Beleidsregels voor oplaadlocaties elektrische auto’s in de openbare ruimte

Geldend van 13-12-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels voor oplaadlocaties elektrische auto’s in de openbare ruimte

Begripsbepalingen

  • 1.

    Aanvrager: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag voor een publiek oplaadpunt bij de gemeente Katwijk indient.

  • 2.

    Aanvraag: een door de aanvrager ingediend verzoek, welke dient te voldoen aan door het college te bepalen voorwaarden, tot plaatsing van een laadpaal.

  • 3.

    Elektrische auto: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als een auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig.

  • 4.

    Gebruiker: een natuurlijke persoon of rechtspersoon in het bezit van een elektrische auto en een laadpas die op een oplaadlocatie zijn of haar elektrische auto wil opladen;

  • 5.

    Laadpaal: openbare voorziening waar een elektrische auto kan worden opgeladen; een laadpaal kan één of meer oplaadpunten bevatten; de benodigde laadkabel maakt geen deel uit van de laadpaal.

  • 6.

    Laadpas: een pas, benodigd voor het gebruik van de laadpaal gebaseerd op de landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit (=voor elk type pas geschikt).

  • 7.

    Oplaadlocatie: locatie in de openbare ruimte waar een laadpaal en één of meer parkeerplaatsen uitsluitend ten behoeve van het opladen van elektrische auto's aanwezig zijn.

  • 8.

    Oplaadpunt: een op de laadpaal aanwezige voorziening waarmee de gebruiker zijn voertuig van stroom kan voorzien.

  • 9.

    Openbare ruimte: ruimte die voor iedereen toegankelijk is. Het is een fysieke plaats waar een groot deel van het publieke leven zich afspeelt.

Algemene toelichting

Inleiding

Elektrisch vervoer verbetert de luchtkwaliteit, is stil en kan een bijdrage kan leveren aan de klimaatambities van de gemeente om het energieverbruik te verminderen en het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen.

Voor de introductie van elektrisch vervoer zijn oplaadlocaties noodzakelijk. De aanschaf van een elektrische auto wordt immers pas interessant indien gebruikers verzekerd zijn van een oplaadpunt in de directe omgeving.

Inwoners en bedrijven die beschikken over een eigen oprit of parkeergarage kunnen op eigen terrein een laadfaciliteit realiseren. Om het ook voor de inwoners en bedrijven die hier niet over beschikken mogelijk te maken om een laadlocatie dicht bij de woning of het bedrijf te realiseren wil de gemeente Katwijk de mogelijkheid bieden om een laadpaal bij een openbare parkeerplaats te plaatsen.

Artikel 1. Locaties voor publieke laadpalen

De volgende locaties zijn door het college aangewezen als mogelijk geschikt voor openbare oplaadlocaties:

  • -

    Laan van Nieuw Zuid (parkeerterrein Quick Boys)

  • -

    Sportlaan

  • -

    Andreasplein

  • -

    Baljuwplein

  • -

    E.A. Borgerstraat (tussen Te Brittenstraat / Jan Tooropstraat)

  • -

    Parkeerterrein Visserijkade

  • -

    Haringkade (thv. Rabobank)

  • -

    Cleijn Duinplein

  • -

    Cleijn Duinpark (sporthal)

  • -

    Van Houtenstraat (Hoornesplein)

  • -

    Piet Heinlaan (parkeerterrein Aquamar)

  • -

    Parkeerterrein Melkweg

  • -

    Parkeerterrein vv Katwijk

  • -

    Jacob Catsstraat (Sporthal Rijnsoever)

  • -

    Turfmarkt (Roskam)

  • -

    Parkeerterrein Ranonkelstraat / Violierstraat

  • -

    Bedrijventerrein ’t Heen

  • -

    Bedrijventerrein Katwijkerbroek

  • -

    Hoftuinplein

  • -

    Graaf Florislaan (de Burcht)

  • -

    Remiseplein

  • -

    Kamerlingh Onnesstraat

  • -

    Noordwijkerweg (parkeerterrein Rijnsburgse Boys)

  • -

    Bedrijventerrein Klei Oost

  • -

    Parkeerterrein de Terp

  • -

    Duyfraklaan

Voorwaarden

Artikel 2. Parkeergelegenheid op eigen terrein

Voor zover er een mogelijkheid is om te parkeren op eigen terrein wordt er geen medewerking verleend aan het plaatsen van een laadpaal in de openbare ruimte.

Artikel 3. Parkeerplaats in (parkeer)garage / particuliere appartementencomplexen / binnenterreinen

Voor zover redelijkerwijs een aanvrager de beschikking heeft of kan hebben over een parkeerplaats, behorende bij bedrijf of woning, in een parkeergarage onder of nabij bedrijf of woning of een binnenterrein e.d., wordt geen medewerking verleend aan het inrichten van een oplaadlocatie in de openbare ruimte.

Aanvraagprocedure

Artikel 4 Aanvraag

De aanvrager dient een aanvraag in bij de gemeente voor het realiseren van de gewenste laadpaal.

Artikel 5 Locatiebepaling

Een ingediende aanvraag wordt bij de ambtelijke verkeersdeskundigen ter advisering over de gewenste locatie voorgelegd. Er zal getoetst worden op de voorwaarden zoals gesteld in artikel 2 en 3. Tevens zal beoordeeld worden of voldaan kan worden aan de benodigde technische randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden staan vermeld in bijlage I behorende bij deze beleidsregels. De gemeente bepaalt aan de hand van dit advies de definitieve locatie van de laadpaal of wijst de aanvraag af.

Artikel 6 Besluit

Aan de hand van het in het vorige artikel genoemde advies neemt de gemeente een verkeersbesluit over het reserveren van een parkeerplaats voor de laadpaal. Voor dit besluit worden de normaal geldende procedurevoorschriften gehanteerd.

Artikel 7 Technische realisatie

Nadat het verkeersbesluit is genomen vind er een technisch afstemmingsoverleg plaats tussen de gemeente en de aanvrager. De aanvrager dient zorg te dragen voor een KLIC-melding.

Artikel 8 Samenwerkingsovereenkomst

Alvorens een laadpaal geplaatst kan worden dient er een overeenkomst te zijn tussen de gemeente en de betreffende aanvrager. In deze overeenkomst worden afspraken vastgelegd ten aanzien van onder andere aansprakelijkheid en het beheer van de laadpaal. Er wordt voor de laadpalen geen opstalrecht gevestigd.

Gebruik

Artikel 9 Toegankelijkheid

Het oplaadpunt is te allen tijde openbaar toegankelijk voor alle bezitters van elektrische auto’s.

Artikel 10 Oplaadlocatie

Bij het gebruik van de oplaadlocatie is de algemene plaatselijke verordening van de gemeente van toepassing, waarin regels zijn opgenomen over de bruikbaarheid en aanzien van de openbare weg.

Slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de beschreven beleidsregels, indien toepassing hiervan leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na de bekendmaking.

Juridisch kader

In het kader van Artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) kan de Gemeente verkeersbesluiten nemen op wegen, die niet onder het beheer van het Rijk, de Provincie of Waterschap vallen en gelegen zijn binnen de gemeentegrenzen.

Volgens artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

Aangezien het in dit geval gaat om beleidsregels met betrekking tot bevoegdheden van het college dient vaststelling van de regels ook door het college te geschieden.

Door het gebruik van verkeersbord E4 of E8 met onderbord is handhaving op basis van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens (RVV artikel 24) mogelijk. Als uitgangspunt geldt hierbij dat oplaadlocaties alleen gebruikt mogen worden voor het opladen van elektrische auto's.

Bijlage I: Eisen aan oplaadpunt / laadpaal en toebehoren

Algemeen

  • 1.

    Het oplaadpunt moet functioneel zijn en aan de eisen van veiligheid en robuustheid voldoen om ongelukken, schades, misbruik, vandalisme en defecten aan het object zelf, weggebruikers en/of de omgeving zoveel mogelijk te voorkomen.

  • 2.

    Het oplaadpunt dient te communiceren via de marktstandaard “OCCP”.

  • 3.

    De laadpaal mag geen hinder geven aan de omgeving.

  • 4.

    De laadpaal bevat een bescherming tegen aardfouten in het elektriciteitsnet, waardoor de aanraakspanning nooit meer dan 50V kan bedragen.

  • 5.

    Bij het oplaadpunt mag geen aparte straatkast geplaatst worden.

  • 6.

    De laadpaal is voorzien van een geijkte kWh meter.

Elektrische veiligheid

De laadpaal:

  • 1.

    voldoet blijkens een keurmerk van KEMA of gelijkwaardige instantie aan de normen NEN 10101, IEC 61851-1 (editie 2.0) en IEC 61851-22;

  • 2.

    heeft een aanvullende bescherming omhulsel elektrische componenten van minimale dichtheidsklasse IP 54;

  • 3.

    heeft een CE markering.

Constructieve kwaliteit

De laadpaal is:

  • 1.

    inclusief behuizing uitgevoerd in corrosiebestendig materiaal;

  • 2.

    voorzien van een hoogwaardige beschermende coating of van hoogwaardig roestvaststaal;

  • 3.

    ontworpen en geschikt voor onderhoudsarme plaatsing in de buitenruimte gedurende 10 jaar.

Servicekwaliteit

  • 1.

    Er is een bemand hulpnummer beschikbaar dat 24 uur per dag en 365 dagen per jaar bereikt kan worden door de aanvrager in geval van storing, beschadiging of van de laadpaal.

  • 2.

    Er is een storingsdienst met 2-uurs servicelevel voor problemen met het loskoppelen van voertuigen.

  • 3.

    Hetzelfde geldt voor veiligheidsproblemen; situaties die een gevaar kunnen opleveren voor de openbare veiligheid, gebruikers, passanten of op andere afwijkingen die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 uur na melding/detectie verholpen

  • 4.

    In overige gevallen wordt de storing uiterlijk de volgende werkdag na detectie/melding verholpen.