Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2011

Geldend van 25-12-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de precariobelasting 2011

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 9 november 2010;

gelet op de artikelen 228 van de Gemeentewet;b e s l u i t:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2011

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 2 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 3 Vrijstellignen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 2.

    voorwerpen ter zake waarvan door de gemeente een retributie wordt geheven dan wel uit andere hoofde een vergoeding is overeengekomen.

  • 3.

    voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De precariobelasting bedraagt per jaar voor het hebben van leidingen, kabels en buizen per strekkende meter onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond € 1,17.

  • 2 Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van de onder 1 genoemde eenheid voor een geheel gerekend. 

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:een jaar, een kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de precario belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de belastingschuldige er ook voor kiezen het op het aanslagbiljet vermelde verschuldigde bedrag of de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van zijn betaalrekening af te laten schrijven. De aanslagen worden dan betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslag is opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen tenminste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Indien door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar oordeel van de heffingsambtenaar zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst, kan deze afwijken van het bepaalde in deze verordening door te besluiten geen precariobelasting te heffen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De “Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem, gehouden op 13 december 2010.
De griffier,                       De voorzitter,B. Sepers                        K.M. van der Velde-Menting