Verordening percentageregeling beeldende kunst Katwijk

Geldend van 03-10-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-10-2008

Intitulé

Verordening percentageregeling beeldende kunst Katwijk

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    reserve:

    in de gemeentebegroting opgenomen reserve voor uitvoering van deze verordening, genaamd de “reserve kunstaankopen”;

  • b.

    bouwwerk:

    constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die met de grond verbonden is;

  • c.

    gebouw:

    bouwwerk dat een toegankelijk, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • d.

    werk:

    een inrichting, geen bouwwerk of gebouw zijnde, zoals bijvoorbeeld een weg, parkeerplaats, voetpad, fietspad, plein, trottoir, speelplaats, tunnel, viaduct, vijver, park, groenvoorziening;

  • e.

    beeldende kunst:

    vormgevingsproces waarbij een beeldend kunstenaar is betrokken;

  • f.

    kunstopdracht:

    door college verstrekte opdracht aan beeldend kunstenaar tot vervaardigen of ontwerpen van een kunstwerk;

  • g.

    kunstwerk:

    voortbrengsel van beeldende kunst.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. De verordening is van toepassing op bouw, verbouw en renovatie van gemeentelijke bouwwerken en gebouwen, met uitzondering van woningen, en op aanleg, heraanleg en renovatie van gemeentelijke werken. Bij reconstructie van wegen dient sprake te zijn van een aanmerkelijke verandering van het wegprofiel.

  • 2. De verordening is tevens van toepassing op gemeentelijke bijdragen in bouw, verbouw en renovatie van niet-gemeentelijke bouwwerken en gebouwen, met uitzondering van woningen, en op gemeentelijke bijdragen in aanleg, heraanleg en renovatie van niet-gemeentelijke werken.

  • 3. De verordening is eveneens van toepassing op de kosten van sloop, bouw- en woonrijp maken bij gemeentelijke- en particuliere grondexploitaties en herstructureringsprojecten.

  • 4. De verordening is niet van toepassing indien de kosten van bouw, verbouw, aanleg, heraanleg en renovatie, genoemd in artikel 3, lid 3, minder dan € 500.000 bedragen.

Artikel 3 Bedrag voor kunstwerken

  • 1. In de raming van de kosten binnen het toepassingsbereik zoals in artikel 2 bepaald, wordt een bedrag opgenomen ten behoeve van één of meer kunstwerken.

  • 2. Het bedrag bedraagt 1% van de begrote kosten of van de gemeentelijke bijdrage.

  • 3. Het in lid 2 genoemde percentage wordt berekend over de aanneemsom van het bouwkundig bestek, verhoogd met de kosten van de basisinstallaties voor warmte, water, lucht en licht, dan wel over de gemeentelijke bijdrage in deze kosten en belasting.

Artikel 4 Storting in reserve

Het volgens artikel 3 berekende bedrag wordt direct na vaststelling van de desbetreffende begrotingspost of begrotingswijziging in de “reserve kunstaankopen” gestort.

Artikel 5 Extra voeding reserve

De reserve wordt behalve volgens artikel 4 gevoed door:

  • a.

    1% van de kosten van sloop, bouw- en woonrijp maken bij gemeentelijke grondexploitaties

  • b.

    1 % van de kosten van sloop, bouw- en woonrijp maken bij particuliere grondexploitaties en herstructureringsprojecten.

  • c.

    vrijwillige bijdragen van projectontwikkelaars.

  • d.

    andere door de raad aan te wijzen middelen.

Artikel 6 Kunstopdrachten; delegatie onttrekkingen; herstel schade

  • 1. Het college geeft ten laste van de reserve één of meer kunstopdrachten die zoveel mogelijk in de directe omgeving van het object / project als bedoeld in artikel 2 onder leden 1 tot en met 3, al dan niet geïntegreerd in of op het gebouw, bouwwerk of werk worden gerealiseerd.

  • 2. Voor de hoogte van het bedrag dat met de kunstopdracht(en) is gemoeid, wordt aansluiting gezocht bij het bedrag dat daarvoor in de reserve is gestort.

  • 3. Het college kan in bijzondere omstandigheden, met redenen omkleed, besluiten om de voor beeldende kunst beschikbare gelden, als bedoeld in lid 1, niet ten behoeve van het desbetreffende object te besteden.

  • 4. Aan de reserve kunnen ook middelen worden onttrokken ter financiering of voorfinanciering van herstel van schade, met name ontstaan door vandalisme, aan gemeentelijke kunstwerken en ter financiering van overige kosten, zoals publiciteit, met betrekking tot gemeentelijke kunstwerken.

  • 5. Jaarlijks doet het college verslag aan de gemeenteraad van de storingen in en bestedingen ten laste van de reserve gedaan in het voorafgaande dienstjaar.

Artikel 7 Deskundigenadvies; mening betrokkenen

  • 1. Het college geeft een kunstopdracht niet dan na advies te hebben ingewonnen van de adviescommissie beeldende kunst.

  • 2. Het college zal aan bewoners, gebruikers, architect of andere betrokkenen advies vragen over een kunstopdracht.

Artikel 8 Uitsluitingen

Particuliere grondexploitaties, die ten tijde van de vaststelling van deze regeling “onder contract” staan, worden uitgesloten van de werking van deze regeling.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, gehoord de adviescommissie beeldende kunst.

Artikel 10 Inwerkingtreding; citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt twee jaar na de datum van inwerkingtreding geëvalueerd.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening percentageregeling beeldende kunst Katwijk”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk

in zijn openbare vergadering van

25 september 2008.

De griffier
De voorzitter

Toelichting Verordening percentageregeling beeldende kunst 2008

ALGEMEEN

Om beeldende kunstopdrachten te stimuleren heeft het Rijk in het begin van de jaren vijftig percentageregelingen ingesteld voor de nieuwbouw van rijksgebouwen en onderwijsinstellingen. Deze regelingen houden in dat een bepaald percentrage van de geraamde bouwkosten is gereserveerd voor opdrachten aan of aankopen van beeldend kunstenaars.

Veel gemeenten hebben analoog hieraan eigen regelingen ontwikkeld, die zicht veelal niet beperken tot openbare gebouwen en scholen, maar ook betrekking hebben op het bouwrijp maken van nieuwe woonwijken, aanleg van wegen , openbaar groen, bruggen en andere infrastructurele werken. Gemeenten zijn vrij om al dan niet een percentageregeling in te stellen, de hoogte van het percentage vast te stellen, de bandbreedte te bepalen van de bouwprojecten die onder de regeling vallen e.d.

De gemeente Katwijk heeft niet eerder een verordening gehad voor beeldende kunstopdrachten. Echter vorig jaar zijn er vanuit de raad vragen gekomen om een dergelijke regeling voor Katwijk vast te stellen. Bij de recente behandeling ban de nota “Kaders voor Kunst en Cultuur in Katwijk” is de percentageregeling geïntroduceerd. Afgesproken is, dat het college de voor- en nadelen van een percentageregeling in Katwijk zou inventariseren en een regeling ter besluitvorming aan de raad zal voorleggen in het tweede kwartaal van 2008.

Doel van de regeling is om beeldende kunst een bijdrage te laten leveren aan de gebouwde omgeving en daardoor de gehele bevolking in kennis te brengen met uitingen van beeldende kunst.

De tekst van de percentageregeling is zo eenvoudig mogelijk gelaten ter voorkoming van complexe regelgeving.

Bij het opstellen van de verordening is dankbaar gebruik gemaakt van de modelverordening van het Cultuurfonds van de Bank van Nederlandse Gemeenten en de vastgestelde percentageregelingen van een aantal gemeenten.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het in artikel 2 genoemde toepassingsbereik is gericht op gemeentelijke bouwwerken dan wel gemeentelijke bijdragen in bouwwerken dit betekent, dat bij particuliere bouwwerken de percentageregeling niet van toepassing is. Om beeldende kunst te stimuleren hebben vele gemeenten besloten tot instelling van een percentageregeling. Dit is dus gemeentelijk beleid. De regeling kan van toepassing zijn op openbare gebouwen, scholen, het bouwrijp maken van nieuwe woningwijken, de aanleg van wegen, openbaar groen, bruggen, woningbouw of verkoop per vierkante meter.

De regeling heeft betrekking op kunst in de openbare ruimte. Dit kan betrekking hebben op kunst op / aan of in het gebouw, maar ook in de wijk als beeldend kunstwerk, maar ook als kunstzinnig straatmeubilair. Omdat het om kunst in de openbare ruimte gaat is de regeling niet van toepassing op particuliere bouwwerken. De percentageregeling is wel van toepassing op particuliere grondexploitaties.

Artikel 3 Bedrag voor kunst en cultuur

In de regeling is aansluiting gezocht bij de ouder rijksregeling. De regeling is eenvoudig doordat slechts één percentage op alle nieuwbouw en verbouw wordt toegepast. Dit is een percentage dat ook door veel andere gemeenten wordt gehanteerd, al dan niet met variaties per bouwbedrag en in lijn met de modelverordening van het Cultuurfonds van de Bank van Nederlandse Gemeenten.

Artikel 4 Storting in reserve

Zoals in Nederland vrij gebruikelijk is, worden de middelen, die via de percentageregeling beschikbaar komen, direct na vaststelling ervan in een Reserve gestort. Hiertoe dient een reserve “beeldende kunst” ingesteld te worden. Daarmee wordt gezorgd voor meer transparantie in de totale omvang van middelen die vanuit de percentageregeling beschikbaar komen.

De afdeling MAA zorgt vervolgens samen met de commissie beeldende kunst dat een voorstel voor een kunstopdracht aan het college van burgemeester en wethouders wordt voorgelegd.

Als het college heeft besloten tot het verstrekkien van een kunstopdracht, wordt met de kunstenaar en met de projectleider van het betreffende bouwproject besproken waar de verantwoordelijkheid voor het kunstbudget wordt neergelegd. De kunstenaar is verantwoordelijk voor het opstellen van een sluitende begroting en voor de artistieke kwaliteit van het opgeleverde kunstwerk, maar op grond van functionaliteit is de kunstenaar niet altijd de aangewezen persoon om de betaling van facturen te regelen. Als het kunstwerk volledig geïntegreerd wordt in een gebouw, is het zinvoller om de projectleider verantwoordelijkheid te geven over de besteding van de middelen. Dit heeft als bijkomend voordeel dat kostenbesparende afspraken gemaakt kunnen worden met de onderaannemers die zijn gecontracteerd voor de uitvoering van het bouwproject.‘’

Artikel 5 Extra voeding reserve

De reserve Beeldende kunst zal ook worden gevoed door afdracht van 1% van sloop-, bouw en woonrijp maken van zowel gemeentelijke grondexploitaties als bij particuliere grondexploitaties. Als de onderhandelingen bij particuliere grondexploitaties bij de vaststelling van de regeling “onder contract” staat, kan het percentage niet meer als voorwaarde worden opgelegd in de onderhandelingen met de ontwikkelaar. In dat geval zal de gemeente een inspanning plegen om de projectontwikkelaar op basis van vrijwilligheid een bijdrage te laten doen voor beeldende kunst.

Artikel 6 Kunstopdrachten; delegatie onttrekkingen; herstel schade

In lid 4 van dit artikel is geregeld, dat aan de reserve ook middelen kunnen worden onttrokken ter financiering of voorfinanciering van herstel van schade, vooral ontstaan door vandalisme, aan gemeentelijke kunstwerken en ter financiering van overige kosten, zoals publiciteit, met betrekking tot gemeentelijke kunstwerken.

Belangrijk bij de uitoefening van dit artikel is, dat de reserve hoofdzakelijk is bedoeld voor de aanschaf/bekostiging van nieuwe kunstwerken. Aanwending van de reserve voor de bedoelde overge kosten is toegestaan, maar het uitgavenniveau hiervan moet in verhouding staan tot de kosten waarvoor de reserve in hoofdzaak voor is bedoeld.

Omdat in lid 2 van hetzelfde artikel is geregeld, dat voor de hoogte van het bedrag dat met de kunstopdracht(en) is gemoeid, aansluiting wordt gezocht bij het bedrag dat daarvoor in de reserve is gestort, zijn er al voldoende waarborgen dat de gelden ook daadwerkelijk worden aangewend waarvoor zij in de reserve zijn gestort.