Regeling vervallen per 28-09-2021

Gedragscode voor politieke ambtsdragers gemeente Krimpenerwaard 2015

Geldend van 17-12-2016 t/m 27-09-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Gedragscode voor politieke ambtsdragers gemeente Krimpenerwaard 2015

De gemeenteraad van Krimpenerwaard,

gelezen het raadsvoorstel dat in afstemming met de fractievoorzitters tot stand is gekomen;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15, 28, 41en 69 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

Vast te stellen de “Gedragscode voor politieke ambtsdragers gemeente Krimpenerwaard 2015” waarvan de tekst als volgt luidt:

Deel I Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers.

Leden van het dagelijks (burgemeester en wethouders) en algemeen bestuur (raadsleden) van Krimpenerwaard stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politiek ambtsdragers in een breder perspectief:

· Dienstbaarheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

· Functionaliteit

Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

· Onafhankelijkheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

· Openheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

· Betrouwbaarheid

Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

· Zorgvuldigheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de navolgende gedragsafspraken.

Politieke ambtsdragers stellen de persoonlijke integriteit van leden van het college, raad, commissies en ambtelijke organisatie, niet onbewezen ter discussie.

Ze onthouden zich van beledigingen, laster, leugens en dragen er zorg voor dat de toonzetting van hun beweringen niet geschiedt in persoonlijke grieven en bewoordingen. Naderhand onjuist gebleken beweringen worden door de bestuurder publiekelijk gerectificeerd.

Deel II Gedragscode politieke ambtsdragers

Algemene bepalingen

  • 1.1

    Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers van Krimpenerwaard tenzij uit de tekst van een gedragsregel anders blijkt.

  • 1.2

    Onder politieke ambtsdragers wordt verstaan:

    • ·

      de burgemeester

    • ·

      de wethouders

    • ·

      de leden van de gemeenteraad

    • ·

      de leden van raadscommissies

  • 1.2

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidigis vindt bespreking plaats in het college of de gemeenteraad.

  • 1.3

    De code is openbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk.

  • 1.4

    Politiek ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze

    code.

  • 1.5

    Een politiek ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Belangenverstrengeling

  • 2.1

    Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen bij organisaties of ondernemingen die een relatie met de gemeente hebben of kan krijgen en waarover de gemeente een besluit neemt.

  • 2.2

    Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van diensambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamhedenvoor de gemeente waaraan hij verbonden was.

  • 2.4

    Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager overeen onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daaroveraan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.5

    Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszinspersoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.6

    Een politiek ambtsdrager die een functie vervult bij een instelling van particulier initiatief die subsidie van de gemeente ontvangt, onthoudt zich van deelname aan besluitvorming over voorstellen die raken aan het belang van deze instelling.

  • 2.7

    Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan degemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 2.8

    Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risicovormen voor een integere invulling van de politieke functie of die een te groot beslag leggen op diens beschikbare tijd voor het ambt.

  • 2.9

    Een politiek ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijnnevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 2.10

    Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit nevenfunctie, tenzijdat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats van de inkomsten uit nevenfuncties met de ambtsvergoeding.

Informatie

  • 3.1

    Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatiewaarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestandenbeveiligd zijn.

  • 3.2

    Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3.3

    Een politiek ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.4

    Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijnpersoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregeninformatie.

  • 3.5

    Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten alsmede met de sociale media van de gemeente.

Geschenken

  • 4.1

    Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of dienstenindien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. Inonderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangebodengeschenken of andere voordelen.

  • 4.2

    Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd als deze een waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen. Deze geschenken zijn eigendom van de gemeente en hiervoor wordt een gemeentelijke bestemming gezocht.

  • 4.3

    Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden in afwijking van punt 4.2 alleen gemeld (burgemeester en wethouder in het college en raadslid in de fractie) maar niet geregistreerd. Deze geschenken kunnen worden behouden.

  • 4.4

    Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politiek ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

Diensten

  • 5.5

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen wordenniet geaccepteerd van zakelijk partners indien deze voor de ambtsdrager een objectieve oordeelsvorming uit hoofde van zijn functie in de weg kunnen staan.

Uitnodigingen

  • 6.6

    Een politiek ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

Bestuurlijke uitgaven en onkostenvergoedingen

  • 7.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervankunnen worden aangetoond. Een politiek ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiekbevinden.

  • 7.2

    Een politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 7.3

    In geval van twijfel over een declaratie of over het correct gebruik van een creditcard door een bestuurder, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het dagelijks bestuur.

Buitenlandse dienstreizen

  • 8.1

    Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis (daaronder valt ook een reis naar de landen van het Koninkrijk in de Caraïben en de BES-eilanden) te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt het algemeen bestuur van de besluitvorming in het dagelijks bestuur op de hoogte gesteld.

  • 8.2

    Een politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of eenuitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 8.3

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 8.4

    Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken.

  • 8.5

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechtsbeperkt toegestaan en moet betrokken worden bij de besluitvorming.

    De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

Voorzieningen

  • 9.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het bruikleen betreft van een fax, mobiele telefoon, Ipad, laptop en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 9.2

    Het dagelijks bestuur kan bepalen dat bestuurders voor hun dienstreizen gebruik maken van een dienstauto (met of zonder chauffeur) voor de uitoefening van nevenfuncties (die samenhangen met het ambt).

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

  • 10.1

    Indien bepalingen van deze gedragscode afwijken van hetgeen bij of krachtens de Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden is bepaald prevaleert de Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden.

Vermoeden integriteitschending

  • 11.1

    Wanneer er een vermoeden is van een integriteitschending, wordt dit gemeld bij de burgemeester. De burgemeester voert een verkennend onderzoek uit en brengt daarvan verslag uit bij de indiener. De burgemeester kan besluiten het presidium en/of de raad te informeren over de uitkomst van zijn verkennend onderzoek.

  • 11.2

    Indien in het vermoeden van de integriteitschending de burgemeester betrokken is, wordt dit gemeld aan het presidium en bij de Commissaris van de Koning.

In werkingtreding

  • 12

    Deze gedragscode treedt in werking op 2 januari 2015 en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 januari 2015,
de griffier, drs. K.E. Driehuijs.
de voorzitter, mr. T.P.J. Bruinsma.