoeld in het Wetboek van Strafrecht en kanbovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 16. Overgangsbepaling

De toestemmingen, ontheffingen, aanwijzingen of vergunningen die zijn verleend ingevolge de “Verordening op het verstrekken van alcoholvrije dranken en eetwaren“ van de voormalige gemeente Hulst en de “Drank- en Horecaverordening“ van de voormalige gemeente Hontenisse, worden geacht te zijn verleend ingevolge deze verordening, voor zover deze in hetzelfde onderwerp voorziet.

Artikel 17. Naamsaanduiding en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “ Drank- en Horecaverordening Hulst 2004 “.

  • 2. Zij treedt in werking op 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst van 11 november 2004,
 
 
De gemeenteraad van de gemeente Hulst,
De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,