Marktreglement Kaag en Braassem 2009

Geldend van 09-04-2009 t/m heden

Intitulé

Marktreglement Kaag en Braassem 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem ;

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, Gemeentewet en artikel 3 van de Marktverordening Kaag en Braassem 2009;

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markten;B E S L U I T:vast te stellen de volgende Nadere regels voor de Marktverordening Kaag en Braassem:

Marktreglement Kaag en Braassem 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Algemene bepalingen

De in artikel 1 van de Marktverordening Kaag en Braassem 2009 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige van toepassing op deze nadere regels.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over vergunningen

Artikel 2 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;b. een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;c. de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van . de standplaats mag gebruiken;d. het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;e. de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;f. dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;g. de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;h. welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;i. welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2 Aan de vergunning kan een middel ter identificatie worden gehecht.

Artikel 3 Vereisten

  • 1 Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijk verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.  

  • 2 Het college stelt een formulier vast voor het indienen van een aanvraag.

Artikel 4 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

Artikel 5 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1 Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de vereisten genoemd in lid 1 van artikel 3 van dit reglement, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.

  • 2 Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:a. de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;b. de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;c. de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;d. de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3 Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

  • 4 De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 6 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:a. indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;b. op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;c. bij overlijden van de ingeschrevene;d. wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;e. indien de ingeschrevene niet meer aan de vereisten genoemd in lid 1 van artikel 3 van dit reglement voldoet. 

Artikel 7 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1 In geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, of ingeval van bedrijfsbeëindiging kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde.

  • 2 Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen, indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3 Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Artikel 8 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:a. de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;b. degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst. 

Artikel 9 Toewijzing dagplaats

  • 1 Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2 De dagplaats wordt toegewezen aan degene die zich daarvoor uiterlijk 12 uur voor de aanvang van de markt heeft aangemeld bij de marktmeester.

Artikel 10 Toewijzing standwerkersplaats

Het college wijst een standwerkersplaats toe.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 11 Innemen standplaats; bijstand

  • 1 De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in op de dag dat de markt wordt gehouden. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2 De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 12 Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1 De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2 De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3 Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college.

Artikel 13 Ontheffing en vervanging

  • 1 In geval van vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting uit artikel 11.

  • 2 Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 14 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

Artikel 15 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1 Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 1,5 uur voor aanvang en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2 De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats vanaf de aanvang van de markt tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

  • 3 Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk een uur na de aanvang van de markt heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking.

Artikel 17 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als:Marktreglement Kaag en Braassem 2009.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Kaag en Braassem op 24 maart 2009
de gemeentesecretaris,                  de burgemeesterM.E. Spreij                                           H.B. Eenhoorn