Regeling vervallen per 01-08-2014

Verordening leerlingvervoer gemeente Katwijk 2012

Geldend van 06-04-2012 t/m 31-07-2014

Intitulé

Gelet het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Katwijk van 7 februari 2012,gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra ende Wet op het voortgezet onderwijsbesluit vast te stellen de volgende:

Verordening leerlingenvervoer gemeente Katwijk 2012.

TITEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    school:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op hetprimair onderwijs (Stb. 1998, 495);een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs ofvoortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998,496); een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs(Stb. 1998, 512);

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder c, die door een structurele lichamelijke,verstandelijke of zintuiglijke handicap, stoornis en/of ziekte niet, of niet zelfstandig van hetopenbaar vervoer gebruik kan maken;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor deleerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • g.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan welde opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van deschooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtigeleerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • h.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens eendienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • k.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang vande schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover deleerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan deschoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldagvolgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;

  • l.

    toegankelijke school: voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare schoolof de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van deverlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezetonderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangdegodsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soortwaarop de leerling is aangewezen;

  • m.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215)vastgestelde gecorrigeerde verzamel inkomen van de ouders in het tweede kalenderjaarvoorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordtgevraagd.

  • n.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kanmaken van het vervoer;

  • o.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezagvan een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde eeninstelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfdeexpertisecentrum in stand houden.;

  • p.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het collegenoodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, ofbekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling enzo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgtof doet verzorgen.

  • q.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wetop het primair onderwijs;

  • r.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wetop het primair onderwijs;

  • s.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10 g van de Wet ophet voortgezet onderwijs;

  • t.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h , derde lid, Wetop het voortgezet onderwijs;

  • u.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instellingals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatstop een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezetonderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zoudenzijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • v.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wetop de expertisecentra.

  • w.

    begeleider: de persoon die door de ouder(s)/verzorgers wordt ingezet om de leerling tebegeleiden.

Artikel 2: Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeenteverblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming vanhet bepaalde in deze verordening.

  • 2. Indien het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wieslechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van eenbijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in dezeverordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheidin de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak opbekostiging vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de oudersvoor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Indien de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging opaanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woningdan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzijvervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zichmee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van eenschool, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald,terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen,ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de oudersschriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4: Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze enhet tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging, met dienverstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele

schoolperiode wordt vastgesteld.

Artikel 5: Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij hetcollege van een. volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien vande op het formulier vermelde gegevens.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft,voor 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Indien dit voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college deouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigdegegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier wekenverdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6 Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurendehet schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop bekostiging wordtverstrekt niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrektebekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging,onverwijld schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2. Indien sprake is van een wijziging die van invloed is op de verstrekte bekostiging, vervaltde aanspraak op bekostiging en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging vande vervoerskosten.

  • 3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college eenwijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechtebekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten terstond en verstrekt het college al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan welworden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7: Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van deleerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8: Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzoverdie voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE (NIET-GEHANDICAPTE)

LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kostenvan het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en:

a.de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in hetsamenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

b.een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde

samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minderkosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voorbasisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10: Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een schoolvoor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking debeslissing te betrekken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelatingvan de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventueleadviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van dieaanvraag van belang zijn.

Artikel 11: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijsbezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstandvan de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kmbedraagt.

  • 2. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een speciale school voorbasisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer,indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke schoolmeer dan vier km bedraagt.

  • 3. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van dekosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het college, al danniet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12: Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het collegetevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van 1 begeleider, indien de leerling jongerdan tien jaar is, en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan deouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voorbasisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

a.de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan

anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de

reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

b.openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet

onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

c.indien op grond van artikel 12 aanspraak bestaat op openbaar vervoer onder begeleidingen de ouders kunnen aantonen dat openbaar vervoer onder begeleiding door hen ofanderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en eenandere oplossing niet mogelijk is.

Artikel 14: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college deouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te latenvervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    a.een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zoubestaan op bekostiging op basis van de kosten van hel openbaar vervoer, behoudenshet bepaalde in het vijfde lid;

    b.een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kostenvan aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in hel vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge hel eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak beslaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

    TITEL 3: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN

    SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet)speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer,indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer danvier kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van dekosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel vanhet college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets,dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15a Bekostiging naar de dichtbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school,de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is vantoepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaleexpertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16: Commissie voor de begeleiding

Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een schoolvoor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij debeschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van anderedeskundigen te betrekken.

Artikel 17: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het collegetevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de oudersten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijnlichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig vanhet openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijktoekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding ofhet advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging inaanmerking.

Artikel 18: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan deouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indienvoldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

    a.de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dananderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder vande reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    b.openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al danniet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandiggebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

    c.Indien op grond van artikel 17 aanspraak bestaat op openbaar vervoer onderbegeleiding en de ouders kunnen aantonen dat openbaar vervoer onder begeleidingdoor hen of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zouleiden en een andere oplossing niet mogelijk is.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college deouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te latenvervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt hetcollege aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    a.een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zoubestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudenshet bepaalde in het vijfde lid;

    b.een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt hetcollege aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel latenvervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor deauto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die vangemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangenafgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostigingverstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het collegedesgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van hetvervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van eenbedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid vande Reisregeling binnenland.

Artikel 20: Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

  • 1. Het college verstrekt eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoeraan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien het college van oordeel is dat de structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap, ziekte of stoornis van de leerling dat vereist.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijktoekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding ofhet advies van andere deskundigen te betrekken.

  • 3. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

  • TITEL 4: BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 21: Bekostiging van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan dein de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voorhem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgenshet bepaalde in deze Titel.

Artikel 22: Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoervan de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of hetpleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover deweekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaalper schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of hetpleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover devakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, 'met uitzondering vanartikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder a, artikel 18, tweede lid, enartikel 20.

  • TITEL 5: EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT

Artikel 23: Drempelbedrag

  • 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale schoolvoor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 22.050,-,wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling dekosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelfverzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voorbasisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling perschooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over dein artikel 11 bepaalde afstand, met een maximum van 1 openbaar vervoerzone. Dit geldt alleen indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 22.500,·. Na invoering van de OV chipkaart voor het openbaar vervoer in de gemeente Katwijk, zullen de kosten van 1 openbaar vervoerzone worden omgerekend naar de openbaar vervoerkosten per kilometer. Dit meteen maximum van hef geldende afstandacriterium een maximum van de op dat moment geldende kosten van 1openbaar vervoerzone.

  • 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen dekosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die isgebaseerd op artikel 30 , eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstandredelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoerof het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4. De in het eerste tot en met derde lid genoemde eigen bijdrage dan wel drempelbedrag zalmaximaal 3 keer per gezin in rekening gebracht kunnen worden. Hierbij is de volgendeschaalverdeling van toepassing:

    aantal kinderen per gezin die gebruik maken van vervoer

    inkomen in euro's

    aantal maal drempelbedrag

    1 of meer

    < 22.050

    geen drempelbedrag verschuldigd

    1

    > 22.050

    1

    > 1

    > 22.050 - < 23.450

    1

    2

    > 23.450

    2

    3 of meer

    > 23.450 - < 24.850

    2

  • 5. Het bedrag genoemd in het eerste, tweede en vierde lid, wordt met ingang van 1 januari2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen vanvolwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar enrekenkundig afgerond op een veelvoud van € 450,-. Het aangepaste bedrag treedt inplaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.050,-.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 eenvervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24: Financiële draagkracht

  • 1. Indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voorbasisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderdmet een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelfverzorgt dan wel doet verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijndetoegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 km bedraagt, betalen de ouderseen van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van dekosten van het vervoer.

  • 3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in hettweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van hetgecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op deinkomstenbelasting 2001. Zij bedragen:

    Inkomen in euro's

    Eigen bijdrage in euro's

    0 - 29.500

    nihil

    29.500 - 35.500

    115

    35.500 - 41.000

    475

    41.000 - 46.500

    890

    46.500 - 53.000

    1300

    53.000 - 58.500

    1715

    58.500 en verder

    voor elke 4.500 euro: 420 erbij

  • 4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen vanvolwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaandejaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,-.

  • 5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer vande reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan tenopzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op eenveelvoud van € 5,-.

  • 6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 eenvervoersvoorziening is verstrekt.

  • 24. TITEL 6: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGENVAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 25: Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basisvan de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling dieeen basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezetonderwijs bezoekt en die vanwege een structurele lichamelijke, verstandelijke ofzintuiglijke handicap, stoornis of ziekte niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruikkan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijsneemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijktoekent, dienen zij bij de beschikking het advies van de permanente commissieleerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen tebetrekken.

  • 3. Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kostenvan het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging inaanmerking.

  • 4. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van dekosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel vanhet college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets,dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26: Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan deouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of eenschool voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

    a. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke,verstandelijke of zintuiglijke handicap, stoornis of ziekte niet in staat is - ook niet onderbegeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken. Ten aanzien van een leerlingvan een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

    b.aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling metgebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uuronderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd peropenbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    c.aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoerontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onderbegeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruikkan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2. Indien het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 27: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college deouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te latenvervoeren.

  • 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt hetcollege aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    a.een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, indienaanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    b.een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van deReisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kostenvan aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt hetcollege aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel latenvervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor deauto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die vangemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangenafgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostigingverstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het collegedesgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van hetvervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van eenbedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid vande Reisregeling binnenland.

  • TITEL 7: SLOTBEPALINGEN

Artikel 28: Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordeningniet voorziet, beslist het college.

Artikel 29: Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunstevan de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebbengevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, deregionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30: Intrekking oude regeling

De verordening leerlingenvervoer gemeente Katwijk 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 31 Overgangsregeling

Voor de leerlingen van een speciale school voor basisonderwijs, die in het schooljaar 2009-2010 een vervoersvergoeding kreeg naar een school op meer dan 2 km en minder dan 4 kmafstand van de woning, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school tot en met het schooljaar 2012/2013. Deze aanspraak vervalt als de leerling van school verandert, dan geldt de 4 km-grens.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na bekendmaking.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeenteKatwijk 2012.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de

gemeente Katwijk gehouden op 29 maart 2012.

De griffier, De voorzitter