Klachtenregeling gemeente Kapelle 2012

Geldend van 05-07-2012 t/m heden

Intitulé

Klachtenregeling gemeente Kapelle 2012

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Kapelle;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nummer 2012/34;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet en hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

Klachtenregeling gemeente Kapelle 2012

Hoofdstuk 1 Begrips- en algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • A

    Klacht:

    een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen;

  • B

    Bestuursorgaan:

    • 1.

      (een lid van) de gemeenteraad;

    • 2.

      (een lid van) het college;

    • 3.

      de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid als hoofd van politie);

  • C

    Gedraging:

    het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

    • 1.

      een bestuursorgaan;

    • 2.

      een ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn functie;

  • D

    Klachtencommissie:

    de commissie die op grond van artikel 1.3 een klacht onderzoekt en het betreffende bestuursorgaan over de afdoening van een klacht adviseert;

  • E

    Klachtencoördinator:

    de functionaris als bedoeld in artikel 1.6.

Artikel 1.2 Algemene bepalingen

  • 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.

  • 2. Een gedraging van een persoon, bedoeld in artikel 1.1 onder c. sub 2, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • 3. Het bestuursorgaan draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van mondelinge en schriftelijke klachten over zijn gedragingen en over gedragingen van bestuursorganen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn.

  • 4. Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een bestuursorgaan kan geen beroep worden ingesteld.

Artikel 1.3 Klachtencommissie

Er is een gemeentelijke klachtencommissie die belast is met de voorbereiding van de beslissing op, en de advisering over, de klacht.

Artikel 1.4 Samenstelling en benoeming klachtencommissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en tenminste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2. Het college benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 1.5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter, de aftredende leden en de plaatsvervangende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 1.6 Klachtencoördinator

  • 1.De secretaris van de commissie is de klachtencoördinator.

  • 1. Het college stelt een klachtencoördinator aan.

  • 2. Het college stelt tevens een plaatsvervangend klachtencoördinator aan.

  • 3. De klachtencoördinator ziet er op toe dat de behandeling van een klacht conform het bepaalde in deze regeling plaatsvindt.

  • 4. Indien klager zulks wenst verleent de klachtencoördinator hem medewerking bij het op schrift stellen van een klacht.

  • 5. De klachtencoördinator adviseert het bestuursorgaan over het voorkomen van klachten.

Hoofdstuk 2 Behandeling van schriftelijke klachten

Artikel 2.1 Indiening

  • 1. Een klacht wordt ingediend bij het bestuursorgaan.

  • 2. Een schriftelijke klacht dient ondertekend te worden ingediend.

  • 3. De klacht dient te omvatten:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.

  • 4. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk is, dient de klager zorg te dragen voor een vertaling.

Artikel 2.2 Registratie

  • 1. Elke ingediende klacht over een gedraging wordt na registratie voorgelegd aan de klachtencoördinator.

  • 2. Een mondeling ingediende klacht wordt op schrift gesteld en ter ondertekening aan klager voorgelegd ter bevestiging van de juiste notering van de klacht.

Artikel 2.3 Ontvangstbevestiging

  • 1. De ontvangst van een klacht wordt door de klachtencoördinator binnen één week schriftelijk aan de klager bevestigd.

  • 2. In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.

  • 3. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft krijgt de klacht, de eventueel daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.

Artikel 2.4 Ontvankelijkheid

  • 1. De klachtencoördinator beoordeelt de ontvankelijkheid van een ontvangen klacht.

  • 2. De klachtencoördinator adviseert het college over het al dan niet in behandeling nemen van een klacht.

  • 3. Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen, indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van het bepaalde in deze regeling is behandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor indiening heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door de klager bezwaar kan worden gemaakt of gemaakt had kunnen worden of;

    • d.

      waartegen door de klager beroep kan worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit, of beroep kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest of zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging sprake is.

  • 4. Een klacht wordt niet in behandeling genomen, indien:

    • a.

      het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • b.

      niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.1, tweede en derde lid en klager de voor behandeling vereiste gegevens niet binnen twee weken nadat klager op de tekortkoming is gewezen, heeft verstrekt.

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 2.5 Vooronderzoek/minnelijke schikking/interne behandeling

  • 1. De klachtencoördinator is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De klachtencoördinator onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De klachtencoördinator verricht daartoe de nodige handelingen.

  • 3. Alvorens een klacht ter formele behandeling wordt voorgelegd aan de commissie vindt een interne behandeling van de klacht plaats. Wel ontvangt de commissie direct een afschrift van een ingediende klacht.

  • 4. De interne behandeling van de klacht geschiedt als volgt:

    • -

      een klacht gericht tegen een gedraging van een (of meerdere) medewerker(s) van een afdeling door het betreffende afdelingshoofd;

    • -

      een klacht gericht tegen een gedraging van een afdelingshoofd of een medewerker die rechtstreeks onder de gemeentesecretaris ressorteert, door de gemeentesecretaris.

  • 5. Een klacht gericht tegen een gedraging van de gemeentesecretaris, van (één of meerdere leden) van het college, van de griffier of van (één of meerdere leden) van de gemeenteraad wordt niet intern behandeld, maar direct voorgelegd aan de klachtencommissie als bedoeld in artikel 1.3 van de klachtenregeling.

  • 6. De klachtencoördinator legt de klacht overeenkomstig het bepaalde in het vierde lid van dit artikel voor aan degene die de klacht intern in behandeling neemt.

  • 7. In het kader van de interne behandeling van de klacht wordt een gesprek belegd teneinde te bezien of naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet kan worden gekomen.

  • 8. De uitkomst van het gesprek als bedoeld in het zevende lid wordt door degene die de klacht heeft behandeld op schrift gesteld en aan de klachtencoördinator aangeboden.

  • 9. De klachtencoördinator deelt de uitkomst van de interne procedure schriftelijk aan de klager mede en stelt daarbij de klager in de gelegenheid om schriftelijk te bevestigen dat naar tevredenheid aan de klacht tegemoet is gekomen.

  • 10. Indien door de klager wordt aangegeven dat deze niet tevreden is met de uitkomst van de interne procedure, legt de klachtencoördinator de klacht ter behandeling voor aan de commissie.

  • 11. De klachtencommissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 2.6 Horen

  • 1. De klachtencommissie stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2. De klachtencommissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of lid van de klachtencommissie.

  • 3. Van het horen van de klager kan worden afgezien, indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 4. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 5. De klachtencommissie zendt een rapport van bevindingen, vergezeld van het advies en eventuele aanbevelingen, aan het bestuursorgaan. Het rapport bevat tevens het verslag van het horen.

Artikel 2.7 Afdoening

  • 1. Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen 10 weken na ontvangst af.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de behandeling voor ten hoogste 4 weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

  • 3. Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, de beslissing over de klacht alsmede van de eventuele conclusies die daaraan zijn verbonden.

  • 4. Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het advies, wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies meegezonden met de kennisgeving, bedoeld in het derde lid.

  • 5. Indien vervolgens nog een klacht kan worden ingediend bij een persoon of college, aangewezen om klachten over het bestuursorgaan te behandelen, wordt daarvan bij de kennisgeving melding gemaakt.

Artikel 2.8 Tussentijds beëindigen procedure

  • 1. Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van dit hoofdstuk.

  • 2. De klachtencoördinator bevestigt dit schriftelijk aan klager en aan degene over wie werd geklaagd.

Artikel 2.9 Evaluatiegesprek

Na afdoening van de klacht, of na tussentijdse beëindiging, bespreekt de leidinggevende in een evaluatiegesprek met de medewerker het verloop van de klacht en de kennisgeving als bedoeld in artikel 2.7, lid 3 en 2.8, lid 2.

Hoofdstuk 3 Ombudsman

Artikel 3.1 Ombudsman

Als externe klachtenvoorziening fungeert de Zeeuwse Ombudscommissie.

Hoofdstuk 4 Rapportage

Artikel 4.1 Jaarverslag

De klachtencoördinator brengt jaarlijks vóór 1 april aan het college en de gemeenteraad een rapportage uit, inhoudende een overzicht en een analyse van de ingekomen klachten in de rapportageperiode en zonodig voorzien van beleidsmatige aanbevelingen.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Intrekking bestaande regelingen

De bestaande klachtenregeling gemeente Kapelle, vastgesteld op 16 maart 2004, wordt ingetrokken, alsmede de beleidsregels voor de behandeling van klachten, vastgesteld op 14 oktober 2003 door het college.

Artikel 5.2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als "Klachtenregeling gemeente Kapelle 2012".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 26 juni 2012.
De griffier, De voorzitter,
Vastgesteld op 1 mei 2012.
Burgemeester en wethouders van Kapelle,
De secretaris, De burgemeester,
Mw. ir. M. Quapp mr. A.B. Stapelkamp
Vastgesteld op 1 mei 2012.
Burgemeester van Kapelle,
De burgemeester,
mr. A.B. Stapelkamp