Budgethoudersregeling 2013

Geldend van 16-04-2013 t/m heden

Intitulé

Budgethoudersregeling 2013

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder

a.Organisatorische eenheid

iedere eenheid binnen de gemeentelijke organisatie die als zodanig in de vigerende Regeling ambtelijkeorganisatie gemeente Kerkrade danwel de Organisatieverordening raadsgriffie der gemeente Kerkrade is

aangewezen en die als zodanig een eigen rechtstreekse verantwoordelijk-heid aan het college heeft.

b.Budget

een taakstelling, tot uitdrukking komend in een bedrag, verbonden aan een of meer begrotingspostenresp. een investering. Tot het budget wordt tevens gerekend de in de begroting of bij de investeringopgenomen prestatiegegevens, indicatoren en overige informatie.

c.Budgethouder

De functionaris die verantwoordelijk is voor het budget voor die (onderdelen van)beleidsvelden/programma's en producten die zijn organisatorische eenheid betreffen.

d.Hoofdbudgethouder

De leidinggevende die op directieniveau aan het hoofd staat van het organisatieonderdeel waar debudgethouder werkzaam is en daarvoor eindverantwoordelijk is.

e.Budgetbeheerder

De functionaris die de (hoofd)budgethouder ondersteunt in het factuurbehandelingstraject, bijvoorbeelddoor het uitvoeren van een prijs/kwaliteitcontrole, budgetcontrole en het coderen van de factuur.

Artikel 2. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

  • 1. Deze regeling brengt geen wijziging in de bevoegdheden enverantwoordelijk - heden zoals dezezijn vastgelegd in de vigerende mandaat-en volmachtregelingen, de regeling ambtelijkeorganisatie en het aanbestedingsreglement.

  • 2. De vaststelling van de financiële productenbegroting door het college en goedgekeurdebegrotingsbijstellingen nadien gelden als autorisatie aan de (hoofd)budgethouders voor hetaangaan van verplichtingen ten laste van de hen toegewezen producten, budgetten eninvesteringskredieten.

  • 3. Aanvullend op lid 2 geldt ten aanzien van investeringskredieten een specifiekekredietvoteringsprocedure overeenkomstig de aanwijzingen van het hoofd Financiën.

  • 4. Er is sprake van een financiële taakstelling ten aanzien van de volgens de begroting te realiserenbaten.

Artikel 3. Budgethouders

  • 1. De directeur van een organisatie-eenheid is de hoofdbudgethouder voor die (onderdelen van)programma's, beleidsvelden en producten die zijn eenheid betreffen.

  • 2. De afdelingshoofden die onder de directeur ressorteren zijn budgethouder voor (onderdelen van)een budget of investeringskrediet.

  • 3. Het budgethouderschap omvat tevens de verantwoordelijkheid voor het voldoen aangeldende rechtmatigheidseisen, zowel financieel als niet-financieel.

  • 4. De (hoofd)budgethouder draagt zorg voor de juiste, volledige en tijdige aanlevering aan deafdeling Financiën van alle informatie die nodig is ten aanzien van de begroting, de tussentijdseinformatievoorziening, de jaarstukken, de investeringskredieten, het factuurbehandelingstraject,het doen van betalingen en in het algemeen het adequaat kunnen voeren van de financiëleadministratie.

  • 5. Er wordt door de afdeling Financiën een register bijgehouden met de parafen en handtekeningenvan de (hoofd)budgethouders.

Artikel 4. Budgetbeheerders

  • 1. Een (hoofd)budgethouder kan ten behoeve artikel 3 lid 4 een beperkt aantal budgetbeheerdersaanwijzen.

  • 2. Het budgethouderschap zelf kan niet worden overgedragen aan de budgetbeheerders.

Artikel 5. Goedkeuring

  • 1. Voor wat betreft de goedkeuringsbevoegdheid ten aanzien van inkoopfacturen en andereboekingsdocumenten wordt aangesloten bij de vigerende mandaat-en volmachtregelingen.

  • 2. In afwijking van lid 1 kan ten aanzien van inkoopfacturen en andere boekingsdocumenten meteen bedrag kleiner dan C 2.500, - ex btw in het factuurafhandelingsproces worden volstaan metde goedkeuring door de budgetbeheerder.

  • 3. Lid 2 brengt geen wijzigingen in de verantwoordelijkheden van de budgethouder. Debudgethouder wordt geacht zich steeds op de hoogte te stellen van (de uitputting van) zijn/haarbudget.

Artikel 6 Substitutie / compensatie

Mits voorzien van een neutrale begrotingsbijstelling en mits de taak- of doelstelling zoals voortvloeienduit de beleidsvelden kan worden gerealiseerd, is onderlinge compensatie tussen budgetten door een

budgethouder mogelijk, met inachtneming van de betreffende bepalingen in de vigerende financiëleverordening ex. art.212 GW.

Artikel 7 Registratie en betaling

  • 1. Het hoofd van de afdeling Financiën is verantwoordelijk voor de algemene registratie vanbudgetten, de registratie van de uitputting daarvan en de administratieve afhandeling vanontvangsten en betalingen. Hij kan aan eenieder tevens nadere aanwijzingen geven ten behoeve van de uitvoering daarvan.

  • 2. Ten behoeve van het betalingsverkeer benoemt het college op voordracht van het hoofdFinanciën een aantal 1e en 2e betalingsfiatteurs.

Artikel 8. Decharge

  • 1. Aanbieding aan de raad door het college van de jaarstukken impliceert de decharge van de onderverantwoordelijkheid van het college vallende organisatie-eenheden en ambtenaren metbetrekking tot het gevoerde beheer en administratie. Zulks behoudens (later in rechte) gebleken onregelmatigheden.

  • 2. Het gestelde in lid 1 is niet van toepassing indien het college, vóór aanbieding van dejaarstukken, de desbetreffende organisatie-eenheid en/of ambtenaar schriftelijk heeftmedegedeeld niet akkoord te gaan met (onderdelen van) de jaarstukken.

Artikel 9. Functie-uitoefening

De (hoofd)budgethouders en de budgetbeheerders zijn verplicht alles te doen wat voor een goedeuitoefening van de functie noodzakelijk is. Zij kunnen zich niet op onvolledigheid van deze regeling ofander voorschrift beroepen bij het nalaten van wat naar redelijkheid tot de taak wordt geacht te behoren.

Artikel 10. Nadere regels en niet-voorziene gevallen

  • 1. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling danwelafwijken van bepalingen in deze regeling.

  • 2. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college in zijn vergadering van 16 april 2013.
Het college, de loco- secretaris,
J.J.M. Som, R.M.J.S. Stijns

Nota-toelichting Budgethoudersregeling - toelichting

art. 2.

Zie ook artikel 6 v.w.b. begrotingsbijstellingen en de toelichting op dit artikel

 

art. 5.

In de mandaat-en volmachtregelingen is immers ook geregeld wie bestellingen mag doen. Thans is dit

voorbehouden aan afdelingshoofden. De autorisatie kan blijken uit een paraaf op een papieren document

of uit een digitaal kenmerk in de database van het financieel systeem.

 

art. 7.

De functie "comptabele" bestaat formeel niet meer in de Gemeentewet, vandaar dat deze taken zijn

opgedragen aan het hoofd Financiën.

Het hoofd Financiën kan nadere aanwijzingen geven. Een voorbeeld is de afhandeling van specifieke

periodiek terugkerende facturen (bijv. stroomkosten, waterverbruik, leasetermijnen) waarvoor

budgethouders vooraf reeds toestemming hebben gegeven om kosten op specifiek benoemde budgetten

te boeken. Een ander voorbeeld is wanneer door onvoorziene omstandigheden een noodscenario aan de

orde is en facturen niet op reguliere wijze afgehandeld kunnen worden.

De termen 1e en 2e betalingsfiatteur sluiten aan met de terminologie zoals die door de betalingssoftware

wordt gebruikt. Een "1e betalingsfiatteur" doet een betalingsvoorstel. Een "2e betalingsfiatteur" autoriseert

dit voorstel. De 1e en 2e betalingsfiatteur zijn altijd twee verschillende personen.

 

art. 10.

Uiteraard met inachtneming van de vigerende financiële beheersverordening ex. art. 212 GW.