Regeling vervallen per 01-01-2012

Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2011 (NIEUW)

Geldend van 25-03-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2011 (NIEUW)

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 februari 2010;

gelet op het bepaalde in artikel 147 van de Gemeentewet en Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit

tot de vaststelling van de

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KAAG EN BRAASSEM 2011 

hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. raad: raad van de gemeente Kaag en Braassem;b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem;c. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager. Bovendien is de periode waarvoor het college subsidie wil verstrekken van tevoren bepaald en kan nooit langer duren dan vier jaar; d. jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt. 

artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1 De gemeente kan op de volgende beleidsterreinen subsidie verstrekken: a. algemeen bestuur;b. openbare orde en veiligheid;c. verkeer, vervoer en waterstaat;d. economische zaken;e. onderwijs;f. cultuur en recreatie;g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;h. volksgezondheid en milieu;i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.

  • 2 Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten op de beleidsterreinen genoemd in het eerste lid die door instellingen in het gemeentelijke belang worden uitgevoerd. In de bijlage bij deze subsidieverordening is een lijst opgenomen van bedoelde activiteiten.

  • 3 Het college is bevoegd om deze bijlage met activiteiten te wijzigen.

  • 4 Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste en tweede lid.

artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1 Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2 Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidie¬verlening te verbinden.

hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1 De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidie¬plafond(s) per onderdeel van de programmabegroting.

  • 2 Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3 Het college kan - met inachtneming van de in artikel 2 genoemde beleidsterreinen en de ingevolge artikel 2 vast te stellen nadere regels, nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4 Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5 Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1 De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. Hiervoor kan een door het college vastgesteld aanvraagformulier worden gebruikt.

  • 2 Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Indien voor dezelfde activiteit ook elders subsidie is aangevraagd moet dit worden vermeld inclusief de stand van zaken van die aanvraag;

  • 3 Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4 Het college kan, al dan niet in nadere regels, bepalen dat de instelling andere of aanvullende gegevens en bescheiden overlegt dan genoemd onder het 2e en 3e lid.

artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1 Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2 De instelling is zelf verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de gevraagde gegevens.

  • 3 Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

artikel 7 Beslistermijn

  • 1 Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

  • 2 Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

artikel 8 Weigeringgronden

  • 1 Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien a. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;b. de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate passen binnen de gemeentelijke doestellingen;c. de aanvragende instelling niet openstaat voor alle individuen en groeperingen, danwel onderscheid maakt op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook;d. de instelling niet in staat is een correct overzicht van bezittingen en schulden en verkregen exploitatieresultaten, voorzien van bewijsstukken, te overleggen.

  • 2 Indien de jaarlijkse subsidie later ingediend wordt dan de in artikel 6 lid 1 genoemde indieningdatum.

hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

artikel 9 Verlening subsidie

  • 1 In de beschikking waarin de subsidie wordt verleend geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

  • 2 Het college kan verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

artikel 10 Betaling en bevoorschotting

  • 1 Beschikkingen tot € 5.000 worden in één keer uitbetaald.

  • 2 Beschikkingen boven € 5.000 worden in termijnen uitbetaald. Een betalingsschema wordt opgenomen in de beschikking.

hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

artikel 11 Meldingsplicht

De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of niet geheel worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

artikel 12 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

artikel 13 Verantwoording subsidies tot € 5.000

  • 1 Subsidies tot € 5.000 worden door het college:a. direct bij de verlening vastgesteld of;b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht. Hierbij kan het college de aanvrager verplichten om aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. 

artikel 14 Verantwoording subsidie vanaf € 5.000

  • 1 Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht;b. bij een jaarlijkse subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling bevat:a. een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;d. een accountantsverklaring, indien de subsidie meer dan € 50.000 bedraagt.

  • 3 Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Dit wordt opgenomen in de beschikking waarin subsidie wordt verleend.

artikel 15 Vaststelling subsidie

  • 1 Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2 Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de termijn van 13 weken, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3 Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4 Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling, waarbij een korting toegepast kan worden.

hoofdstuk 8 Overige bepalingen

artikel 16 Berekeningswijze subsidiabele kosten

In de beschikking van subsidieverlening wordt aangegeven op welke wijze de subsidiabele kosten worden bepaald.

artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, gemotiveerd een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken ten gunste van de aanvrager of subsidieontvanger indien strikte toepassing van de verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

artikel 18 Overgangsbepalingen

Aanvragen voor subsidie die zijn ingediend voor 31 december 2010 en betrekking hebben op het subsidiejaar 2010 worden afgedaan volgens de verordeningen genoemd in artikel 19 lid 2.

artikel 19 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is van toepassing op alle subsidieaanvragen die betrekking hebben op het subsidiejaar 2011;

  • 2 De Algemene subsidieverordening Jacobswoude 2002, Deelverordeningen overige subsidies Jacobswoude 2003, de Subsidieverordening Welzijn gemeente Alkemade 2006, Subsidieverordening oud papier Alkemade 1991, subsidieverordening recreatieve en promotioneel opgezette activiteiten 2009, bijdrageregeling voor molens in de gemeente Kaag en Braassem 2010 worden ingetrokken.

artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 15 maart 2010
de griffier,                                     de voorzitter,B.S.M. Sepers                              H.B. Eenhoorn 

Bij artikel 2 lid 2 1

De te subsidiëren activiteiten per beleidsterrein:

a. algemeen bestuur

b. openbare orde en veiligheid- het opvangen van gevonden dieren uit Kaag en Braassem;- het voorkomen en tegengaan van jeugdcriminaliteit (schadelijk of overlastgevend gedrag) in de lokale samenleving; - het terugdringen van veel voorkomende criminaliteit, gepleegd door jeugdigen, met als doel dat potentiële daders geen daders worden en dat daders niet recidiveren;- activiteiten op het gebied van integraal veiligheidsbeleid.

c. verkeer, vervoer en waterstaat- administratieve ondersteuning van lokale initiatieven ter uitbreiding van het openbaar vervoer.

d. economische zaken

e. onderwijs- educatieve en pedagogische activiteiten op het gebied van sport/bewegen, cultuur/muziek, maatschappelijke vorming, natuur en milieu, zorg en veiligheid als extra voorziening naast het basiscurriculum van het onderwijs.

f. cultuur en recreatie- de exploitatie van de openbare bibliotheek in Kaag en Braassem;- actieve sportbeoefening door de jeugd en ouderen;- het onderhouden van sportterreinen;- de ondersteuning van de exploitatie van sporthallen en zwembaden;- activiteiten op het gebied van amateuristische kunst;- het in stand houden van beschermde monumenten;- het onderhouden van molens;- het bijeenbrengen en in stand houden van beeldmateriaal, voorwerpen en geschriften die betrekking hebben op historie van de gemeente Kaag en Braassem;- het organiseren van activiteiten rondom de viering van Koninginnedag, 4 en 5 mei en Sinterklaas;- het bevorderen van de recreatief en promotioneel opgezette activiteiten ten behoeve van de inwoners, ondernemers, organisaties en anderen in de gemeente Kaag en Braassem;- ondersteuning van de instandhouding van de streekomroep;- het zijn van eigenaar en/of gebruiker van een accommodatie die is bestemd voor activiteiten zonder winstoogmerk en een sociale, culturele, maatschappelijke of sportieve functie heeft (het subsidiëren van OZB).

g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening- activiteiten waarmee de ontwikkeling van initiatieven en samenwerking worden ondersteund en de initiatieven op het gebied van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) worden bevorderd;- cliëntgestuurde initiatieven die bestaan uit psychiatrische zorgonderdelen zoals onderzoek, advisering, voorlichting, behandeling, begeleiding, lotgenotencontact, vriendendiensten, inloophuizen en informatiewinkels;- coördinatieactiviteiten van vrijwillige thuiszorg en ondersteuning van de mantelzorg ten behoeve van hulpvragers;- vorming en training en advies vrijwilligers specifiek voor taken in de maatschappelijke ondersteuning;- activiteiten op het gebied van opvoed- en opgroeiondersteuning;- ondersteuning in de kosten van de organisatie van activiteiten ter bevordering van maatschappelijke dienstverlening;- het verlenen van hulp en zorg thuis of in een hospice aan terminale patiënten en hun verwanten;- activiteiten van het gecoördineerd ouderenwerk;- het exploiteren van het dienstencentrum voor activiteiten voor het ouderenwerk;- activiteiten van jeugd- en jongerenverenigingen die culturele, educatieve en recreatieve activiteiten aanbieden;- de ondersteuning of het opzetten van activiteiten voor 12-15 jarigen en ambulant jongerenwerk;- activiteiten op het gebied van het bevorderen van jongerenparticipatie en -informatie;- voor georganiseerde inspraak en participatie op wijkniveau; - activiteiten gericht op de ondersteuning van vrijwilligers;- activiteiten gericht op sociale inclusie in de samenleving van achtergestelde groepen op basis van gelijkwaardige rechten en plichten;- voor activiteiten die de sociale cohesie bevorderen met uitzondering van buurtfeesten en buurtbarbecue´s;- het bevorderen van de ontwikkeling van jonge kinderen door hen in groepsverband samen te brengen onder deskundige begeleiding voor de uitvoering van activiteiten gericht op integratie.

h. volksgezondheid en milieu- het organiseren van cursussen EHBO;- uitvoering van de jeugdgezondheidszorg;- uitvoering van de verslavingspreventie;- pre- en postnatale zorg;- cursussen en trainingen Automatische Externe Defibrilatoren;- activiteiten van lokale natuur- en milieuorganisaties, die educatie en activiteiten aanbieden ter bescherming van natuur en milieu;- activiteiten gericht op de scheiding van oud papier van het restafval.

i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

1 Algemene subsidieverordening Kaag en Braassem