Regeling vervallen per 01-07-2013

Verordening op de behandeling van bezwaarschriften

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-06-2013

Intitulé

VERORDENING OP DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

De raad, het college en de burgemeester, ieder voorzover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college;

Gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT(EN):

VAST TE STELLEN DE “VERORDENING OP DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN”.

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

Commissie: de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

Kamer: de van de commissie deel uitmakende kamer;

Wet: de wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht), zoals sindsdien gewijzigd.

Artikel 2

Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten betreffende personeelszaken, gemeentelijke belastingen, de Wet waardering onroerende zaken en eventuele andere door het desbetreffende bestuursorgaan uitgezonderde besluiten.

  • 3.

    In aanvulling op het bepaalde in lid 1 is de commissie er voorts ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren tegen besluiten van het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland inzake woonruimteverdeling uit de gemeente Katwijk.

Artikel 3

Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en ten minste zes leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 2.

    De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het (gemeentelijk) bestuursorgaan.

Artikel 4

Opsplitsing commissie in kamers

  • 1.

    De commissie is opgesplitst in twee kamers, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    Categorie of categorieën bezwaarschriften

    • a.

      De commissie stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar behandeld zullen worden.

    • b.

      Bij uitzondering kan de voorzitter in overleg met de plaatsvervangend voorzitter besluiten dat een zaak door de andere kamer wordt behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit:

    • a.

      een voorzitter, zijnde de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter van de commissie en

    • b.

      ten minste drie leden.

  • 4.

    De voorzitters van beide kamers vervangen elkaar. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 ten aanzien van het minimum aantal leden voor het houden van een zitting, wijst de kamer bij afwezigheid van zowel de voorzitter als de plaatsvervangend voorzitter van de commissie uit haar midden een voorzitter aan voor het houden van een zitting als bedoeld in de artikelen 10 en 19.

  • 5.

    Het besluit van de commissie als bedoeld in lid 2a en de samenstelling van de kamers behoeft de goedkeuring van het college.

  • 6.

    De kamer kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de voltallige commissie zal geschieden.

Artikel 5

Secretaris

  • 1.

    De secretarissen van de commissie en haar kamers zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De secretarissen vervangen elkaar bij afwezigheid.

Artikel 6

Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter van de commissie of kamer en de leden van de commissie, treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie of kamer en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3.

    De aftredende voorzitter van de commissie of kamer en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7

Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt door het bestuursorgaan de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift, met de daarbij overgelegde stukken en de bijbehorende envelop, wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst, als bedoeld in artikel 6:14 van de wet, wordt vermeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 8

Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie of kamer:

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor zover het het stellen van een termijn aan de indiener betreft, een termijn waarbinnen het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid en

  • -

    7:6, vierde lid.

Artikel 9

Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie of kamer is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie of kamer kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie of kamer bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie of kamer bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie of kamer te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie of kamer beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie of kamer deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de vastgestelde datum van de hoorzitting kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter van de commissie of kamer verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter van de commissie of kamer op een verzoek, als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie of kamer is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede of derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1.

    De kamer hoort met haar voorzitter en twee leden.

  • 2.

    Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat in elk geval de meerderheid van de in het eerste lid genoemde personen aanwezig is.

Artikel 13

Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter van de commissie of kamer en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zittingen van de commissie en de kamer zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of kamer, of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie of kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn, die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Geheimhouding

Omtrent het in een besloten zitting bedoeld in artikel 14 en 19 behandelde en omtrent de inhoud van de daarop betrekking hebbende stukken zijn de voorzitter van de commissie of kamer, de leden en secretarissen verplicht tot geheimhouding.

Artikel 16 Handhaving orde

  • 1.

    Indien een spreker zich tijdens de hoorzitting beledigend of onbetamelijk uitdrukt, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een ander herhaaldelijk interrumpeert dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de commissie of kamer tot de orde geroepen.

  • 2.

    Indien betrokkene hieraan bij herhaling geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de commissie of kamer hem in het uiterste geval het woord ontzeggen.

  • 3.

    Het is toehoorders verboden de orde te verstoren.

  • 4.

    De voorzitter van de commissie of kamer kan ter handhaving van de orde:

    • a.

      de hoorzitting voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de zitting sluiten, dan wel

    • b.

      de toehoorders, die in strijd met het derde lid handelen, dadelijk uit de vergaderruimte laten verwijderen.

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag, als bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien partijen respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de commissie of kamer en de secretaris.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter van de commissie of kamer uit eigen beweging of op verlangen van de commissie of kamer, dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie of kamer, de belanghebbenden en het verwerend orgaan toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie of kamer, de belanghebbenden en het verwerend orgaan kunnen, binnen één week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie of kamer een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter van de commissie of kamer beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie of kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie of kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies slechts melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Daarnaast is de commissie of kamer bevoegd aanvullende aanbevelingen aan het bestuursorgaan te doen.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter van de commissie of kamer en de secretaris ondertekend.

Artikel 20 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het schriftelijke advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie of kamer ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Een kopie van het advies wordt samen met het verslag als bedoeld in artikel 17 verzonden aan bezwaarde of diens gemachtigde en eventuele derde-belanghebbenden.

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar aan de bestuursorganen schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden over het afgelopen jaar. Daarbij kan de commissie op basis van haar bevindingen aanbevelingen doen aan de desbetreffende bestuursorganen.

Artikel 22 Mandaat secretaris

De voorzitter van de commissie of kamer kan de secretaris opdragen de aan eerstgenoemde toegekende bevoegdheden namens hem uit te voeren.

Artikel 23 Intrekken oude regelingen

De Verordening op de behandeling van bezwaarschriften, zoals vastgesteld op 17 december 2009 door de raad wordt ingetrokken.

Artikel 24 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening op de behandeling van bezwaarschriften" en treedt in werking op 1 januari 2011.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2010.