Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Verordening vertrouwenscommissie - 2018

Geldend van 23-10-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Verordening vertrouwenscommissie - 2018

De raad van de gemeente Koggenland;

heeft het voorstel van de raadgriffier van 24 september 2018 gelezen;

gelet op de artikelen 61, 61a, 61c, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 31 van de Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

gelet op de circulaire Benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

BESLUIT

2. vast te stellen de navolgende Verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot (her) benoeming, van de burgemeester voorbereidt en die de klankbordgesprekken met de burgemeester houdt.

Artikel 1. Taak

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden of,

  • b.

    de aanbeveling tot herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden, of

  • b.

    een klankbordgesprek te houden met de burgemeester.

Artikel 2. Samenstelling commissie

  • 1. Voor de taken, genoemd in artikel 1 sub a en b bestaat de commissie uit een aantal leden dat overeenkomt met het aantal in de raad zitting hebbende fracties, te benoemen door en uit de gemeenteraad, zodanig dat elke fractie, met maximaal een raadslid, in de commissie vertegenwoordigd kan zijn.

  • 2. Voor de taak, genoemd in artikel 1 sub c bestaat de commissie uit

    • a.

      ten minste 3 leden en maximaal het aantal leden dat overeenkomt met het aantal in de raad zitting hebbende fracties, te benoemen door en uit de gemeenteraad,

    • b.

      zodanig dat de coalitie en oppositie elk met tenminste één raadslid in de commissie vertegenwoordigd zijn;

    • c.

      van de in dit lid bedoelde leden zijn zo mogelijk tenminste twee leden dezelfde als de in het eerste lid genoemde vertegenwoordigers van hun fractie.

  • 3. Voor de taak, genoemd in artikel 1 sub c in combinatie met artikel 9 lid 3 bestaat de commissie uit de leden die de taak als genoemd in artikel 1 sub a heeft uitgevoerd.

  • 4. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

  • 5. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De gemeentesecretaris wordt vanwege de vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken als plaatsvervangend secretaris aan de commissie toegevoegd (hierna aangeduid als plaatsvervangend secretaris).

  • 3. De plaatsvervangend griffier kan bij verhindering van de griffier als plaatsvervangend secretaris van de commissie optreden bij de vervulling van de in artikel 1 onder c genoemde taken.

  • 4. De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

  • 5. De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 4. Adviseur

  • 1. De gemeenteraad voegt aan de commissie een wethouder toe als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

  • 3. Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.

Artikel 5. Geheimhouding

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

  • 2. De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3. De commissie legt bij herbenoemingsprocedure en de klankbordgesprekken in elke vergadering en elk gesprek geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de commissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.

  • 4. De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.

  • 5. De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

  • 7. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.

Artikel 6. Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren per mail aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur en, indien het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester. Sollicitanten worden per brief uitgenodigd.

  • 3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.

Artikel 7. Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van archivering.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.

Artikel 8. Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure

  • 1. De Gemeentewet bepaalt in artikel 61 lid 4 dat de commissie zich slechts door tussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is uitgesloten.

  • 2. De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.

Artikel 9. Bijzondere bepalingen over klankbordgesprekken

  • 1. Een commissie houdt minimaal eens per jaar een klankbordgesprek met de burgemeester.

  • 2. Indien de fractievoorzitters dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maken, houdt een commissie tussentijds een klankbordgesprek met de burgemeester.

  • 3. In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-dagengesprek plaats.

  • 4. De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester. De commissie en de burgemeester stellen in onderling overleg de agenda voor het klankbordgesprek vast. De commissie en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige klankbordgesprek in te zien.

  • 5. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van, en de afspraken uit, het vorige klankbordgesprek.

  • 6. De klankbordgesprekken worden voor zover mogelijk gevoerd voorafgaand aan het klankbordgesprek dat de commissaris van de Koning met de burgemeester heeft.

  • 7. In het laatste klankbordgesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeft de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

  • 1. De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij vooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning.

  • 2. Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.

  • 3. Indien ter zake van het functioneren van de burgemeester in het in het vorige lid bedoelde overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook aan de burgemeester.

Artikel 11. Verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie; bij benoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd;

    • c.

      aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie.

    • d.

      en heeft in ieder geval de volgende bijlagen:

      bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen;

      bij herbenoemingen: het verslag van het gesprek met de burgemeester over het

      conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.

  • 2. Van het klankbordgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt. Het verslag wordt ondertekend door de bij het gesprek aanwezige commissieleden en de burgemeester. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de raadsgriffier.

  • 3. Een afschrift van het verslag van het klankbordgesprek wordt toegezonden aan de burgemeester en de commissaris van de Koning.

Artikel 12. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13. Ontbinding van de commissie

De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop:

  • -

    bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature van burgemeester is voorzien;

  • -

    bij een klankbordgesprek: het verslag van het klankbordgesprek is vastgesteld;

  • -

    bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.

Artikel 14. Archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 14 alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 3. De secretaris van de commissie draagt er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.

  • 4. De raadsgriffier draagt bij klankbordgesprekken zorg voor een afdoende vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde verslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de raadsgriffier vernietigd.

Artikel 15. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 2. Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Verordening op de vertrouwenscommissie 2012”, vastgesteld dd. 10 december 2012.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening vertrouwenscommissie - 2018”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Koggenland in zijn openbare vergadering van 10 oktober 2018.

De raad voornoemd,

De raad van de gemeente Koggenland,

10 oktober 2018, agendapunt 3.05.02

de griffier,

mevrouw drs. P.M. Tromp

de wnd. voorzitter,

mevrouw M.C.A. Sjerps-van Diepen

TOELICHTING

Artikel 2. Samenstelling commissie

Samenstelling commissie

De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de commissie en bepaalt of elke fractie in de commissie is vertegenwoordigd. Veelal is de samenstelling van de commissie die klankbordgesprekken met de burgemeester voert anders, beperkter, van aard dan die van de commissie die de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voorbereidt. Dit, om bij klankbordgesprekken het ‘tribunaaleffect’ te vermijden. Het ‘tribunaaleffect’ kan bij grotere commissies overigens ook iets worden gemitigeerd door woordvoerders aan te wijzen. De verordening geeft daarom de mogelijkheid om de samenstelling van de commissie van taak tot taak – benoeming, klankbordgesprek en herbenoeming – te laten variëren.

Een uitzondering wordt gemaakt voor het 100 dagen gesprek. In dat geval heeft de commissie dezelfde samenstelling als de commissie die de benoeming heeft voorbereid. De commissie wordt op grond van artikel 13 na afronding van haar taak ontbonden. Er hoeft dus niet steeds een nieuwe verordening te worden vastgesteld; alleen wordt bij elke nieuwe taak een nieuwe commissie ingesteld. Indien de voorkeur uitgaat naar een vaste commissie, die de klankbordgesprekken met de burgemeester voert, kan de verordening daarop worden aangepast.

Raadslidmaatschap

De commissie bestaat uit raadsleden. Dit brengt mee dat het lidmaatschap van de commissie eindigt bij beëindiging van het raadslidmaatschap. Bij tijdelijke beëindiging van het raadslidmaatschap, bijvoorbeeld bij tijdelijke vervanging wegens ziekte, kan het commissielidmaatschap herleven zodra het raadslidmaatschap herleeft.

Geen plaatsvervangende leden

Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de commissie een ‘duiventil’ wordt.

Artikel 4. Adviseur

Zie de circulaire. Bij klankbordgesprekken ligt het niet voor de hand een of meer wethouders als adviseur aan de commissie toe te voegen. Zie verder de toelichting bij artikel 9 onder Voorbereiding en informatiebronnen.

Artikel 5. Geheimhouding

Wettelijke geheimhoudingsplicht

De geheimhoudingsplicht volgt uit artikel 61c van de Gemeentewet en hoeft niet expliciet in de verordening te worden opgenomen. Het is wel van belang dat de voorzitter bij de start van elke vergadering uitdrukkelijk wijst op deze geheimhoudingsverplichting. De praktijk wijst namelijk uit dat de geheimhoudingsplicht niet vaak genoeg kan worden benadrukt.

Artikel 7. Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure

Contactpersoon

Het eerste lid van deze bepaling doet vanzelfsprekend niets af aan de geheimhoudingsplicht. De geheimhouding dient zeer strikt in acht te worden genomen. De raadsgriffier kan er voor kiezen aan de leden van de commissie en de adviseurs niets per post en per e-mail te versturen, maar alles te laten lopen via terinzagelegging en, in het algemeen, zo min mogelijk op papier te zetten.

Artikel 9. Bijzondere bepalingen over klankbordgesprekken

Klankbordgesprekken

Het belang van klankbordgesprekken staat buiten kijf. De houding waarin dergelijke gesprekken niet nodig worden bevonden, is vrijwel verdwenen. Elke nieuwe burgemeester krijgt bij het gesprek met de minister van BZK dan ook de brochure Klankbordgesprekken uitgereikt. Het burgemeestersambt ontwikkelt zich steeds meer tot een politieke functie en de burgemeester ligt steeds vaker onder vuur. Aanbevelingen tot niet-herbenoeming brengen grote bestuurlijke en persoonlijke schade mee die koste wat kost moet worden voorkomen. Dit pleit voor het instigeren van een cultuur waarin regelmatige onderlinge reflectie op het functioneren van burgemeester en gemeenteraad culmineert in formele klankbordgesprekken. Mocht na een aantal jaren blijken dat de samenwerking ondanks pogingen daartoe toch niet naar wens functioneert dan kan tijdig worden gesproken over de toekomst en kan de commissaris van de Koning tijdig worden geïnformeerd.

Frequentie

Het advies is klankbordgesprekken periodiek, in elk geval jaarlijks, te laten plaatsvinden.

Een keer per jaar met elkaar overleggen over het wederzijds functioneren is te weinig als er problemen zijn en – zo wordt wel eens ervaren – te veel als het goed gaat. Dit laatste blijkt in de praktijk niet juist te zijn. In goede tijden wordt door een regelmatig reflectiemoment een manier van communiceren ontwikkeld waarop in mindere tijden kan worden teruggegrepen. En ook als het goed gaat, mag daar natuurlijk bij stil worden gestaan.

Voorbereiding en informatiebronnen

Een klankbordgesprek wordt gestart op initiatief van de raadsgriffier. De raadsgriffier vormt een spilfunctie in het proces. Aan het klankbordgesprek zijn geen vormvereisten verbonden. Het kan plaatsvinden met een delegatie uit de gemeenteraad, mits daarin coalitie en oppositie zijn vertegenwoordigd. Een goed klankbordgesprek valt of staat met een goede voorbereiding. De burgemeester opereert niet in een vacuüm. De gesprekken kunnen bijvoorbeeld worden voorbereid in, en de resultaten daaruit teruggekoppeld via, het presidium. In de verordening is voor de terugkoppeling gekozen via terinzagelegging voor de hele gemeenteraad. In de voorbereiding kan worden gesproken met een of meer leden van het college, een samenwerkingspartner op het gebied van OOV, de gemeentesecretaris en de raadsgriffier. Van al deze gesprekken worden verslagen opgemaakt. Die verslagen vormen de basis voor het gesprek. Het verdient aanbeveling de kring van geraadpleegden niet groter te maken dan hier aangegeven.

Zachte heelmeesters

Het is van belang in en buiten het gesprek kritiek te organiseren en ook daadwerkelijk te geven. Zelfs als dat niet in de traditie ligt. De praktijk leert dat te laat – of niet – gegeven kritiek tot grote problemen kan leiden in de onderlinge samenwerking en – uiteindelijk – bij de herbenoemingsprocedure. Het is de taak van de raadsgriffier om hem bekende kritiek op het functioneren van de burgemeester en/of de gemeenteraad zichtbaar en bespreekbaar te maken.

De commissaris van de Koning

Het is te adviseren om bij serieuze kritiek op het functioneren dit vroegtijdig met de commissaris van de Koning te bespreken.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure

Problematische herbenoeming

Mocht een door de burgemeester gewenste herbenoeming op obstakels stuiten, dan raadpleegt de griffier tijdig de kabinetchef van de commissaris van de Koning. Deze heeft ervaring met de juridische mogelijkheden en onmogelijkheden in een dergelijke situatie en legt zo nodig contact met het ministerie van BZK. De praktijk leert dat de bestuurlijke schade, die een aanbeveling tot niet herbenoeming voor alle betrokkenen met zich meebrengt, vaak kan worden beperkt.