Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Geldend van 07-01-2010 t/m 31-12-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Verordening op de heffing en de invorderingafvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010.

(Verordening reinigingsheffingen 2010)

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof afval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

      Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

      De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

      Artikel 6 Belastingjaar

      Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

      Artikel 7 Wijze van heffing

      De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

      Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde afvalstoffenheffing

      • 1.

        De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

      • 2.

        Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

      • 3.

        Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat, voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-.

      • 4.

        Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

      • 5.

        Belastingbedragen van minder dan € 5,- worden niet geheven.

      • 6.

        Het bepaalde in het vijfde lid vindt geen toepassing indien het totaal van de op één biljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 5,-.

      Artikel 9 Termijnen van betaling

      • 1.

        In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

      • 2.

        In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 68,07, doch minder is dan € 2.178,15, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat de maand december buiten beschouwing blijft, en dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

      • 3.

        Andere aanslagen dan die genoemd in het eerste lid, moeten worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

      • 4.

        In afwijking in zoverre van het derde lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd na het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 68,07, doch minder is dan € 2.178,15, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijn één maand later.

      • 5.

        In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de afvalstoffenheffing worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, tweede lid:

        • a.

          mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

        • b.

          schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

      • 6.

        De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

        Hoofdstuk III Reinigingsrechten

        Artikel 10 Belastbaar feit

        Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

        Artikel 11 Belastingplicht

        De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

        Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

        • 1.

          De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

        • 2.

          Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

        Artikel 13 Belastingjaar

        Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

        Artikel 14 Wijze van heffing

        De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

        Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

        De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

        Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

        Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

        Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

      Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

      • 1.

        De ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009’ van 18 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

      • 2.

        Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.

      • 3.

        De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

      • 4.

        Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010’.

      Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 17 december 2009.

      de griffier, de voorzitter,

      Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2010.’

      Algemeen

      De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

      Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

      Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

      • 1.1De belasting bedraagt per perceel per 1 januari van het belastingjaar, of indien

        1.1 de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, per maand€ 13,07

        1.1en per belastingjaar € 156,84

      • 1.

        2 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later

      aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen

      wordt het overeenkomstig 1.1 berekende bedrag vermeerderd met

      per maand: € 11,75

      en per jaar met: € 141,00

      Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

      1.1Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag

      1.1 inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen buiten het regulier bekend gemaakte

      1.1 inzamelschema voor grove huishoudelijke afvalstoffen om, per aanvraag € 31,50

      Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

      2.1 Het recht bedraagt voor:

      2.1.1 het ledigen van beer - of zinkputten, septictanks, en het verwijderen van de daarin

      verzamelde afvalstoffen:

      2.1.1.1 voor de eerste rit van de tankwagen € 82,10

      2.1.1.2 voor de tweede en volgende rit € 54,50

      2.1.2 het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking

      gestelde plaats, indien het betreft:

      2.1.2.1 puin, bouw- en sloopafval, per m3 (maximaal 100 kg) € 78,95

      2.1.2.2 grof afval, per m3 (maximaal 100 kg) € 33,55

      2.1.2.3 brandbaar afval, per m3 € 33,55

      2.1.2.4 snoeihout, per m3 (maximaal 100 kg) € 33,55

      2.1.2.5 asbest, per kg € 0,80

      2.1.2.6 een accu, per kg € 0,80

      2.1.2.7 grond per m3 € 6,95

      2.1.2.8 autobanden:

      • -

        van een personenauto, per stuk € 3,05

      • -

        van een vrachtauto, per stuk € 48,00

      • -

        van een trekker, per stuk € 63,45

      2.1.3 het achterlaten van dode honden en katten op een daartoe van gemeentewege ingevolge de destructieverordening aangewezen verzamelplaats,

      2.1.3.1 per kat € 5,60

      2.1.3.2 per hond tot en met een schofthoogte van 35 centimeter € 6,95

      2.1.3.3 per hond boven een schofthoogte van 35 centimeter € 13,95

      2.1.4het beschikbaar stellen, het gebruik en het ledigen van rolcontainers danwel het

      verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen, uitgezonderd de aan

      maatschappelijke instellingen door de gemeente beschikbaar gestelde containers voor

      het inzamelen

      van oud papier , per container per keer: € 33,65