Regeling vervallen per 01-01-2012

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Geldend van 10-01-2007 t/m 31-12-2011

Intitulé

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

  • 2.

    uitkeringsgerechtigden: personen tot 65 jaar met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de IOAW of de IOAZ;

  • 3.

    Anw-ers: personen met een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het Centrum voor Werk &Inkomen (CWI);

  • 4.

    Nuggers: personen die als werkzoekende zijn geregistreerd bij het CWI en die geen uitkeringsgerechtigden zijn;

  • 5.

    jongeren: uitkeringsgerechtigden, Anw-ers en Nuggers niet ouder dan 23 jaar;

  • 6.

    voorziening: een voorziening bedoeld in artikel 7 eerste lid onder a van de wet, deze verordening en het in deze verordening genoemde beleidsplan;

  • 7.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Koggenland;

  • 8.

    de raad: de gemeenteraad van de gemeente Koggenland;

  • 9.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • 10.

    Werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;

  • 11.

    IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • 12.

    IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel 2 Opdracht college

  • 1. Het college biedt aan uitkeringsgerechtigden, aan Anw-ers, Nuggers en aan personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dat noodzakelijk acht, een voorziening gericht op die arbeidsinschakeling. Artikel 40, eerste lid van de wet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen wordt door het college een afweging gemaakt, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten van een persoon, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 3. Het college draagt zorg voor een voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen.

Hoofdstuk 2 Beleid en financiën

Artikel 3 Beleidsplan

  • 1. De gemeenteraad stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering van de voorzieningen en ondersteuning.

  • 2. Dit plan omvat in elk geval

    • a.

      een omschrijving van de verschillende doelgroepen;

    • b.

      een omschrijving van het inkoopbeleid;

    • c.

      een omschrijving van de activiteiten en instrumenten die worden ingezet voor de doelgroepen;

    • d.

      aandacht voor de combinatie arbeid en zorg.

  • 3. Het college biedt eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag aan over de doeltreffendheid en de effecten van het beleid in de praktijk. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet.

Artikel 4 Aanspraak op ondersteuning

  • 1. Uitkeringsgerechtigden, Anw-ers, Nuggers, en personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning door de gemeente bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2. Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en het in artikel 3 genoemde beleidsplan.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1. De persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 2. De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen en de verordening, evenals aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 3. Indien een uitkeringsgerechtigde WWB die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, dan kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de afstemmingsverordening. Voor IOAW-ers en IOAZ-ers blijft het maatregelenbesluit van toepassing.

  • 4. Indien de persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, vordert het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terug, behoudens situaties waarin dit onredelijk zou zijn.

Artikel 6 Budget- en subsidieplafonds

  • 1. Het college kan een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening. Een door het college ingesteld plafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

Hoofdstuk 3 Voorzieningen

Artikel 7 Algemene bepalingen over voorzieningen

  • 1. Het college kan een voorziening aanbieden zoals omschreven in het in artikel 3 genoemde beleidsplan.

  • 2. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan de voorziening nadere verplichtingen verbinden.

  • 3. Het college kan een voorziening afwijzen of stopzetten:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de wet niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waardoor er geen noodzaak meer is voor een voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

  • 4. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de voorzieningen en de inhoud van de voorzieningen.

Artikel 8 Inkomstenvrijlating

  • 1. De overgangsregeling Vrijlating arbeidsinkomsten, zoals genoemd in artikel 9 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand zal in 2004 worden toegepast.

  • 2. Het college maakt geen gebruik van de in artikel 31, tweede lid onder o van de wet geboden mogelijkheid om inkomsten gedeeltelijk vrij te laten.

Artikel 9 Premies

  • 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden een uitstroompremie toekennen.

  • 2. Het college kan aan werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet een doorstroompremie toekennen.

  • 3. In het beleidsplan als bedoeld in artikel 3 worden regels betreffende de uitvoering van dit artikel opgenomen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand”.

  • 2. Deze verordening treedt één dag na publicatie in werking