Regeling vervallen per 01-05-2018

Beleidsregels Beschut Werk Participatiewet Kerkrade 2015

Geldend van 01-10-2015 t/m 30-04-2018

Intitulé

Beleidsregels Beschut Werk Participatiewet Kerkrade 2015

Artikel 1. Begripsomschrijvingen.

Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. de wet: de Participatiewet, de Ioaw en Ioaz;

b. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;

c. beschikking: beschikking als bedoeld in artikel 1:3 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht;

d. de belanghebbende : de persoon ten behoeve van wie beschut werk ter beschikking wordt gesteld dan wel de werkgever die een arbeidsovereenkomst sluit met de persoon ten behoeve van wie beschut werk ter beschikking wordt gesteld als zijnde de werknemer.

e.Beschut werk: het werken in een beschutte werkomgeving binnen de kaders van de Participatiewet.

f.Deskundige: een arbeidsdeskundige gebonden aan het medisch beroepsgeheim.

Artikel 2. Voorselectie door gemeente

  • 1. In een uit te voeren diagnose wordt bepaald of iemand voldoet aan de in het tweede lid genoemde algemene criteria voor beschut werk.

  • 2. De voorziening beschut werk kan worden ingezet voor personen uit de doelgroep van de Participatiewet:

    • a.

      die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt;

    • b.

      met een grote afstand tot de arbeidsmarkt;

    • c.

      met arbeidsvermogen die vanaf 1 januari 2015 geen aanspraak kan maken op een Wajong uitkering maar behoort tot de doelgroep van de Participatiewet ;

    • d.

      met een minimale loonwaarde van 30%;

    • e.

      met een uitkering op grond van de Participatiewet.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in onderdeel d kan op basis van individualisering kan, mits goed beargumenteerd, afgeweken worden. Op basis van de individuele ontwikkelmogelijkheden kan aan een belanghebbende met een verdiencapaciteit lager dan 30% van het wettelijk minimumloon alsnog de voorziening beschut werk ingezet worden.

Artikel 3. Advisering door deskundige

  • 1. Als het college aan een persoon uit de doelgroep de voorziening beschut werk wil aanbieden, dan kan het college een deskundige verzoeken op basis van landelijk vastgestelde criteria, vast te stellen of een indicatie beschut werk voor de persoon wordt afgegeven.

  • 2. De deskundige doet onderzoek naar de vraag of de persoon is aangewezen op:

  • a. een of meer technische of organisatorische aanpassingen die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kunnen worden gerealiseerd;

  • b. permanent toezicht of intensieve begeleiding die niet binnen redelijke grenzen door een werkgever kan worden aangeboden.

  • 3. De deskundige brengt het advies uit, uiterlijk acht weken nadat het een verzoek van het college hiertoe heeft ontvangen.

  • 4. Uitsluitend indien uit het onderzoek blijkt dat ten minste een van de vragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen a of b, bevestigend wordt beantwoord, adviseert de deskundige aan het college om vast te stellen dat de persoon uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.

  • 5. Het college besluit op basis van het advies zoals bedoeld in het eerste lid, of iemand tot de doelgroep 'beschut werk' behoort.

  • 6. Alleen als sprake is van een onzorgvuldige totstandkoming van het advies zoals bedoeld in het eerste lid, kan het college besluiten het advies niet te volgen.

  • 7. Van onzorgvuldig als bedoeld onder 3. is sprake als de deskundige niet de landelijk vastgestelde criteria heeft gevolgd bij de vaststelling.

  • 8. Bij de bepaling door het college of iemand de voorziening beschut werken krijgt aangeboden wordt rekening gehouden met de totale omvang aan te bieden werkplekken.

Artikel 4. Plaatsing

  • 1. Nadat is vastgesteld dat iemand tot de doelgroep 'beschut werk' behoort, wordt deze door het college bij de werkgever als aangegeven in artikel 6, aangemeld voor een dienstbetrekking onder beschutte omstandigheden.

  • 2. Het besluit tot plaatsing voor beschut werk wordt middels een beschikking kenbaar gemaakt aan zowel de werkgever als de werknemer.

  • 3. Een kopie van het advies zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2 wordt als bijlage aan de beschikking toegevoegd.

  • 4. Wanneer de persoon niet meer tot de doelgroep beschut werk behoort, wordt de plaatsing beschut werk door middel van een beschikking beëindigd.

Artikel 5. Vaststellen loonwaarde en loonkostensubsidie

  • 1. Voor de vaststelling van de loonwaarde gelden de bepalingen van de beleidsregels loonkostensubsidie Participatiewet Kerkrade 2015.

  • 2. het college besluit conform de toepasselijke beleidsregels over het toekennen van aanvullende voorzieningen die voor de arbeidsinschakeling onder beschut werk noodzakelijk geacht worden om de dienstbetrekking mogelijk te maken.

  • 3. Eens per drie jaar bepaalt het college of de klant nog tot de doelgroep behoort.

Artikel 6. Werkgeverschap

1.Het college heeft de keuze om wel of niet als werkgever voor de doelgroep

beschut werk op te treden. Dienaangaande worden de volgende drie mogelijkheden onderscheiden:

  • a.

    Inwoners waarvan is vastgesteld dat zij in aanmerking komen voor een beschutte werkplek komen in dienst van de Werk BV. Werk BV treedt op als werkgever en zorgt zelf voor uit te voeren werkzaamheden.

  • b.

    Inwoners waarvan is vastgesteld dat zij in aanmerking komen voor een beschutte werkplek komen in dienst van Werk BV. Werk BV detacheert hen bij door de gemeente aangeweze reguliere werkgevers.

  • c.

    Inwoners waarvan is vastgesteld dat zij in aanmerking komen voor een beschutte werkplek worden bemiddeld naar een dienstverband bij een reguliere werkgever. In het kader van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten heeft de gemeente als reguliere werkgever een verantwoordelijkheid om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.

  • 2.

    De werkgever is tijdens het dienstverband verantwoordelijk voor de begeleiding van de medewerker op de werkplek. Vanwege de grotere begeleidingsbehoefte en de meer specifieke expertise die nodig is voor de begeleiding van mensen op een beschutte werkplek, kan het college de volgende aanvullende instrumenten inzetten: - loonkostensubsidie op basis van het feitelijke verdienvermogen op de werkplek,

  • -

    (een redelijke vergoeding van) jobcoaching voor de medewerker en/of werkgevers-coaching,

  • -

    een no risk polis en;

  • -

    (een redelijke vergoeding van) een of meerdere werkplekaanpassingen.

  • 3.

    Het te realiseren aantal beschutte werkplekken wordt jaarlijks vastgelegd in het marktbewerkingsplan dat werkgevers, werknemers, UWV en gemeenten opstellen in het regionale Werkbedrijf. Dit aantal is mede afhankelijk van de ondersteunings-behoefte van de doelgroep en de regionale arbeidsmarktsituatie (profit en non-profit). Het marktbewerkingsplan bevat eveneens concrete acties om het streefaantal beschutte werkplekken te realiseren (denk aan acquisitie en communicatie).

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden op 1 oktober 2015 in werking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels beschut werk Participatiewet Kerkrade 2015.

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade.
Het college, De secretaris,
J.J.M. Som. H.J.M. Coumans MPM.

Nota-toelichting

Toelichting.

Doel en reikwijdte

Beschut werk binnen de Participatiewet is een nieuwe voorziening die gemeenten vanaf 1 januari 2015 kunnen inzetten om mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie naar vermogen te laten participeren in de samenleving. De nieuwe voorziening biedt kansen voor mensen die op ondersteuning van de gemeente zijn aangewezen. Hiermee kan beschut werk een goede plek krijgen binnen het totale participatiebeleid van gemeenten. Deze toelichting gaat niet in op de financiële gevolgen van de inzet van beschut werk in vergelijking met de inzet van andere voorzieningen, zoals dagbesteding, sociale activering etc., op de eigen bedrijfsvoering.

De Participatiewet

Per 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht. Het doel van de wet: zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op de reguliere arbeidsmarkt aan een baan helpen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben om aan het werk te komen. Voor mensen die niet in staat zijn om met een voltijdbaan ten minste het wettelijk minimumloon (WML) te verdienen, kunnen gemeenten loonkostensubsidie inzetten. Werkgevers worden zo gecompenseerd voor de lagere productiviteit van werknemers met een arbeidsbeperking. En mensen die, bijvoorbeeld door een arbeidsbeperking, een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, kunnen zoveel mogelijk worden ingeschakeld. Met ingang van 2015 is geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. De Wajong is vanaf 2015 alleen nog toegankelijk voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. De Participatiewet introduceert vanaf 2015 andere instrumenten om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen, zoals loonkostensubsidie en beschut werk.

Plaats beschut werk binnen de Participatiewet.

Doordat vanaf 2015 de instroom in de Wsw eindigt, vervalt de mogelijkheid om op basis van de Wsw een werkplek te verwezenlijken voor mensen die alleen onder beschutte omstandigheden kunnen werken. De nieuwe voorziening beschut werk biedt gemeenten echter alsnog de mogelijkheid om deze doelgroep op maat te bedienen.

De Participatiewet geeft de gemeenten de opdracht mensen zoveel mogelijk een passend aanbod te doen. Dat betekent dat het aanbod moet aansluiten bij de mogelijkheden die mensen hebben. Beschut werken richt zich op mensen die in staat zijn tot het verrichten van loonvormende arbeid. Inzet van bijvoorbeeld vrijwilligerswerk en/of dagbesteding is dan ook niet vanzelfsprekend een logisch alternatief voor deze doelgroep.

Naar verwachting zijn er in de structurele situatie circa 30.000 plekken nodig voor mensen die zijn aangewezen op beschut werk. Bij de uitvoering van de Wsw bleek dat niet alle mensen met een Wsw-indicatie een volledig beschutte werkomgeving nodig hebben. Een aanzienlijk deel van hen kan met enige begeleiding werken bij een reguliere werkgever. Het streven van de sw-sector was een sectorbrede verdeling waarin minimaal een derde van de doelgroep werkt bij reguliere werkgevers, een derde werkt op locaties buiten het sw-bedrijf en maximaal een derde werkt binnen de beschutte omgeving van het sw-bedrijf. Het aantal van 30.000 beschutte werkplekken in de structurele situatie sluit getalsmatig aan bij dit streven.

 

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1. Dit artikel behoeft geen toelichting

Artikel 2. Personen die tot de doelgroep van de Participatiewet behoren, kunnen aanspraak maken op ondersteuning door de gemeente waarin zij wonen. Deze gemeente bepaalt, op basis van maatwerk, welk instrument zij passend vindt om de participatie van de doelgroep te bevorderen. Beschut werk is een van de instrumenten die de gemeente kan inzetten. Bij de uitwerking van dit instrument heeft de gemeente beleidsvrijheid. Gemeenten leggen het beleid voor beschut werk vast in een verordening. Gemeenten bepalen – binnen de wettelijke kaders van de Participatiewet - wie er voor de voorziening beschut werk in aanmerking komt. Het gaat om mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Beschut werk kenmerkt zich door een hoge mate van (structurele) ondersteuning en aanpassing van het werk. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk hoeft niets te zeggen over de mate van productiviteit van deze persoon.

Gemeenten doen voor de participatievoorziening beschut werk een voorselectie. Daarin bepalen zij voor welke mensen zij op welk moment deze participatievoorziening willen inzetten. Gemeenten leggen in een verordening vast hoe zij de voorselectie uitvoeren. Door middel van het in te kopen diagnoseproduct assessment van Dariuz, kan op een geobjectiveerde wijze ingeschat worden of iemand in aanmerking kan komen voor een indicatie beschut werk.

Artikel 3 De indicatiestelling kan worden uitgevoerd door een deskundige op basis van de landelijk vastgestelde criteria. De deskundige beoordeelt conform het Besluit advisering beschut werk (AMvB)  volgens de methode SMBA (Sociaal Medisch Beoordelen van Arbeidsvermogen). Op basis van die methode is de deskundige in staat om het arbeidsvermogen van betrokkene te beoordelen en de vereiste aanpassingen in de werkplek respectievelijk de begeleidingsbehoefte van betrokkene inzichtelijk te maken. De mate waarin aanpassingen en/of permanent toezicht of intensieve begeleiding nodig zijn, is afhankelijk van de combinatie van de beperkingen die de persoon heeft, het werk dat hij gaat doen en de omgeving waarin hij dat werk gaat doen.

De deskundige is een arbeidsdeskundige verbonden aan het medisch beroepsgeheim. Indien voor de indicatiestelling medische gegevens worden gedeeld met behandelend artsen van de belanghebbende, dan kan dit pas nadat de belanghebbende hiertoe expliciet toestemming heeft gegeven. Dit ter waarborging van de privacy van belanghebbende.

Het college biedt alleen beschut werk plekken aan op basis van de jaarlijks aan het participatiebudget toegevoegde middelen voor begeleiding/jobcoaching van deze personen. Daarnaast is het van belang dat de toe te kennen loonkostensubsidie kan worden gedekt uit het inkomensdeel. Dat beperkt de instroom tot de mensen die een uitkering op grond van de Participatiewet hebben.

Artikel 4 Het al dan niet inzetten van de voorziening beschut werk is een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit van de gemeente.

Artikel 5 Voor de toelichting inzake de loonkostensubsidie zij hier verwezen naar de beleidsregels loonkostensubsidie.

Artikel 6 Gemeenten krijgen met de Participatiewet de beschikking over meerdere instrumenten om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Een van die instrumenten is de voorziening beschut werk. De Participatiewet regelt geen specifieke arbeidsvoorwaarden voor mensen die beschut gaan werken. Het is aan de sociale partners om hierover afspraken te maken Uit het sociaal akkoord is de keuze voor loonkostensubsidie voortgekomen en een beloning conform de van toepassing zijnde cao dan wel minimaal conform de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Daarbij passen geen door de regering gestelde voorwaarden ten aanzien van het beloningsniveau. De partijen in de Werkkamer, gemeenten en sociale partners, hebben afspraken over de arbeidsvoorwaarden voor beschut werk gemaakt (punt 1 t/m 4). De definitieve vaststelling van de arbeidsvoorwaarden vindt echter in het overleg tussen werkgevers en werknemers plaats, waar onderstaande punten op de agenda zullen staan.

1. Om het systeem betaalbaar te houden zorgen de cao-partijen voor voldoende passende loonschalen. Het College voor Arbeidszaken van de VNG heeft, als cao-partner, de verantwoordelijkheid voor de uitwerking hiervan.

2. Werknemers met beschut werk krijgen een dienstverband gekoppeld aan een cao, waarvoor de gemeenten de rol van werkgever vervullen. Het beloningsniveau begint op het wettelijk minimumloon. Het perspectief is dat mensen die beschut werken er op termijn beperkt op vooruit kunnen gaan. Hierbij kan worden aangesloten bij de voorziene periodieke herbeoordelingen van de kwalificatie voor beschut werk.

3. Werkgevers en werknemers zijn op basis van de uitgangspunten uit de brief van 11 april 2013 en bovenstaande uitgangspunten verantwoordelijk voor de arbeidsvoorwaarden.

4. De invulling van de arbeidsvoorwaarden voor beschut werk gebeurt door de cao-partijen, waarbij de hiervoor geformuleerde uitgangspunten worden meegenomen. De verdere organisatie van beschut werk wordt gerekend tot een van de taken van het regionale Werkbedrijf.

De Participatiewet regelt geen specifieke arbeidsvoorwaarden voor mensen die beschut gaan werken. Het is aan de sociale partners om hier afspraken over te maken. Daar waar een beschutte werkplek gecreëerd wordt bij een reguliere werkgever is de cao van die werkgever van toepassing op de beloning. De overheid geeft daarbij een loonkostensubsidie ter grootte van het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon. Een hogere beloning dan het wettelijk minimumloon is mogelijk, maar dit verschil komt voor rekening van de werkgever. Als het instrument loonkostensubsidie wordt ingezet bij een gemeente die zelf werkgever is, moet deze gemeente zelf het verschil tussen het minimumloon en het cao-loon betalen. Ook bij nieuw beschut werk blijft de mogelijkheid voor gedetacheerd werk bestaan. De werknemer komt dan in dienst bij de gemeente maar voert de werkzaamheden uit bij een andere, reguliere werkgever. Als een werkgever met een werknemer een arbeidsovereenkomst aangaat voor bepaalde tijd eindigt de arbeidsovereenkomst na die periode automatisch. Het is dan aan partijen om te beslissen over een nieuwe arbeidsovereenkomst, al dan niet met loonkostensubsidie. Partijen kunnen ook besluiten tot een contract voor onbepaalde tijd. Het nieuwe instrument loonkostensubsidie in de Participatiewet is immers niet per definitie tijdelijk. In een dergelijke overeenkomst kan in sommige gevallen worden bepaald dat het contract voortduurt zolang recht blijft bestaan op loonkostensubsidie. Het beëindigen van het recht op loonkostensubsidie is dan een ontbindende voorwaarde. Een dergelijke voorwaarde – die in feite een inbreuk is op het gesloten systeem van het ontslagrecht - is in jurisprudentie van de Hoge Raad aanvaard onder de voorwaarde dat de werkzaamheden die worden verricht additioneel zijn ten opzichte van de reguliere werkzaamheden van de werkgever. Additioneel betekent dat na vervulling van de voorwaarde geen invulling meer kan worden gegeven aan de arbeidsovereenkomst. Ook geldt als eis dat geen van de partijen dus ook niet de werkgever zelf invloed heeft op het in vervulling gaan van de ontbindende voorwaarde. Wordt niet aan deze eisen voldaan, dan kan van de ontbindende voorwaarde geen gebruik worden gemaakt. Als een dergelijke ontbindende voorwaarde in het contract ontbreekt, zal de werkgever als hij het contract niet langer wil voortzetten de arbeidsovereenkomst moeten opzeggen. Daarvoor is toestemming nodig van het UWV. Het UWV zal toestemming verlenen als de betreffende werknemer nog werkzaam is in een specifieke, additionele of gesubsidieerde functie en herplaatsing in andere passende arbeid niet mogelijk is. Als een werknemer hetzelfde (reguliere) werk verricht en even productief is als andere werknemers voor wie geen loonkostensubsidie is verleend, zal het wegvallen van de loonkostensubsidie geen toestemming voor ontslag opleveren.

Artikel 7.

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 8.

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.