Regeling vervallen per 04-07-2018

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 03-07-2018

Intitulé

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014

De raad van de gemeente Kerkrade

gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014

Paragraaf 1. Ambtelijke bijstand

Artikel 1 Verzoek om informatie

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van (initiatief)voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of, op verzoek van de griffier, door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris neemt het besluit.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2 Verlenen van ambtelijke bijstand

  • 1. Raadsleden kunnen naar redelijkheid en billijkheid gebruik maken van ambtelijke bijstand.

  • 2. Een ambtenaar verleent op verzoek van de secretaris ambtelijke bijstand aan een raadslid tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      het bijstand, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, betreft en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 5, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.

  • 3. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 4. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 5. De secretaris verstrekt de betreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek.

  • 6. Indien (leden van) het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Artikel 3 Weigering verzoek ambtelijke bijstand

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.

Artikel 4 Geschil over ambtelijke bijstand

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar verleende ambtelijke bijstand kan hiervan mededeling worden gedaan aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester voorziet zo spoedig mogelijk in de kwestie.

Paragraaf 2. Fractieondersteuning

Artikel 5 Recht op financiële vergoeding

  • 1. De fracties als bedoeld in artikel 8 van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Kerkrade ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie (incl. steunfractie);

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel voor elke fractie en een bedrag per raadszetel. De bedragen worden jaarlijks bij de begroting vastgesteld.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 6, lid 1en 2 is in een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden een budget beschikbaar voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het budget opnieuw berekend op basis van de nieuwe zetelverdeling voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 6 Besteding financiële vergoeding

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. Een uitwerking van kosten die wel of niet mogen worden vergoed vanuit de door de gemeente beschikbaar gestelde jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning is opgenomen in een afzonderlijke tabel, die als bijlage bij deze verordening wordt gevoegd.

  • 3. De raad legt verantwoording af over de besteding van het budget fractieondersteuning via de jaarrekening.

Artikel 7 Declaratie kosten

Verstrekking van de in artikel 6 bedoelde financiële bijdrage heeft plaats op basis van een bij de griffie(r) in te dienen declaratie met onderliggende factuur/facturen waaruit blijkt waaraan de gelden besteed zijn.

Artikel 8 Gevolgen splitsen fractie

  • 1. Bij afsplitsing van een fractie komt het op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde beschikbare fractiebudget toe aan de oorspronkelijke fractie.

  • 2. Het beschikbare budget per raadszetel wordt, voor de overige maanden van het kalenderjaar, toegekend aan de nieuwe fractie danwel de fractie waarbij het/de afgesplitste lid/leden zich aansluit(en).

  • 3. Voor het daarop volgende kalenderjaar geldt de regeling zoals opgenomen in artikel, lid 2.

Artikel 9 Reserve

  • 1. De raad reserveert op verzoek het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de verrekening over dat jaar.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning gemeente Kerkrade 2014.

Artikelsgewijze toelichting Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel legt vast dat de raad en individuele raadsleden recht op ambtelijke bijstand hebben. Voor politieke groeperingen bestaat daarnaast een recht op fractieondersteuning. De uitwerking van deze rechten moet bij verordening worden geregeld.

Artikel 1

Indien het gaat om het verzoek om informatie van feitelijke aard, dan wel inzage in of afschrift van openbare documenten, kan een raadslid contact opnemen met de griffier die het verzoek kan neerleggen bij een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie.

Daar waar in deze verordening wordt gesproken over ambtenaren, worden ambtenaren van de reguliere ambtelijke organisatie bedoeld, die onder het gezag van het college vallen en dus niet onder de noemer ‘griffiemedewerkers’.

De bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend. In verband met de verschillen in aard en omvang van de werkzaamheden voor een verzoek is het niet mogelijk om in de verordening hiervoor vaste termijnen op te nemen. De griffier ziet er op toe dat er voortgang blijft in het proces.

Artikel 2

Uitgangspunt in deze verordening is dat raadsleden binnen redelijke en billijke normen gebruik kunnen maken van ambtelijke bijstand.

In het vierde lid wordt gewezen op het belang dat de betrokken portefeuillehouder heeft van het op de hoogte zijn van het feit dat bijstand is verleend door onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren. Gezien de afstand tussen raad en college is het logisch dat desgewenst melding wordt gemaakt van het verlenen van ambtelijke bijstand.

Het vijfde lid voorkomt dat de betreffende ambtenaar in een spagaat tussen raad en college terecht komt. Indien een raadslid om ambtelijke bijstand verzoekt, moet hij ervan uit kunnen gaan dat de ambtenaar bij het verrichten van de werkzaamheden onafhankelijk opereert van het college. Om te verzekeren dat een ambtenaar niet door collegeleden onder druk wordt gezet om toch inlichtingen te verschaffen over het verzoek van een raadslid is in het vijfde lid bepaald dat wethouders of de burgemeester zich voor informatie direct tot het betrokken raadslid wenden en niet tot de behandelende ambtenaar. Dit biedt bovendien een extra waarborg voor de onafhankelijke behandeling van een verzoek om ambtelijke bijstand.

De ambtenaar die ambtelijke bijstand verleent blijft echter wel onderdeel van de reguliere ambtelijke organisatie. Het verlenen van ambtelijke bijstand hoort tot de normale uitoefening van zijn taak. Indien hij dit gedeelte van zijn taak niet goed uitoefent, behoudt het college dus de mogelijkheid om de ambtenaar hierop aan te spreken.

Artikel 3

Beoordeling of één van de in artikel 2 genoemde weigeringsgronden zich voordoet vindt in eerste instantie plaats door de gemeentesecretaris als hoofd van de reguliere ambtelijke organisatie. Artikel 3 regelt dat de uiteindelijke beslissing over het niet verlenen van ambtelijke bijstand is voorbehouden aan de burgemeester.

Artikel 4

Ook indien – naar de mening van het raadslid – op onvoldoende wijze aan zijn of haar verzoek om hulp gehoor wordt gegeven kan de zaak worden voorgelegd aan de burgemeester, vanuit zijn eigenstandige positie in het gemeentelijke bestuur.

Wel dient het betrokken raadslid of de griffier hierover eerst overleg te voeren met de secretaris.

Artikel 5

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal jaarlijks in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast deel per fractie en een variabel deel (bedrag per raadszetel).

Artikel 6

Voor wat betreft de inhoudelijke besteding van fractieondersteuning worden fracties grotendeels vrijgelaten. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Een nadere uitwerking van kosten die wel en niet in aanmerking komen om te worden vergoed vanuit de door de gemeente beschikbaar gestelde jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning is opgenomen in een separate bijlage van deze verordening.

Artikel 7

De bijdrage wordt op declaratiebasis verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het beschikbare budget in twee gedeelten gesplitst en na de verkiezingen aangepast aan de nieuwe verhoudingen in de raad.

Artikel 8

Het kan gebeuren dat de bijdrage aangepast moet worden aan veranderende verhoudingen in de raad. Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot voor het lopende kalenderjaar verrekend moeten worden. Het vaste fractiebudget komt daarbij toe aan de oorspronkelijke fractie, het bedrag per raadzetel, wordt herberekend voor de overige maanden van het jaar, en wordt toegekend aan de nieuwe fractie danwel de fractie waarbij het/de vertrekkende lid/leden zich aansluit(en). Voor de volgende jaren kan de eventueel nieuw gevormde fractie zelf aanspraak maken op fractieondersteuning.

Artikel 9

Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling voorziet in het naar evenredigheid verdelen van de reserve over de nieuw ontstane fracties.

Artikel 10 en 11

Deze artikelen behoeven geen toelichting.

Bijlage:

Overzicht van kosten die wel of niet vergoed kunnen worden uit de jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning (nadere uitwerking van artikel 7, lid 2).

Wel:

  • -

    Betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde reële declaratie;

  • -

    Personele ondersteuning (secretarieel, organisatorisch of inhoudelijk);

  • -

    Inhuur van adviseurs;

  • -

    Opzetten en onderhouden van een website;

  • -

    Organiseren van bijeenkomsten in het kader van de volksvertegenwoordigende rol (zaalhuur, organisatie, publiciteit);

  • -

    Fractievergaderingen op lokatie en werkbezoeken;

  • -

    Administratiekosten t.b.v. de gehele fractie.

Niet:

  • -

    uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

  • -

    betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

  • -

    financiering van (activiteiten en acties rondom) verkiezingscampagnes;

  • -

    giften;

  • -

    individuele administratiekosten, uitgaven of onkosten welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

  • -

    presentjes, bloemen, kaarten etc. ten behoeve van relaties of een zogenaamde ‘lief en leed pot’;

  • -

    opleidingen voor raads- en commissieleden tenzij deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers.

Met deze opsomming wordt getracht een beeld te schetsen van kosten die wel of niet vergoed kunnen worden uit de jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning. In geval van vragen en/of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de griffie(r).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 25 september 2013
De burgemeester, De griffier,
J.J.M. Som B.W.E. van der Wijst-Triepels