Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent forensenbelasting (Verordening forensenbelasting 2020)

Geldend van 25-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Koggenland houdende regels omtrent forensenbelasting (Verordening forensenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Koggenland;

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2019 gelezen en neemt de onderbouwing daarvan over, en gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2020.

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam forensenbelasting wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning, stacaravan en/of een chalet beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3. Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf verblijft.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt per jaar voor de in artikel 1 bedoelde wo¬ning;

    • a.

      voor een stacaravan en/of chalet € 184,49

    • b.

      voor elke andere gemeubileerde woning niet vallende onder a € 375,00

Artikel 5. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing

De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, voor niet-natuurlijke belastingplichtigen minder dan € 1.100,-- bedraagt en zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Overgangsrecht

De “Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelastingen 2019”, vastgesteld op 26 november 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening forensenbelasting 2020”.

Ondertekening

De raad van de gemeente Koggenland,

DATUM 16 december 2019, agendapunt 3.06.07.

de griffier,

mevrouw drs. G.C.I. Kager

de voorzitter,

J. Franx