Regeling vervallen per 01-11-2015

Kledingreglement gemeente Kampen

Geldend van 26-08-2003 t/m 31-10-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2003

Intitulé

Kledingreglement gemeente Kampen

Burgemeester en wethouders van Kampen,

 

gelet op artikel 15:1:16 van de Lokale arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (LAR);

 

gelet op de verkregen overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg d.d. 13 december 2000 en het Georganiseerd Overleg d.d. 27 augustus 2003;

 

Besluiten vast te stellen het volgende:

Kledingreglement gemeente Kampen

Artikel 1 Algemene bepalingen​

  • 1.

    Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

    • a.

      ambtenaar: de ambtenaar en de werknemer in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR), met uitzondering van het personeel van de gemeentelijke brandweer;

    • b.

      leidinggevende: de directeur, het afdelingshoofd of de teamleider;

    • c.

      dienstkleding: uniformkleding met toebehoren waarvan gebruik gedurende de dienstuitoefening of het verrichten van bepaalde werkzaamheden aan de ambtenaren is voorgeschreven;

    • d.

      werkkleding: kleding en uitrustingsstukken, die met het oog op de eisen van de dienst aan de ambtenaar persoonlijk voor gebruik worden verstrekt en dus niet uit depot worden verstrekt;

    • e.

      verstrekking uit depot: het incidenteel verstrekken van kledingstukken, die voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden in de dienst voorhanden gehouden worden;

  • 2.

    Onder kleding, bedoeld in dit reglement, kan schoeisel mee zijn of worden begrepen.

Artikel 2 Verstrekking uit depot

  • 1.

    Dit reglement is niet van toepassing op de verstrekking uit depot.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen zo nodig regels vast over de verstrekking uit depot.

Artikel 3 Dienstkleding of werkkleding

  • 1.

    De ambtenaar, die een betrekking bekleedt of een functie vervult, genoemd in de bij dit reglement behorende bijlage 1, stelt de leidinggevende kosteloos dienstkleding of werkkleding beschikbaar overeenkomstig de voor elke betrekking in die bijlage zoveel mogelijk gegeven aanwijzingen inzake de soort, de aantallen en de minimumdraagtijd van die kleding, alsmede met inachtneming van hetgeen dienaangaande overigens in dit reglement is bepaald.

  • 2.

    Vaststelling en wijziging van de in het eerste lid bedoelde bijlage geschieden door burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Eigendom

De overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 beschikbaar gestelde dienstkleding of werkkleding is en blijft eigendom van de gemeente, behoudens ingeval het bepaalde in artikel 9, eerste lid, toepassing vindt.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1.

    De ambtenaar, aan wie overeenkomstig dit reglement dienstkleding of werkkleding beschikbaar is gesteld, is verplicht deze tijdens de uitoefening van de dienst te dragen, tenzij dit door de leidinggevende met het oog op het seizoen of de weersgesteldheid niet noodzakelijk of ondoenlijk wordt geacht.

  • 2.

    De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien en voor zolang de medewerker het dragen van de hem verstrekte dienstkleding of werkkleding op medisch advies verboden is.

Artikel 6 Onderhoud

  • 1.

    De ambtenaar is verplicht er voor te zorgen, dat de hem overeenkomstig dit reglement verstrekte dienstkleding of werkkleding zich altijd in een behoorlijke staat bevindt.

  • 2.

    Behoudens het bepaalde in het derde en vijfde lid geschieden het gewone onderhoud, de kleine herstellingen en het in reine staat houden van de in het eerste lid bedoelde dienstkleding of werkkleding door de zorg en voor rekening van de ambtenaar.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid worden de grote herstellingen, het chemisch reinigen en het reinigen van dienstkleding of werkkleding door de zorg en voor rekening van de gemeente verricht indien en voor zover dit geboden is in verband met de bijzondere eisen die de dienstuitoefening ten aanzien van hygiëne meebrengt, tenzij deze verrichtingen nood -zakelijk zijn geworden als gevolg van het niet voldoende onderhouden of van onachtzaamheid ten aanzien van de kleding door de medewerker, in welk geval het bepaalde in het eerste lid van toepassing blijft.

  • 4.

    De herstellingen van schoeisel geschieden steeds door de zorg en voor rekening van de ambtenaar.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen bepalen, dat de in het tweede lid bedoelde werkzaamheden vanwege en voor rekening van de gemeente worden verricht.

Artikel 7 Initialen, kenmerken of tekens

  • 1.

    Het is de ambtenaar verboden in een aan hem, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, verstrekt kledingstuk aangebrachte initialen of andere kenmerken en tekens van de gemeente te beschadigen of te verwijderen, zolang dit kledingstuk niet is vervangen op de wijze, als in dit reglement is aangegeven.

  • 2.

    De ambtenaar, die overeenkomstig het bepaalde in dit reglement kledingstukken, behoord hebbende tot dienstkleding of werkkleding voor persoonlijke doeleinden, in eigendom en ten gebruik ontvangt, is verplicht daaruit de in het eerste lid bedoelde initialen, kenmerken of tekens te verwijderen met dien verstande evenwel, dat de tekens, die zijn aangebracht ter aanduiding van de ongeschiktheid voor dienstgebruik van een kledingstuk, nimmer verwijderd of onherkenbaar gemaakt mogen worden.

Artikel 8 Vervanging of vernieuwing

  • 1.

    Vervanging of vernieuwing van dienstkleding of werkkleding van gemeentewege vindt slechts plaats, indien en voor zover de leidinggevende verklaart, dat de te vervangen of te vernieuwen kleding voor dienstgebruik ongeschikt is en niet meer door het verrichten van herstellingen in bruikbare en behoorlijke staat kan worden gebracht.

  • 2.

    Indien een overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk verstrekt kledingstuk voor de afloop van de vastgestelde minimum draagtijd blijkens een verklaring, bedoeld in het eerste lid, in de aldaar genoemde toestand verkeert en het in die toestand geraken van dat kledingstuk te wijten valt aan onachtzaamheid of nalatigheid van de ambtenaar, dan is deze verplicht tot betaling aan de gemeente van een door burgemeester en wethouders, de leidinggevende gehoord, vast te stellen vergoeding, die wordt bepaald op een, naar de mate van verwijtbaarheid en in verband met de vorenbedoelde minimum draagtijd, evenredig gedeelte van de aanschaffingswaarde.

Artikel 9 Eigendomsoverdracht​

  • 1.

    Indien

    • a.

      de ambtenaar de dienst verlaat;

    • b.

      de ambtenaar niet langer gehouden is dienstkleding of werkkleding te gebruiken;

    • c.

      de dienstkleding en werkkleding overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 is vervangen,

  • kan de leidinggevende de ambtenaar toestaan, dat dienstkleding of werkkleding aan deze in eigendom overgaat ten gebruik voor persoonlijke doeleinden.

  • 2.

    De ambtenaar, die overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid een tot diens dienstkleding of werkkleding behoord hebbend kledingstuk in eigendom ontvangt voordat de daarvoor vastgestelde minimum draagtijd is verstreken, moet, behoudens in de gevallen bedoeld in het derde lid van dit artikel en in het tweede lid van artikel 8, deswege aan de gemeente een vergoeding betalen waarvan het bedrag door burgemeester en wethouders, de leidinggevende gehoord, wordt bepaald op een, in verband met die draagtijd evenredig, gedeelte van de aanschaffingswaarde van dat kledingstuk.

  • 3.

    Het bepaalde in het tweede lid vindt geen toepassing, indien burgemeester en wethouders ten aanzien van de minimum draagtijd blijkt dat deze op een korter tijdvak behoort te worden vastgesteld dan in de bijlage, bedoeld in artikel 3 is aangegeven en zij een voorstel tot wijziging daarvan in voorbereiding hebben genomen.

  • 4.

    De ambtenaar, aan wie de in het eerste lid bedoelde toestemming niet wordt verleend, is gehouden de daar bedoelde dienstkleding of werkkleding ten spoedigste, doch uiterlijk binnen 14 dagen, nadat zich een feit als genoemd in het eerste lid heeft voorgedaan of is gebleken, in te leveren bij de leidinggevende.

Artikel 10 Administratie

De leidinggevende draagt zorg voor het nauwkeurig aantekenen van de tijdstippen en de aard van de verstrekking, van de reparaties en van de reiniging van dienstkleding of werkkleding, een en ander zoals deze overeenkomstig de bepalingen van dit reglement van gemeentewege zijn geschied.

Artikel 11 Bijzondere bepalingen dienstkleding en werkkleding

  • 1.

    De uitvoering van de dienstkleding of werkkleding is ter beoordeling van de leidinggevende.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de leidinggevende de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de minimale draagtijd op een kortere periode worden gesteld.

  • 3.

    Het is de ambtenaar niet toegestaan dienstkleding of werkkleding, die door de leidinggevende ongeschikt is verklaard, gedurende de dienstuitoefening te dragen.

  • 4.

    De dienstkleding of werkkleding mag uitsluitend gedragen worden bij de uitoefening van de dienst.

  • 5.

    De dienstkleding of werkkleding en onderdelen daarvan worden uitsluitend verstrekt tegen inlevering van de oude dienstkleding of werkkleding of te vervangen onderdelen daarvan.

Artikel 11 Naleving

  • 1.

    De leidinggevende ziet toe op de naleving van de bepalingen  in dit reglement.

  • 2.

    De leidinggevende draagt zorg voor een geregelde inspectie van de overeenkomstig de bepalingen van dit reglement verstrekte dienstkleding of werkkleding.

Artikel 12 Slot- en overgangsbepalingen

Deze verordening kan worden aangehaald als “Kledingreglement gemeente Kampen”.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening  treedt in werking met terugwerkende kracht tot  1 januari 2003.

de gemeentesecretaris,                                     de burgemeester,