Regeling vervallen per 03-06-2019

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2017

Geldend van 08-02-2017 t/m 02-06-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2017

De raad der gemeente Kapelle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 november 2016, nummer 2016/69;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders en de artikelen 7a, vierde lid, 13, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende:

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissileden gemeente Kapelle 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

  • -

    commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1. Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangen de leden van de Commissie bezwaarschriften en de Klachtencommissie, gezien hun deskundigheid alsmede de zwaarte van hun taak, een vergoeding die maximaal 250% bedraagt van het bepaalde in het eerste lid. Voor de voorzitters van de genoemde commissies bedraagt dit percentage 300%. Het college stelt jaarlijks de feitelijke vergoeding vast.

Artikel 3 Vergoeding voor de leden van de rekenkamer

  • 1. Aan de leden van de rekenkamer wordt een vergoeding toegekend van € 250,-- per vergadering naast een tegemoetkoming in de reiskosten.

  • 2. Indien de rekenkamer een onderzoek in eigen beheer uitvoert, zal er in de vergadering van de rekenkamer een budget, gekoppeld aan het aantal onderzoekuren, worden vastgesteld. De vergoeding voor de gemaakte uren zal worden afgeleid van de vergadervergoeding, waarbij uit gegaan wordt van een minimum van drie onderzoekuren.

  • 3. Het beheer van het onderzoekbudget zal plaatsvinden door de voorzitter en/of de niet onderzoekende rekenkamerleden. Indien er een budgetoverschrijding plaats vindt, zullen de onderzoekende rekenkamerleden dit verantwoorden in de vergadering van de rekenkamer.

  • 4. De in dit artikel bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

Artikel 4 Reis- en verblijfkosten

De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in de artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:

  • a.

    voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

  • b.

    voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 5 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt € 400,-- per jaar per persoon. Indien een raadslid voor scholing een hogere vergoeding nodig heeft, dient men hiervoor een gemotiveerd verzoek in bij het Presidium.

  • 4. De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 5. In voorkomende gevallen beslist het Presidium.

Artikel 6 Computer en internetverbinding

  • 1. Raads- en commissieleden aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Aan raads- en commissieleden aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het raads- of commissielidmaatschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.

  • 3. Op aanvraag ontvangen raads- en commissieleden voor de duur van hun raads- of commissielidmaatschap maximaal € 10,-- per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raads- of commissielidmaatschap.

  • 4. Een aanvraag om een vergoeding oftegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders

Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Zakelijke reis- en verblijfkosten

Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders binnen en buiten het grondgebied van de gemeente, overeenkomstig artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 10 Computer en internetverbinding

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Aan wethouders aan wie geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld wordt door het college van burgemeester en wethouders op aanvraag voor de uitoefening van het wethouderschap een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bedraagt voor de duur van het wethouderschap maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.

  • 3. Op aanvraag ontvangen wethouders voor de duur van hun wethouderschap € 10,-- per maand ter vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het wethouderschap.

  • 4. Een aanvraag om een vergoeding oftegemoetkoming als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

Artikel 11 Communicatieapparatuur

  • 1. Wethouders aan wie op aanvraag communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Een aanvraag als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris beslist over de aanvraag, overeenkomstig het eerste lid, op basis van bewijsstukken.

Artikel 12 Verhuis-, reis- en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 1. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a.

      reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b.

      dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 13 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in paragraaf 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 4 De procedure van declaratie

Artikel 14 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor de wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit wethouders, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 15 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen, of

    • c.

      betaling met een gemeentelijke creditcard.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door:

    • a.

      raads- en commissieleden ingediend bij de griffier;

    • b.

      wethouders ingediend bij de gemeentesecretaris.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 16 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2014, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 januari 2015, nummer 2014/94, wordt ingetrokken.

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissleden gemeente Kapelle 2017

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 24 januari 2017.
De griffier, De voorzitter,