Regeling vervallen per 01-01-2020

Aanvullende regeling arbeidsvoorwaarden gemeente Hulst

Geldend van 25-02-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Aanvullende regeling arbeidsvoorwaarden gemeente Hulst

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hulst;

  • ·

    gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en Hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

  • ·

    gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg / Ondernemingsraad;

besluiten vast te stellen de navolgende regeling:

‘Aanvullende regeling arbeidsvoorwaarden gemeente Hulst’

Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. ambtenaar:

1. de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, eerste lid onder a van de CAR-UWO; 2. de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1, eerste lid van de CAR-UWO;

b. salaris:

maandbedrag dat binnen de salarisschaal aan de ambtenaar is toegekend, naar evenredigheid van diens formele arbeidsduur;

c. salaristoelagen:

salaristoelagen zoals bedoeld in paragraaf 3 van hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

d. uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR-UWO;

e. functieschaal:

de salarisschaal die bij een functie hoort;

f. salarisschaal:

een reeks maandbedragen als opgenomen in de bijlage bij hoofdstuk 3;

g. periodiek:

het maandbedrag in een salarisschaal;

h. maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

i. functie:

het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten conform artikel 3:1 van de CAR-UWO;

j. functiewaardering:

het door burgemeester en wethouders op methodische wijze naar zwaarte rang ordenen van de functies;

k. conversie:

de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

l. volledige betrekking

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k van de CAR-UWO;

m. overwerk

werkzaamheden die de ambtenaar, voor wie de bijzondere werktijdenregeling geldt, in dienstopdracht verricht boven de feitelijke arbeidsduur per week;

n. achterblijvende partner:

weduwe, weduwnaar, geregistreerd partner van de overleden ambtenaar, of de ongehuwde partner die een samenlevingscontract had met de overleden ambtenaar;

Functies en functiewaardering

Artikel 2

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR-UWO wordt binnen onze organisatie met ingang van 1 januari 2016 het HR21 functiewaarderingssysteem gebruikt. Nadere uitwerking van het systeem is opgenomen in de Procedureregeling Functiebeschrijving en Functiewaardering gemeente Hulst.

Recht op salaris

Artikel 3

Gelet op het gestelde in artikel 3:2 van de CAR-UWO gelden de volgende aanvullende bepalingen.

  • 1.

    Een medewerker heeft recht op salaris vanaf de dag waarop het dienstverband van de medewerker ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst geen ingangsdatum is opgenomen, vangt het recht op salaris aan op de dag waarop de medewerker feitelijk werkzaamheden is gaan vervullen.

  • 2.

    Het salaris wordt gebaseerd op de gemiddelde arbeidsduur per week en wordt uitbetaald per maand.

  • 3.

    Wanneer het salaris of een salaristoelage moet worden berekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

  • 4.

    Het salaris of een salaristoelage van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris of van de salaristoelage dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

  • 5.

    Het recht op salaris eindigt in geval van ontslag met ingang van de dag waarop het einde van hetdienstverband ingaat, tenzij er sprake is van een uitzonderingssituatie als gevolg van artikel 16:1:2 van de CAR-UWO. Een dergelijke situatie wordt altijd voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders, waarbij er sprake is van onderbouwing van redenen die deze uitzondering rechtvaardigen.

Vaststelling salaris

Artikel 4

  • 1.

    In aanvulling op het gestelde in artikel 3:3 van de CAR-UWO geldt een aanloopschaal voor de medewerker die nog niet voldoet aan de in zijn functiebeschrijving opgenomen functie-eisen.

  • 2.

    De salarissen van de ambtenaren van wie het salaris niet of bij krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II-a van de CAR-UWO.

  • 3.

    In bedoelde bijlagen II-a zijn de tussenschalen 10A en 11A niet van toepassing voor de gemeente Hulst.

Vaststelling salarisniveau

Artikel 5

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor de ambtenaar geldende functionele salarisschaal. Daarbij wordt voor de functie van de gemeentesecretaris een aantal uitgangspunten gehanteerd:

  • a. de functie van de gemeentesecretaris is per definitie de hoogste ambtelijke functie in de organisatie;

    b. de bepaling van de functionele salarisschaal van de gemeentesecretaris wordt zonder methodische functiewaardering met inachtneming van een bovengrens vastgesteld, zijnde één salarisschaal onder het salarisniveau van de burgemeester.

Salarisverhoging

Artikel 6

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:4 van de CAR-UWO geldt ten aanzien van het toekennen van een salarisverhoging het volgende.

  • 1.

    Een periodieke verhoging wordt toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens op 1 januari.

  • 3.

    Het tijdstip waarop ingevolge het tweede lid van dit artikel een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van de werkgever aanleiding bestaat.

  • 4.

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de CAR-UWO is niet van invloed op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

  • 5.

    Het bevoegd gezag kan de medewerker die volgens de recent opgemaakte personeelsbeoordeling goed of uitstekend functioneert meerdere periodieke verhogingen toekennen.

Oplegprofielen

Artikel 7

  • 1.

    Het element coördinatie kan leiden tot een extra vorm van beloning. Het betreft hier specifieke taakverzwarende werkzaamheden die in de vorm van een oplegprofiel aan de functie worden toegevoegd.

  • 2.

    Het oplegprofiel kan worden toegekend aan ambtenaren tot en met functieschaal 10. Voor wat betreft de hogere salarisschalen wordt het oplegprofiel geacht begrepen te zijn in de functie en de waardering daarvan. Het toekennen van het oplegprofiel voor de functieschalen één tot en met tien geschiedt op de functieschaal, tenzij er sprake is van een uitloopschaal als bedoeld in artikel 15 of een persoonlijke toelage. In dat geval wordt het oplegprofiel bovenop de uitloopschaal of functieschaal met inbegrip van de persoonlijke toelage toegekend.

  • 3.

    Bij de toepassing van het oplegprofiel wordt een beloning verstrekt van maximaal drie eindperiodieken volgens de op de ambtenaar van toepassing zijnde functieschaal. De aan het oplegprofiel verbonden beloning komt altijd als extra bij het salaris en de salaristoelagen. Dit is ook het geval als de ambtenaar het maximum van de uitloopschaal heeft bereikt of een persoonlijke toelage is toegekend. De hoogte van de beloning voor het oplegprofiel is in het algemeen afhankelijk van de mate van verantwoordelijkheid, het aantal betrokken personen, de duur, de tijdspanne en de zwaarte. Verder is de hoogte van de beloning afhankelijk van de normfunctie waaraan het oplegprofiel wordt toegevoegd en de daaraan verbonden functie-eisen. Naarmate voor een normfunctie reeds een hoger werk- en denkniveau wordt gevraagd, mag het functioneel leiding geven bij het oplegprofiel geacht worden onderdeel van de functie uit te maken. Afhankelijk van deze factoren vindt de beloning hiervoor als volgt plaats:

    -één eindperiodiek van de functieschaal bij een lichte vorm van een oplegprofiel;

    -twee eindperiodieken van de functieschaal bij een middelzware vorm van een oplegprofiel;

    -drie eindperiodieken van de functieschaal bij een zware vorm van een oplegprofiel.

  • 4.

    Het afdelingshoofd doet een voordracht voor de toepassing van het oplegprofiel coördinatie met een gedetailleerde onderbouwing van de zwaarte.

Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8

  • 1.

    Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan op basis van ‘goed’ functioneren een extra salarisverhoging worden toegekend ter grootte van één periodieke salarisverhoging. Indien dit samenvalt met de reguliere periodieke salarisverhoging als bedoeld in artikel 3:4 van de CAR-UWO leidt dit in zijn totaliteit tot twee periodieke salarisverhogingen.

  • 2.

    Op basis van een beoordeling ‘uitstekend’ kan vervolgens nog één extra periodieke salarisverhoging worden toegekend.

  • 3.

    Het salaris kan daarbij niet hoger worden vastgesteld dan op het maximum van de functieschaal.

  • 4.

    Bij de toepassing van lid 1 of 2 blijft het tijdstip waarop ingevolge het artikel 3:4 van de CAR-UWO en artikel 6 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Extra periodieke verhoging bij het behalen van een vakdiploma

Artikel 9

  • 1.

    Aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt bij het behalen van een voor zijn functie van belang zijnde vakdiploma één extra periodieke salarisverhoging toegekend.

  • 2.

    Uitvoering aan hetgeen is bepaald in het vorige lid vindt alleen plaats, indien het een studie betreft die voldoet aan onderstaande criteria:

    Bij indeling in

    salarisschaal:

    Minimale

    studieduur:

    Vereist niveau

    studie op minimaal:

    -1 t/m 5

    1 jaar

    lager niveau;

    -6 t/m 8

    18 maanden

    m.b.o.;

    -9 of hoger

    2 jaar

    h.b.o.

  • 3.

    Bij de toekenning van de studiefaciliteiten wordt aangegeven of de studie aan de desbetreffende criteria voldoet.

Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Artikel 10

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:6 van de CAR-UWO geldt ten aanzien van de inpassing in een hogere schaal het volgende:

  • 1.

    Bij bevordering naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris wordt voor de ambtenaar het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in die oude schaal zou hebben genoten. Indien deze bevordering tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de periodieke verhoging plaats en vervolgens de inschaling vanwege de bevordering.

  • 2.

    Indien bij toepassing van het eerste lid van dit artikel het verschil tussen het oude salaris en het salaris in de nieuwe schaal minder dan 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in de oude schaal dan volgt een extra periodieke verhoging.

  • 3.

    Wanneer de in het tweede lid benoemde vergelijkingssystematiek niet mogelijk is omdat de medewerker het maximum van de salarisschaal behorende bij zijn oude functie reeds had bereikt, dient te worden vergeleken met het verschil tussen het bedrag behorende bij periodiek 10 en 11 in de oude schaal.

Overige toelagen en vergoedingen

Premie schadevrij rijden

Artikel 11

  • 1.

    Aan de daartoe aangewezen medewerkers van de afdeling Realisatie&Beheer, welke belast zijn met het besturen van voertuigen, wordt bij schadevrij rijden gedurende een periode van zes maanden een bruto premie toegekend van 5% van het bruto maandsalaris. De van toepassing zijnde periodes lopen steeds van januari tot en met juni en van juli tot en met december.

  • 2.

    Bij langdurige ziekte wordt de premie als bedoeld in lid 1 berekend naar rato van het aantal gewerkte volle maanden in betrokken periode.

Presentiegeld stembureau

Artikel 12

De ambtenaar die zitting heeft op een stembureau, ontvangt daarvoor een bruto vergoeding van € 300,00 per dag.

Kledingtoelage badmeesters

Artikel 13

De badmeesters ontvangen gedurende de openingsmaanden van het zwembad een bruto toelage van € 12,-- per maand voor de aanschaffing van werkkleding.

Afbouwtoelage bij wegvallen toelage onregelmatige dienst en/of toelage bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Artikel 14

  • 1.

    De afbouwtoelage zoals bedoeld in artikel 3:16 van hoofdstuk 3 van de CAR-UWO en de artikelen 11 en 12 uit deze regeling, gaat over in een blijvende toelage wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van de afbouwtoelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage -als bedoeld in artikel 3:16 van de CAR-UWO en de artikelen 11 en 12 uit deze regeling- heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 wordt onder wezenlijke onderbreking bij de toelage onregelmatige diensten voor badmeesters verstaan een onderbreking van langer dan acht maanden.

Ambtsjubileumgratificatie

Artikel 15

  • 1.

    De ambtsjubileumgratificatie ingevolge artikel 3:19 van de CAR-UWO gemeente Hulst wordt verdubbeld indien de desbetreffende diensttijd geheel in dienst van de gemeente Hulst is doorgebracht.

  • 2.

    De regeling als bedoeld in lid 1 geldt eveneens voor die ambtenaren, die al dan niet na een eerdere betrekking bij de overheid 25 of 40 jaar in dienst zijn van de gemeente Hulst, inclusief de voormalige gemeente Hontenisse en de voormalige dienst Centraal Bouw- en Woningtoezicht en Gemeentewerken in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen.

Onvoorziene gevallen

Artikel 16

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Algemene salarismutaties

Artikel 17

De algemene salarismutaties voor de sector gemeenten, zoals die in Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden worden overeengekomen, zijn wat betreft het percentage en ingangsdatum van overeenkomstige toepassing op de bedragen genoemd in deze regeling.

Overgangsrecht uitloopschalen

Artikel 18

  • 1.

    Het bepaalde in lid 2 tot en met 5 is niet van toepassing voor de ambtenaren die voor het eerst vanaf 2 december 2008 bij de gemeente Hulst in een tijdelijk of in een vast dienstverband worden benoemd (lees nieuwe ambtenaren) en voor ambtenaren die reeds werkzaam zijn bij de gemeente Hulst, maar die na voornoemde datum in een hogere functie worden benoemd dan wel na voornoemde datum in een functie met een hoger functieniveau worden ingepast.

  • 2.

    Alleen de ambtenaren die op 1 december 2008 in een tijdelijk of in een vast dienstverband werkzaam zijn bij de gemeente Hulst kunnen rechten ontlenen aan hun op voornoemde datum geldende functie verbonden salaris en het daarbij behorende salarisperspectief, waaronder de bepalingen voor bevordering naar de uitloopschaal zoals genoemd in lid 2 tot en met 5.

  • 3.

    De ambtenaar die het maximum salaris van de voor hem geldende functieschaal, vastgesteld op basis van functiewaardering, heeft bereikt en die voldoet aan de gestelde voorwaarden in lid 5, wordt bevorderd naar de uitloopschaal. Schaal 13 en hoger kennen geen uitloopmogelijkheid voor een bevordering naar de uitloopschaal.

  • 4.

    Hantering van de uitloopschaal geschiedt volgens de bedragen zoals opgenomen in de bijlage II-a van de CAR-UWO.

  • 5.

    Instroming in de uitloopschaal vindt plaats op basis van een personeelsbeoordeling, indien de ambtenaar:

    - de functie op normale wijze vervult, dit blijkens een beoordeling ‘normaal’;

    - twaalf maanden heeft doorgebracht op het maximum salaris verbonden aan de functionele schaal.

  • 6.

    De bepaling van de omvang van de eerste periodiek in de uitloopschaal geschiedt volgens de systematiek als bedoeld in artikel 10, lid 2 en deze bedraagt tenminste 75% van de waarde van de laatste periodiek van de functionele schaal.

  • 7.

    Bij indeling in een aanloop- of garantieschaal of bij rechten op een herplaatsingstoelage van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds / Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen is toekenning van een uitloopschaal niet mogelijk.

Beslissingsbevoegdheid

Artikel 19

Als afdelingshoofd c.q. leidinggevende in het kader van deze regeling treden op de functionarissen, die daartoe door het college zijn aangewezen. De te nemen besluiten in het kader van deze aanvullende regeling arbeidsvoorwaarden gemeente Hulst vinden plaats door of namens het college van burgemeester en wethouders. Op basis van een mandaatregeling kunnen met name genoemde zaken in het kader van deze regeling worden gemandateerd aan een lid van de directie of een afdelingshoofd.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016 onder intrekking van de ‘Bezoldigingsverordening gemeente Hulst’.

  • 2.

    Indien de inwerkingtreding van deze regeling ertoe leidt dat aanspraken van individuele ambtenaren in neerwaartse zin worden bijgesteld, vindt overleg plaats over de gevolgen daarvan.

Vastgesteld in de vergadering van 1 februari 2016.

Burgemeester en Wethouders van Hulst,

De secretaris, De burgemeester,