Algemene subsidieverordening Kampen 2007

Artikel 1

• a.

  subsidietijdvak: een aaneengesloten periode waarvoor een

  subsidieplafond of deelplafond kan worden vastgesteld;

• b.

  het college: het college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op alle door het college te verstrekken subsidies.

Artikel 3

Het college kan subsidies verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan doelstellingen van het gemeentelijk beleid en passen binnen de programmabegroting;

Artikel 4

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot:

• a.

  het per boekjaar verstrekken van subsidies;

• b.

  de aanvraag om subsidie en de behandeling daarvan;

• c.

  de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;

• d.

  de verplichtingen van de subsidieontvanger;

• e.

  welke grondslagen worden gehanteerd voor de berekening van de subsidie;

• f.

  het bedrag van de subsidie danwel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

• g.

  de vaststelling van de subsidie;

• h.

  de vergoeding die verschuldigd is bij vermogensvorming;

• i.

  de intrekking of wijziging van de subsidieverlening;

• j.

  de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;

• k.

  de bekendmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten;

• l.

  het geven van informatie aan derden over de gesubsidieerde activiteiten door de subsidieontvanger;

• m.

  een adequate uitvoering van deze verordening.

Artikel 5

• 1.

  Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

• 2.

  Het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid kan worden onderverdeeld in deelplafonds per subsidietijdvak of per onderdeel van het gemeentelijk beleidsterrein.

• 3.

  Het college regelt de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

Artikel 6

Het college kan de subsidie weigeren indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat:

• a.

  de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente;

• b.

  de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

• c.

  de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

• d.

  de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente Kampen.

Artikel 7

Het college kan de bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang van een doelgerichte of evenwichtige subsidieverstrekking leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8

Het college kan personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de aan de ontvanger van een subsidie opgelegde verplichtingen.

Artikel 9

Op aanvragen die voor de inwerkingtreding van deze verordening en het hierop gebaseerde uitvoeringsbesluit worden ontvangen blijven de bepalingen van de ingetrokken regelingen van toepassing.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007, zulks met uitzondering van die subsidies waarop van toepassing is:

• -

  de Subsidieverordening welzijn;

• -

  de Verordening Subsidiëring godsdienst en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs;

• -

  de Subsidieverordening stedelijke vernieuwing Kampen 2002

Voor die subsidies treedt de verordening in werking op een nader door het college te bepalen tijdstip. Op dat tijdstip vervallen de hiervoor genoemde verordeningen.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als ’Algemene subsidieverordening Kampen 2007’.