Regeling vervallen per 17-06-2020

Subsidiebeschikking Nederlands Zilvermuseum 2020

Geldend van 17-06-2020 t/m 16-06-2020

Intitulé

Subsidiebeschikking Nederlands Zilvermuseum 2020

Beste meneer, mevrouw Teheux,

Wij ontvingen op 20 januari 2020 uw subsidieaanvraag 2020 met daarbij als bijlage de begroting 2020. In deze brief vraagt uw organisatie voor 2020 een bedrag aan van € 190.000,00 bovenop de reeds bestaande subsidie 2020 ter hoogte van € 50.576,00l. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld. In deze brief leest u ons besluit.

Besluit

Wij verlenen uw organisatie een begrotingssubsidie van € 140.000,00 voor de reguliere exploitatie van het Zilvermuseum, zodat het museum op het huidige niveau kan blijven functioneren.

Voor de activiteiten die u zult verrichten voor de thans verstrekte subsidie verwijzen wij naar uw aanvraag van 20 januari 2020. Wij stellen in overleg met u de bijbehorende prestatieafspraken op en deze maken onderdeel uit van deze subsidieverlening.

Motivering

De activiteiten, waarvoor u subsidie aanvraagt, dragen bij aan het maatschappelijk effect, de gemeentelijke doelen en de resultaten die staan in de Subsidieregeling Gemeente Krimpenerwaard 2020 voor het thema Cultuur en zijn een vervolg op het genomen raadsbesluit van 26 mei 2020.

Via onze brief d.d. 31 maart 2020 met documentnummer 20-0008475, ontving u eerder een incidentele subsidie van € 50.000,00. In verband hiermee zal de begrotingssubsidie worden verleend voor een bedrag van € 140.000,00.

De aanvraag is beoordeeld aan de hand van de volgende wet- en regelgeving

De subsidieaanvraag is beoordeeld aan de hand van de volgende wet- en regelgeving:

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

Op grond van artikel 4:23 lid 1 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) kan een bestuursorgaan slechts een subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift. Dit is anders als er sprake is van een begrotingssubsidie (als de begroting de subsidie-ontvanger en het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld vermeldt). In het onderhavige geval zal er een begrotingssubsidie worden verstrekt krachtens de Awb.

Staatssteun

Bij de onderhavige subsidieverlening hebben wij getoetst of er sprake is van staatssteun in de zin van artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Voor deze subsidieverlening zal gebruik worden gemaakt van artikel 53 van de Verordening (EU) Nr. 651/2014 (hierna te noemen: de AGVV) en de achterliggende voorwaarden die daarbij van toepassing zijn. Steun op basis van de AGVV is vrijgesteld van aanmelding bij de Europese Commissie, het doen van een kennisgeving volstaat.

Deze beschikking zullen wij binnen 20 dagen na besluitvorming ter kennis brengen aan de Europese Commissie. De Europese Commissie kan vragen stellen naar aanleiding van de kennisgeving. Dit kan mogelijk tot gevolg hebben dat de Europese Commissie alsnog van oordeel is dat onderhavige beschikking niet onder de AGVV valt. Dit kan tot gevolg hebben dat de subsidieverlening moet worden teruggevorderd.

Daarnaast komt de subsidieverlening van rechtswege te vervallen indien blijkt dat er ten aanzien van u een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard. Reeds betaalde bedragen zullen in dat geval door ons worden teruggevorderd.

Voorwaarden uit de staatssteunregels

Subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 53 uit de AGVV. Conform artikel 6 van de AGVV wordt enkel steun uitgekeerd indien deze een stimulerend effect heeft.

Cumulatie

Bij subsidieverstrekking worden de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de AGVV in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar dient te worden opgeteld om het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteiten en –bedragen uit artikel 53 AGVV.

Geen subsidie bij openstaand terugvorderingsbesluit

Conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de AGVV wordt betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij door dezelfde lidstaat toegekende steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

Geen subsidie aan ondernemingen in moeilijkheden

Conform artikel 1 lid 4 sub c) van de AGVV wordt geen steun toegekend aan ondernemingen in moeilijkheden.

Publicatie en informatie

Conform artikel 9 van de AGVV worden de publicatieverplichtingen nageleefd. Bij individuele steunverleningen van € 500.000,00 of meer worden de benodigde gegevens binnen zes maanden vanaf de datum van de toekenning van de steun gepubliceerd via de State Aid Transparency Award Module (TAM). Vanaf de datum van steunverlening blijven de gegevens tien jaar beschikbaar (art 9 lid 4 AGVV).

Artikel 53 van de AGVV

Ten aanzien van artikel 53 van de AGVV en de daarbij behorende leden is onder andere het volgende bepaald:

  • 1.

    Steun voor cultuur en instandhouding van het erfgoed is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en is van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld.

  • 2.

    De steun wordt toegekend voor de volgende culturele doelstellingen en activiteiten:

    • a)

      musea, archieven, bibliotheken, kunstencentra en cultuurcentra of artistieke of culturele locaties, theaters, operahuizen, concerthallen, andere live-performanceorganisaties, cinematografische erfgoedinstellingen, en andere vergelijkbare artistieke en culturele infrastructuurvoorzieningen, organisaties en instellingen;

  • (...)

  • 3.

    De steun kan de vorm hebben van:

    • a.

      investeringssteun, met inbegrip van steun voor de bouw of modernisering van cultuurvoorzieningen;

    • b.

      exploitatiesteun.

  • 4.

    Wat investeringssteun betreft, zijn de in aanmerking komende kosten de kosten voor investeringen in materiële en immateriële activa, met inbegrip van:

    • a.

      kosten voor de bouw, modernisering, verwerving, instandhouding of verbetering van infrastructuur, indien jaarlijks ten minste 80% van de tijd- of ruimtecapaciteit voor culturele doeleinden wordt gebruikt;

    • b.

      kosten voor de verwerving, met inbegrip van huur, eigendomsoverdracht of fysieke verplaatsing van cultureel erfgoed;

    • c.

      kosten voor bescherming, instandhouding, restauratie en herstel van materieel en immaterieel cultureel erfgoed, met inbegrip van bijkomende kosten voor de opslag onder geschikte omstandigheden, speciale uitrusting, materialen en de kosten voor documentatie, onderzoek, digitalisering en publicatie;

    • d.

      kosten om cultureel erfgoed beter toegankelijk te maken voor het publiek, met inbegrip van kosten voor digitalisering en andere nieuwe technologieën, kosten om de toegankelijkheid te verbeteren voor mensen met speciale behoeften (met name hellingbanen en liften voor mensen met een handicap, aanduidingen in braille en voel- en tastobjecten in musea) en kosten om de culturele diversiteit ten aanzien van presentaties, programma's en bezoekers te bevorderen;

    • e.

      kosten voor culturele projecten en activiteiten, samenwerkings- en uitwisselingsprogramma's en -beurzen, met inbegrip van kosten voor selectieprocedures, promotiekosten en kosten die rechtstreeks uit het project voortvloeien.

  • 5.

    Wat exploitatiesteun betreft, zijn de in aanmerking komende kosten de volgende:

    • a.

      de kosten van de culturele instelling of erfgoedlocatie in verband met vaste of tijdelijke activiteiten, waaronder tentoonstellingen, uitvoeringen en evenementen en vergelijkbare culturele activiteiten die plaatsvinden in het kader van hun normale activiteiten;

    • b.

      kosten van culturele en artistieke educatie en van de bewustmaking van het belang van de bescherming en bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen via educatieve programma's en bewustmakingscampagnes voor het grote publiek, onder meer door middel van nieuwe technologieën;

    • c.

      kosten om de locaties en activiteiten van culturele instellingen of erfgoedlocaties beter toegankelijk te maken voor het publiek, met inbegrip van kosten voor digitalisering en het gebruik van nieuwe technologieën, alsmede kosten om de toegankelijkheid te verbeteren voor mensen met een handicap;

    • d.

      exploitatiekosten die rechtstreeks verband houden met het culturele project of de culturele activiteit, zoals het huren of leasen van vastgoed en culturele locaties, reiskosten, materialen en leveranties die rechtstreeks verband houden met het culturele project of de culturele activiteit, architectonische structuren voor tentoonstellingen en podia, de ontlening, huur en afschrijving van werktuigen, software en uitrusting, kosten voor toegangsrechten tot auteursrechtelijk beschermde werken en andere verwante door intellectuele-eigendomsrechten beschermde content, promotiekosten en kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het project of de activiteit. Afschrijvingslasten en financieringskosten komen alleen in aanmerking indien deze niet werden gedekt door investeringssteun;

    • e.

      kosten voor personeel dat werkt voor de culturele instelling, de erfgoedlocatie of een project;

    • f.

      kosten voor advies- en ondersteuningsdiensten geleverd door externe consultants en dienstverrichters, die rechtstreeks voortvloeien uit het project.

  • 6.

    In het geval van investeringssteun is het steunbedrag niet hoger dan het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de exploitatiewinst van de investering. De exploitatiewinst wordt in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, hetzij vooraf op basis van redelijke prognoses, hetzij via een terugvorderingsmechanisme. De exploitant van de infrastructuur mag een redelijke winst behouden over de betrokken periode.

  • 7.

    In het geval van exploitatiesteun is het steunbedrag niet hoger dan wat nodig is om de exploitatietekorten plus een redelijke winst over de betrokken periode te dekken. Dit wordt geborgd vooraf op basis van redelijke prognoses, of via een terugvorderingsmechanisme.

  • 8.

    Voor steun van ten hoogste 1 miljoen EUR mag het maximale steunbedrag aan de hand van de in de leden 6 en 7 bedoelde methodiek ook worden vastgesteld op 80% van de in aanmerking komende kosten.

  • (...)

Subsidieverplichtingen

Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de begrotingssubsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt u dit onverwijld schriftelijk aan ons.

Verder informeert u ons onverwijld schriftelijk over:

  • a.

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

  • b.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • c.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

  • d.

    wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Uitbetaling

Het bedrag van € 140.000,00 maken wij in twee termijnbedragen van € 70.000,00 over naar uw rekeningnummer NL46 ABNA 0432 6009 14, ten name van: Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven, onder vermelding van ‘begrotingssubsidie 2020’. De betaling vindt plaats in de maand juli en oktober 2020.

Verantwoording en vaststelling verleende begrotingssubsidie 2020

De subsidie is een voorschot. U dient uiterlijk op 1 juni 2021 een aanvraag tot vaststelling in voor de subsidie. Bij de aanvraag overlegt u:

  • -

    een inhoudelijk verslag. Hieruit blijkt wat er is uitgevoerd van de gesubsidieerde activiteiten en dat er aan de verplichtingen is voldaan;

  • -

    een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • -

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • -

    een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant.

Wij vragen u daarbij te komen tot 1 gecombineerde verantwoording van de door u van ons ontvangen subsidiebedragen betreffende het jaar 2020.

Bel ons als u vragen heeft

Heeft u vragen over deze brief? Belt u dan met Isabella Dijkgraaf. Zij is te bereiken via telefoonnummer 140182.

Ondertekening

Met vriendelijke groet,

namens het college van burgemeester en wethouders,

Sylvia van der Ruit

afdelingsmanager Sociaal domein

BEZWAAR

Tegen deze beschikking kan een belanghebbende binnen zes weken na de verzenddatum van deze brief schriftelijk bezwaar maken. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en dient ten minste te bevatten:

naam en adres;

datum;

een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt;

de gronden/motivering van het bezwaar.

Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan:

het college van burgemeester en wethouders van gemeente Krimpenerwaard

Postbus 51

2820 AB Stolwijk

Wij maken u erop attent dat door het indienen van een bezwaarschrift dit besluit niet wordt geschorst. Naast dit bezwaarschrift kunt u, indien u een spoedeisend belang heeft, tevens een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH DEN HAAG.