Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden Korendijk

Geldend van 12-06-2007 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden Korendijk

Nummer: 0701833

Burgemeester en wethouders van Korendijk:

Overwegende, dat het de voorbereiding van de bezwaarschriften op het gebied van personeelsaangelegenheden op wil dragen aan een afzonderlijke commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de bepalingen van Algemene wet bestuursrecht;

B e sl u i t e n :

Vast te stellen de

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN PERSONEELSAANGELEGENHEDEN KORENDIJK

1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Korendijk

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften op het gebied van personeelsaangelegenheden;

  • c.

    ambtenaar: hij die door of vanwege het college is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn.

2. BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een commissie die het college adviseert over de door de ambtenaar ingediende bezwaren op het gebied van personeelsaangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college:

    • a.

      een lid voorgedragen door het college;

    • b.

      een lid, voorgedragen door de centrales van overheidspersoneel;

    • c.

      de voorzitter wordt door de onder a. en b. genoemde leden voorgedragen.

Het college kan één of meer plaatsvervangende leden benoemen.

  • 2.

    De leden van de commissie ontvangen een door het college vast te stellen vergoeding.

  • 3.

    Tot lid van de commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      ambtenaren door of vanwege het bestuursorgaan aangesteld of daaraan ondergeschikt zijn;

    • b.

      zij die anderszins deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 4 Secretaris

De secretaris van de commissie wordt door de gemeentesecretaris aangewezen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad. Zij kunnen terstond worden herbenoemd.

  • 2. De leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat inde opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Door het college wordt een verweerschrift opgesteld. Het verweerschrift wordt uiterlijk tien dagen voor de zittingsdatum in handen gesteld van de commissie en de ambtenaar.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het door de indiener stellen van een termijn;

  • -

    6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid;

  • -

    7:6, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

1.De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zonodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen.

Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

2.De secretaris van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats van de zitting waarin de ambtenaar en het college in de gelegenheid wordt gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de AWB.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit van het horen af te zien, doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de ambtenaar;

    • b.

      het college.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de ambtenaar en het college ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de ambtenaar of het college onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de ambtenaar en het college meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Bijeenkomst commissie

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

  • 2. Het horen van de ambtenaar en het college vindt plaats door de voltallige commissie.

  • 3. De commissie beslist in voltallige vergadering over het uit te brengen advies.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

De commissie vergadert in beslotenheid.

Artikel 14 Schriftelijke vastlegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de AWB vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.

  • 4. Het verslag wordt door de commissie vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het college en de ambtenaar toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het college en de ambtenaar kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt voltallig en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • a.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

    • b.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag tijdig uitgebracht aan het college.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de AWB, ontoereikend is voor het achtereenvolgens uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het college tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de ambtenaar en het college een afschrift.

3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding

1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van vaststelling in werking.

Artikel 19 Citeertitel

2.Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening commissie bezwaarschriften personeelsaangelegenheden Korendijk”

Ondertekening

Vastgesteld op 12 juni 2007
Burgemeester en wethouders van Korendijk
De secretaris, de burgemeester,
A.M. Weststrate R.W.J. Melissant-Briene