Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR75160
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR75160/1
Regeling vervallen per 01-01-2012
Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011
Geldend van 25-12-2010 t/m 31-12-2011
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2011De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2010;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de :VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN FORENSENBELASTING 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1 Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
-
2 Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3 Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
-
1 De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt is vastgesteld.
-
2 In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
3 In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen of de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
-
4 De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet en artikel 221 van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt per jaar bij een waarde als bedoeld in artikel 4 van:I. minder dan € 50.000,00 € 312,00II. € 50.000,00 of meer, doch minder dan € 100.000,00 € 546,00III. € 100.000,00 of meer € 624,00
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6a Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
-
2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Voor deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Hardheidsclausule
Indien door bijzondere omstandigheden de strikte toepassing van deze verordening naar oordeel van de heffingsambtenaar zou leiden tot een niet gerechtvaardigde uitkomst kan deze afwijken van het bepaalde in deze verordening door te besluiten geen forensenbelasting te heffen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1 De “Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2010”, vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van bekendmaking.
-
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
-
4 Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2011'.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 13 december 2010de griffier, de voorzitter,drs. B.S.M. Sepers mr. K.M. van der Velde-Menting
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl