Regeling vervallen per 01-01-2021

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE KAPELLE 2012

Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2020

Intitulé

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE KAPELLE 2012

De raad van de gemeente Kapelle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, nummer 2012/32;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE KAPELLE 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (Wwb), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    Ade wet:

de Wwb;

Bhet college:

het college van burgemeester en wethouders van Kapelle;

Cde raad:

de gemeenteraad van Kapelle;

Dde gezinsnorm:

de norm voor een gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn zoals bedoeld in artikel 21, eerste lid van de Wwb;

Ewoning:

een woning zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3, lid 6, Wwb;

  • Fwoonkosten:

    • I.

      indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel d, Wet op de huurtoeslag;

    • II.

      indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud;

      Gzorgbehoevende:

de persoon van wie het college heeft vastgesteld dat hij niet tot een gezin behoort op grond van artikel 4, vijfde lid van de wet, of de medebewoner die voldoet aan de in artikel 4, vijfde lid van de wet genoemde criteria;

Hstuderend kind:

het meerderjarig kind zoals bedoeld in artikel 4, tweedelid van de wet.

Artikel 2 Doelgroep

Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en ten minste twee gezinsleden 21 jaar of ouder.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3 Toeslag alleenstaande (ouder)

  • 1. De toeslag, zoals bedoeld in artikel 25, Wwb, bedraagt:

    • a

      20 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

    • b

      10 procent van de gezinsnorm voor belanghebbende die met één andere zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

    • c

      0 procentvan de gezinsnorm voor belanghebbende die met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, sub h van deze verordening.

  • 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 21 jaar:

    • a

      0 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

    • b

      0 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 4. In afwijking van het eerste lid bedraagt de toeslag voor een alleenstaande van 22 jaar:

    • a

      10 procent van de gezinsnorm indien in zijn woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;

    • b

      0 procent van de gezinsnorm indien hij met één of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 5. In afwijking van de voorgaande leden bedraagt de toeslag20 procentvan de gezinsnorm voor de zorgbehoevende en voor de belanghebbende die de zorgbehoevende verzorgt.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm

Artikel 4 Verlagen norm gezin

  • 1. De verlaging zoals bedoeld in artikel 26, Wwb bedraagt:

    • a

      10 procent van de gezinsnorm voor een belanghebbende die met één andere zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

    • b

      20 procentvan de gezinsnorm indien hij met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 2. Voor toepassing van dit artikel kunnen de noodzakelijke kosten van het bestaan in ieder geval in het geheel niet worden gedeeld met een inwonend studerend kind zoals bedoeld in artikel 1, lid 2, sub h van deze verordening.

  • 3. De vorige leden zijn niet van toepassing op de zorgbehoevende of de belanghebbende die de zorgbehoevende verzorgt.

Artikel 5 Verlagen algemene bijstand wegens ontbreken woonkosten

De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27, Wwb bedraagt:

  • 1.

    20 procent van de gezinsnorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden;

  • 2.

    10 procent van de gezinsnorm indien geen woning wordt bewoond;

  • 3.

    10 procentvan de gezinsnorm indien de kosten worden gedeeld met een derde die niet het hoofdverblijf in de woning heeft.

Artikel 6 Verlagen algemene bijstand schoolverlaters

  • 1. De verlaging voor de alleenstaande en alleenstaande ouder die schoolverlater is zoals bedoeld in artikel 28, Wwb bedraagt 10 procentvan de gezinsnorm gedurende 6 maanden, gerekend vanaf het tijdstip van de beëindiging van de aanspraak op studiefinanciering of tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten.

  • 2. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 3, lid 3 of 4 van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Anti-cumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 van deze verordening geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm ten minste bedraagt:

  • a

    50 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande;

  • b

    70 procent van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;

  • c

    80 procent van de gezinsnorm voor een gezin.

Artikel 8 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien onverkorte toepassing zou leiden tot onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.

  • 2. De Verordening toeslagen en verlagingen gemeente Kapelle, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 juni 2004, nr. 2004/39b, wordt ingetrokken.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wwb gemeente Kapelle 2012.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 26 juni 2012.

De griffier, De voorzitter,