Regeling vervallen per 01-01-2020

Gedragscode voor ambtenaren

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2019

Intitulé

Gedragscode voor ambtenaren

Gedragscode voor ambtenaren

Gedragscode voor ambtenaren

1. Goed ambtenaarschap

1.1

U beseft dat u onderdeel bent van de o verheid. U dient het algemene belang en probeert met uw handelen het vertrouwen in de overheid te versterken.

1.2

U houdt zich aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde g edragsregels. U treedt correct op tegen burgers en bedrijven. U discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen.

1.3

U voert uw werk op een professionele manier uit. U geeft de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie. Situaties waarin u niet volgens uw professionele normen kunt werken stelt u intern aan de orde.

1.4

U gaat respectvol met uw collega’s om. U houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. U bent aanspreekbaar op uw gedrag.

1.5

U gaat verantwoord om met middelen van de gemeente (gelden, diensten, goederen, kennis). U vermijdt het maken van onnodige kosten.

1.6

U draagt verantwoordelijkheid voor uw eigen handelen. U kunt de keuzes die u binnen uw werk maakt verantwoorden.

1.7

U ondersteunt de verantwoordelijkheid van uw leidinggevende d oor hem of haar waar nodig te informeren.

2. Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

2.1

U gaat binnen en buiten uw werk zorgvuldig om met persoonlijke gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden.

2.2

U gaat functioneel om met gevoelige informatie. U respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

2.3

U gebruikt (financiële) informatie en voorkennis van beleid voor de uitoefening van uw functie en niet voor andere doeleinden.

2.4

U “lekt” geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten. U laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken.

2.5

Als regel worden persvragen primair beantwoord door bureau Communicatie, de verantwoordelijk bestuurder of de sectordirecteuren. Op aangeven van de sector directeur kan de journalist worden doorverbonden met de vakambtenaar als het gaat om achtergrond- of vakinhoudelijke informatie.

2.6

U zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als u uw werkplek verlaat en dat de bestanden in uw computer zijn afgesloten.

2.7

Informatie waarover het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd houdt u geheim.

3. Nevenfuncties en andere privé-activiteiten

3.1

U bent zich ervan bewust dat activiteiten die u naast uw werk verricht het functioneren van de gemeente op een of andere manier kunnen raken. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn: bestuursfuncties, commissariaten, vrijwilligerswerk, een eigen bedrijfje en vennoot- of aandeelhouderschap.

3.2

U meldt een (voorgenomen) nevenactiviteit bij het college van burgemeester en wethouders als de activiteit raakvlakken heeft met uw functieuitoefening. Een raakvlak is in elk geval aanwezig als u activiteiten verricht voor een organis atie, instantie of bedrijf dat op de een of andere manier banden heeft met de gemeente. Bijvoorbeeld: in uw functie adviseert u over subsidie op het terrein van welzijn en in uw vrije tijd vervult u een bestuursfunctie binnen een welzijnsstichting in deze gemeente.

3.3

U meldt activiteiten die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met gemeentelijke belangen waar u in uw functie mee te maken hebt. Bijvoorbeeld: privé voert u actie tegen de sloop van een gebouw en in uw functie bent u betrokken bij besluiten over de bestemming van dit gebouw.

3.4

U meldt een nevenactiviteit ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Zo kan uw productiviteit eronder lijden als u in uw vrije tijd als barkeeper regelmatig tot laat aan het werk bent. Een ander voorbeeld zijn ethisch of politiek omstreden privé-activiteiten van ambtenaren. Die zouden schade kunnen toebrengen aan het imago of de geloofwaardigheid van de gemeente.

3.5

U realiseert zich dat ook het oordeel van de buitenwereld van belang is. U kunt uw “petten” misschien zonder problemen scheiden, maar als uw nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen in de overheid.

3.6

Ook financiële belangen in de privé-sfeer (bijvoorbeeld het hebben van aandelen) kunnen een onafhankelijke besluitvorming in de weg staan of de schijn daarvan hebben. Als de gemeente niets weet van uw financiële belangen, bent u de enige die kan inschatten of dat belang zich verdraagt met uw functie -uitoefening. Hebt u in uw functie een relatie met een bedrijf waar u persoonlijk een financieel belang in heeft, vermijd dan risico’s en bespreek dit met uw leidinggevende.

4. Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

4.1

U accepteert een geschenk alleen als uw onafhankelijke opstelling ten opzichte van de gever daardoor niet beïnvloed wordt. U gaat na of acceptatie van het geschenk verplichtingen schept voor de toekomst. U bedenkt ook hoe de buitenwereld zou kunnen aankijken tegen het aannemen van een geschenk. In veel gevallen levert dit geen probleem op. Denk aan een fles wijn voor een door u verrichte presentatie, een ceremonieel aan u overhandigd rapport van een bureau of aan bedrijfsattenties, zoals kalenders en pennen. Dergelijke geschenken zijn bedoeld als blijk van waardering voor uw specifieke inspanning of goede samenwerkingsrelatie.

4.2

Een geschenk van een derde dat u in verband met uw werk hebt gekregen is in principe eigendom van de gemeente.

4.3

Geschenken die u accepteert meldt u bij uw leidinggevende. Geschenken die naar uw idee meer dan € 50,00 waard zijn accepteert u niet.

4.4

U meldt ook aangeboden geschenken die u niet hebt geaccepteerd en in het vooruitzicht gestelde geschenken. Bedrijfsattenties, zoals agenda’s, kalenders, pennen, muismatten en hebbedingetjes, hoeft u niet te melden.

4.5

Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteert u niet.

4.6

Geschenken die op uw huisadres worden aangeboden accepteert u niet. Indien een geschenk toch thuis is afgeleverd, bespreekt u de bestemming daarvan met uw leidinggevende.

4.7

Geschenken die u worden aangeboden door een relatie die nog iets van u “nodig” heeft (een opdracht, vergunning, subsidie, beslissing in bezwaarprocedure), accepteert u niet.

4.8

U accepteert geen geldbedragen. Als afgesproken is dat een derde betaalt voor uw verrichtingen, gebeurt dat door middel van een factuur aan de gemeente.

4.9

Vanzelfsprekend vraagt u nooit gunsten voor uzelf aan derden.

5. Uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

5.1

U beoordeelt of een uitnodiging relevant is voor de gemeente. U bespreekt alle uitnodigingen met uw leidinggevende.

5.2

U reist niet op kosten van derden. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een dienstreis en gelden de algemene regels: er is toestemming nodig van de leidinggevende en de kosten zijn voor de gemeente.

5.3

U neemt uw verantwoordelijkheid bij informele contacten met derden, zoals recepties en etentjes waar alcohol wordt geschonken. Zorg dat u “nee” kunt bli jven zeggen als het “nee” moet zijn.

5.4

U bent ervoor verantwoordelijk dat de leiding op de hoogte is van het reilen en zeilen binnen uw functie-uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan uw leidinggevende weten.

6. Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

6.1

U houdt het privé-gebruik van (mobiele) telefoon, kopieerapparaat en dergelijke beperkt. Wat betreft de mobiele telefoon neemt u daarbij de regels in acht van de ter zake vastgestelde regeling. U zorgt ervoor dat dit uw dagelijkse werkzaamheden niet hindert.

6.2

U neemt bij privé-gebruik van internet en e-mail de regels van het “Protocol internet en e-mail” in acht.

6.3

U laat uw privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur openlijk zijn, zo dat u erop kunt worden aangesproken. Uw leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van “beperkt gebruik” dan u.

6.4

U neemt geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis. Het lenen van eigendommen voor privé-gebruik is alleen mogelijk als u daarvoor toestemming van uw leidinggevende hebt gekregen.

6.5

U doet geen privé-bestellingen via de gemeente, tenzij daartoe uitdrukkelijk de mogelijkheid wordt geboden. U verzendt geen ongefrankeerde privé -post via de postkamer.

6.6

U declareert alleen kosten die u hebt gemaakt. U maakt eerlijk gebruik van regelingen voor het personeel, zoals kinderopvang en het gemeentelijk Fietsenplan.

6.7

Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook: naleven van de werktijden en de regels bij ziekteverzuim.

7. Belangen van familieleden, vrienden en ex -collega’s

7.1

U bent alert op situaties in uw werk waarin u met privé -relaties te maken krijgt. U licht uw leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin familie of vrienden werkzaam zijn. U voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf.

7.2

U bent terughoudend met het geven van adviezen aan bekenden in de privé -sfeer. U bent bedacht op botsing van belangen.

7.3

U let bij het inhuren van ex-collega’s goed op het volgen van de juiste procedure van inhuur en aanbesteding. U kunt motiveren waarom de inhuur van een ex - ambtenaar als zelfstandige nodig en verantwoord is. U realiseert zich hoe dat kan overkomen op de buitenwereld die geen achtergrondinformatie heeft. U bespreekt de risico’s met uw leidinggevende.

8. Reageren op niet-integere zaken

8.1

U bespreekt twijfels over de integriteit van collega’s zo veel mogelijk met henzelf. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot resultaat dan handelt u overeenkomstig hetgeen is vermeld in de “Regeling Klokkenluiders 2004” van onze gemeente.

8.2

U bent ook zelf aanspreekbaar op uw handelen en uw uitlatingen. Collega’s en burgers kunnen uw werkwijze en uw woorden anders ervaren dan u bedoelt.

9. De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit

9.1

Als leidinggevende geeft u het goede voorbeeld.

9.2

U bent open over uw manier van werken. U bent aanspreekbaar op uw werkwijze en uw houding naar medewerkers.

9.3

Bij twijfel en vragen over de juiste handelwijze kunnen medewerkers bij u terecht.

9.4

U bespreekt twijfels en vragen over integriteit in werkverband en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen.

9.5

U bent alert op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weerbaarheid daartegen.

9.6

U spreekt medewerkers aan op dubieus gedrag, maakt afspraken en treft zonodig maatregelen.

10. Slotbepaling

10.1

In gevallen waarin deze gedragscode niet voorziet en het een medewerker betreft beslist de leidinggevende na overleg met de gemeentesecretaris. Als het een leidinggevende betreft beslist de gemeentesecretaris na overleg met de burgemeester. Als het de gemeentesecretaris betreft beslist de burgemeester, gehoord het college. Als het de raadsgriffier, dan wel bij de griffie werkzame personen, betreft beslist de raad, gehoord het presidium.