Regeling vervallen per 01-08-2021

Beleidsregel Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Kerkrade 2021

Geldend van 18-03-2021 t/m 31-07-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregel Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) Kerkrade 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: de Participatiewet;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kerkrade;

c. inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is.

Artikel 2 Participatiewet

  • 1. De volgende artikelen van de Participatiewet zijn van toepassing:

    a. artikel 11 (kring der rechthebbenden)

    b. artikel 13 (uitsluitingsgronden)

    c. artikel 15 (voorliggende voorzieningen)

    d. artikel 16 (dringende redenen)

    e. artikel 17 (inlichtingenverplichting)

    f. artikel 35 (bijzondere bijstand)

  • 2. Het drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 van de Participatiewet wordt niet toegepast.

Artikel 3 Doelgroep

De tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare/onvermijdelijke inkomensterugval, die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1. Er moet sprake zijn van inkomensterugval als bedoeld in artikel 1 lid c van deze beleidsregel.

  • 2. Aanvrager dient te verklaren dat er sprake is van een terugval in inkomen als gevolg van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19) en dat desgevraagd aan te tonen.

  • 3. De beleidsregel bijzondere bijstand Kerkrade 2021 is niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 5 Inkomen

Van belanghebbende plus partner worden de volgende inkomsten in aanmerking genomen:

a. Netto inkomsten uit arbeid

b. Netto inkomsten uit onderneming

c. Netto inkomsten uit uitkering

d. Zorgtoeslag

e. Huurtoeslag of voorlopige teruggaaf Belastingen eigendomswoning

f. Alimentatie (alleen partneralimentatie)

g. Inkomsten uit verhuur en/of onderhuur

Artikel 6 Kosten

Ter vaststelling van de tegemoetkoming TONK worden de volgende noodzakelijke kosten van bestaan in aanmerking genomen :

a. kosten van huur tot maximaal € 1.000,- per maand;

b. kosten van de hypotheekrente voor de woning tot maximaal € 1.000,-per maand;

c. kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning;

d. voor levensonderhoud een vast bedrag van € 200,- per maand per persoon van 18 jaar en ouder alsmede € 100,- per maand per persoon jonger dan 18 jaar.

Artikel 7 Berekening TONK

  • 1. De berekening van het totaal inkomen minus de totaal lasten is de hoogte van de tegemoetkoming TONK, mits de uitkomst negatief is. Als de berekening nul of positief is, dan bestaat er geen recht.

  • 2. Bij geringe inkomensstijgingen kleiner dan € 100 per maand wordt geen nieuwe berekening gemaakt.

Inkomsten (aanvrager + partner)

Netto Inkomsten uit arbeid

€ 

Netto Inkomsten uit onderneming

€ 

Netto Inkomsten uit uitkering

Huurtoeslag/VTB

Totaal inkomen

Lasten

Huur/hypotheekrente (max € 1.000 per maand)

Nutsvoorzieningen (gas/water/elektra)

Levensonderhoud (€ 200 p.m. per persoon + € 100 p.m. per kind

Totaal lasten

TONK (totaal inkomen minus totaal lasten mits negatief)

Artikel 8 Maximale hoogte tegemoetkoming

Er wordt bij deze TONK-regeling géén maximum bedrag per huishouden verbonden aan de tegemoetkoming.

Artikel 9 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de periode van 1 januari tot uiterlijk 1 juli 2021.

Artikel 10 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden ingediend vanaf 1 januari 2021 tot 1 augustus 2021.

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 12 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 14 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1. Deze beleidsregel treedt met ingang vanaf 1 januari 2021 met terugwerkende kracht in werking.

  • 2. Deze beleidsregel vervalt op 1 augustus 2021.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Kerkrade.

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Kerkrade.

Het college, De secretaris,

dr. T.P. Dassen-Housen R.M.J.S. Stijns

Algemene toelichting

Sommige huishoudens hebben te maken met een onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval in hun inkomen vanwege de economische crisis als gevolg van de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van het coronavirus. Deze huishoudens kunnen daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonlasten. Deze problemen kunnen niet worden opgelost binnen het bestaande stelsel van sociale zekerheid en de eerder genomen maatregelen uit de steunpakketten. Sommige huishoudens dreigen hierdoor tussen wal en schip te vallen. Het Rijk en gemeenten voelen zich verantwoordelijk voor deze huishoudens met financiële zorgen.

De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling.

De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 01.01.2021 tot en met 30.06.2021. In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden.

Ook wordt van gemeenten gevraagd aandacht te besteden aan armoede- en schuldenproblematiek, bij een aanvraag TONK. Zodat gemeenten via omscholings- en re-integratiemogelijkheden de arbeidsmarktpositie van aanvragers kunnen verbeteren.

Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben bij de invulling van bijzondere bijstand een eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK echter géén nadere centrale regels vanuit het Rijk vastgesteld. Het is en blijft dus aan de gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met de draagkracht van huishoudens dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.

Doelgroep

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

o die door de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen,

o die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kunnen voldoen, en

o waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen. Ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, kunnen mogelijk in aanmerking komen voor de TONK (afhankelijk van de gemeentelijke beleidsregels). De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten.

Op grond van de algemene TONK-kaders zijn een aantal beleidskeuzen gemaakt die hun weerslag vinden in deze beleidsregel. Hoofduitgangspunten zijn in deze:

- een ruimhartig toepassing

- een laagdrempelige toegang

- een eenvoudig uitvoerbaarheid

- aanvragen op basis van vertrouwen

In de lijn met de bovenstaande hoofduitgangspunten zijn de volgende beleidskeuzen gemaakt:

Vertrouwensbasis

De essentie van de TONK-regeling is dat er sprake moet zijn van een inkomensterugval. Gelet op het spoedkarakter van deze regeling waarbij een bureaucratisch controlestelsel (hogere uitvoeringskosten) vermeden dient te worden kan belanghebbende daarom volstaan met een verklaring dat er sprake is van een (forse) inkomensterugval. Dat er sprake is van een noodsituatie blijkt immers uit de opgaven van de inkomsten en de kosten. Het principe van vertrouwen in de aanvrager krijgt hiermee gestalte.

Geen vermogenstoets

Gemeenten mogen zelf bepalen of er al dan niet een vermogenstoets wordt toegepast. Onder de Tozo is dat niet het geval, omdat dit niet gepast werd geacht bij een ruimhartige regeling. Dat geldt eveneens voor de TONK. Bovendien zou dit tot hogere uitvoeringskosten leiden. Daarom kiezen we er voor géén vermogenstoets toe te passen binnen de TONK.

Geen drempelbedragen

De gemeente mag rekening houden met een drempelbedrag van € 138 (artikel 35, lid 2 Participatiewet). Omdat het opnemen van dit drempelbedrag een laagdrempelige toepassing van de TONK-regeling in de weg zou staan is er voor gekozen om artikel 35, lid 2 van de Participatiewet buiten beschouwing te laten.

Geen verhuisverplichting

Als iemand in een te duur huis woont, wordt onder de reguliere bijzondere bijstand aan woonkostentoeslag de voorwaarde verbonden dat iemand moet verhuizen naar meer passende (goedkopere) woonruimte.

Gelet op het tijdelijke karakter van de TONK-regeling is er voor gekozen om de verhuisverplichting niet toe te passen.

Geen maximering

Gemeenten ontvangen een budget voor de uitvoering van de TONK.

Voor de gemeente Kerkrade is dat € 241.161,- in het eerste kwartaal van 2021 en een zelfde bedrag in het tweede kwartaal. In totaal is dit dus € 482.322,-

Noch bij het Rijk, noch bij de gemeenten is enige inschatting te maken hoeveel huishoudens de TONK-tegemoetkoming zullen gaan aanvragen en dus is het de vraag of het geraamde budget toereikend zal blijken te zijn. Om de kosten beheersbaar te houden mogen gemeenten de hoogte van de TONK maximeren. Gelet op de aard en het doel van de regeling is dat echter niet logisch. Daarom kiezen wij niet voor maximering van de TONK-bijdrage maar wel een maximering van de middelen die in aanmerking genomen worden voor de TONK-berekening. Dit laatste sluit beter aan op het verlenen van maatwerk op grond van de individuele (nood)situatie.

De Tweede Kamer heeft inmiddels een motie aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om te monitoren of de vrijgemaakte middelen voldoende zijn om de TONK ruimhartig uit te kunnen voeren en wanneer dit niet voldoende blijkt te zijn, meer middelen ter beschikking te stellen.

In aanmerking te nemen woonlasten

De TONK-bijdrage zelf wordt niet gemaximeerd, maar het ondersteunen van extreem dure woonvormen past ook niet bij de uitgangspunten van de TONK-regeling. Bovendien zou dit tot onbeheersbare kosten kunnen leiden. Als extreem dure woonvormen worden bijvoorbeeld genoemd een huishouden met een volledig aflossingsvrije hypotheek van 7, 8 ton of meer, of iemand die een villa of landhuis huurt voor duizenden euro’s per maand. Daarom nemen we de woonlasten tot een maximaal bedrag in aanmerking. Als referentiekader kiezen we hierbij de bovengrens van de huurtoeslag in 2021 van € 752,33. Dat ronden we naar boven af op € 1.000,- per maand. Dat komt ongeveer overeen met de hypotheekrente voor een woning van € 500.000 met een hypotheekrente van 2.5%.

Een voorbeeld: als de feitelijke woonlasten € 1.200,- bedragen, wordt slechts de eerste € 1.000,- meegenomen in de TONK-berekening.

Betaling per maand

De regeling heeft een looptijd van 6 maanden. Gemeenten kunnen kiezen tussen betaling per maand of een eenmalige betaling over de hele periode ineens. Amsterdam en Rotterdam doen dat laatste. Eén betaling is minder werk dan zes betalingen. Toch kiezen wij voor betaling per maand, omdat dan rekening kan worden gehouden met veranderende inkomsten en zodoende een eventuele terugvordering achteraf te voorkomen.