Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening voorzieningen wethouders gemeente IJsselstein 2006

Geldend van 10-03-2006 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 14-03-2002

Intitulé

Verordening voorzieningen wethouders gemeente IJsselstein 2006

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS GEMEENTE IJSSELSTEIN 2006

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Gemeentewet: de Wet van 14 februari 1992, Stb. 96;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Regeling rechtspositie wethouders: Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en

    Koninkrijksrelaties van 20 februari 2004, Stcrt. 41, houdende een aantal rechtspositionele aangelegenheden ten aanzien van wethouders.

HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS

Artikel 2 Onkostenvergoeding

1.Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt

verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

2.Aan de wethouder aan wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van

de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het maximumbedrag, vermeld in artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.

3.Aan de wethouder die met toepassing van artikel 36, tweede lid, van de Gemeentewet de

betrekking in deeltijd uitoefent, wordt de onkostenvergoeding, bedoeld in het eerste en tweede lid, toegekend naar evenredigheid met de vastgestelde tijdbestedingnorm, bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Gemeentewet.

Artikel 3 Vergoeding verhuiskosten

  • 1. De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte beschikt in de gemeente heeft ten laste van de gemeente aanspraak op:

    • a.

      een vergoeding van reis- en pensionkosten;

    • b.

      een vergoeding van verhuiskosten in verband met de benoeming in de gemeente.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoedingen worden vastgesteld conform het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 4 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Aan de wethouder wordt een vergoeding in de kosten voor woon-werkverkeer toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld conform artikel 3, tweede lid van de

    Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 5 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan de wethouder wordt een vergoeding voor reis- en verblijfkosten toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld conform het bepaalde in artikel 4

    van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Buitenlandse dienstreis

Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese

instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

1.De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia

die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

2.De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door

of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname naar de mening van het college in het belang is in verband met de vervulling van het ambt van wethouder.

Artikel 8 Computer en laptop

  • 1.

    Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een computer of laptop

    met bijbehorende randapparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente, inclusief een

    verklaring ten aanzien van het zakelijk gebruik.

  • 3.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Internetaansluiting via ISDN, ADSL of de kabel

1.De aanleg- en abonnementskosten van ISDN ten behoeve van het gebruik van een computer die

benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor rekening van de gemeente, wat betreft de abonnementskosten voor zover die meer bedragen dan de kosten van een gewoon telefoonabonnement.

2.De abonnementskosten van ADSL ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd

is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen wat betreft het provider-gedeelte volledig en wat betreft het vaste bedrag aan kosten voor gebruik van de verbinding voor zakelijk gebruik geheel voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van ADSL komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

3.De kosten van het internetabonnement via de kabel ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het ambt van wethouder komen voor zakelijk gebruik geheel voor rekening van de gemeente. De eventuele aanlegkosten van de internetaansluiting via de kabel komen in dat geval geheel voor rekening van de gemeente.

Artikel 10 Mobiele telefoon

  • 1.

    Aan de wethouder wordt voor de uitoefening van zijn ambt op aanvraag een mobiele telefoon in

    bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2.

    De kosten van het gebruik van de mobiele telefoon komen voor rekening van de gemeente.

  • 3.

    Op de onkostenvergoeding van de wethouder wordt, indien deze de mobiele telefoon voor meer

dan 10% voor privé-doeleinden gebruikt, een bedrag in mindering gebracht dat gelijk is aan het forfaitaire bedrag dat hiervoor is vastgesteld in de Wet op de Loonbelasting 1964.

  • 4.

    De wethouder ondertekent daartoe een bruikleen overeenkomst met de gemeente, inclusief een

    verklaring ten aanzien van het zakelijk gebruik.

  • 5.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 11 Spaarloonregeling

De wethouder van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

HOOFDSTUK III DE PROCEDURE VAN DECLARATIE

Artikel 12 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 13 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

1.Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 9 wordt gebruik gemaakt van

een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

2.Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend voor de zevende van de maand

volgens op de declaratiemaand bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 14 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1.

    De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 7, lid 2 kan plaatsvinden door rechtstreekse

    toezending van de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2.

    Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidings-formulier,

waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden voor de zevende van de maand volgend op de declaratiemaand ingediend bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar.

HOOFDSTUK IV CITEERARTIKEL EN INWERKINGTREDING

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen wethouders gemeente IJsselstein 2006.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, met uitzondering van de artikelen 7 t/m 9 en 12 t/m 14, acht dagen na de dag van bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 14 maart 2002.

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente IJsselstein in zijn vergadering van 2 maart 2006.