Regeling vervallen per 28-12-2022

Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet gemeente Laarbeek 2018

Geldend van 06-03-2018 t/m 27-12-2022

Intitulé

Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet gemeente Laarbeek 2018

De raad van de gemeente Laarbeek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 december 2017;

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening burgerparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet;

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Burgerparticipatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de vertegenwoordigers van cliënten en burgers betrekt bij de beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van de Wmo en de Jeugdwet;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van Laarbeek;

  • c.

    Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet;

  • d.

    Adviesraad Sociaal Domein: de in de gemeente Laarbeek actief zijnde organisatie van (vertegenwoordigers van) cliënten en burgers op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet.

Artikel 2. Taak en doelstelling

  • 1. De adviesraad Sociaal Domein heeft tot taak gevraagd en ongevraagd het college te informeren en te adviseren over het beleid en de uitvoering van de wet en de daarmee samenhangende regelingen.

  • 2. De doelstelling van de adviesraad Sociaal Domein is gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan alle inwoners van de gemeente Laarbeek, evenals het bieden van jeugdhulp en ondersteuning aan minderjarigen:

    • -

      middels burgerparticipatie in het sociaal domein;

    • -

      middels het leveren van een bijdrage aan de totstandkoming van de verordening Wmo en Jeugdhulp;

    • -

      met als oogmerk te bewerkstelligen, dat belanghebbenden bij de wet door de zelforganisatie vanuit een onafhankelijke positie waar nodig betrokken worden c.q. zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het (mede door) gevoerde gemeentelijke beleid.

Artikel 3. Periodiek overleg

  • 1. Minimaal zes keer per jaar komen de leden van de adviesraad Sociaal Domein bij elkaar voor overleg.

  • 2. Minimaal twee keer per jaar vindt er overleg plaats tussen de wethouder en de adviesraad sociaal domein.

  • 3. Daarnaast vindt er minimaal zes keer per jaar een ambtelijk overleg plaats met de vertegenwoordiger(s) van de adviesraad Sociaal Domein.

Artikel 4. Werkwijze

  • 1. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het te geven advies van wezenlijk invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 2. Uiterlijk zes weken nadat advies is gevraagd wordt door de adviesraad Sociaal Domein geadviseerd.

  • 3. De adviesraad Sociaal Domein kan zich ten behoeve van zijn adviserende taak laten informeren en adviseren door derden.

Artikel 5. Het advies

  • 1. Het advies wordt schriftelijk uitgebracht en is met redenen omkleed.

  • 2. Als het advies niet door het college wordt overgenomen, wordt aan de adviesraad Sociaal Domein gemotiveerd aangegeven waarom het advies niet is overgenomen.

Artikel 6. De informatievoorziening

  • 1. Het college draagt zorg voor een adequate informatievoorziening, waardoor de adviesraad Sociaal Domein zijn taak naar behoren kan uitvoeren. De informatie wordt, wanneer de adviesraad Sociaal Domein hierom vraagt, in een speciale leesvorm (braille, digitaal of grootletterschrift) aangeleverd.

  • 2. Het college stelt in ieder geval de raadsstukken ter beschikking aan de leden van de adviesraad Sociaal Domein.

  • 3. Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met de adviesraad Sociaal Domein.

Artikel 7. Samenstelling adviesraad Sociaal Domein

  • 1. De adviesraad Sociaal Domein zorgt ervoor dat de leden van de raad een evenredige afspiegeling van de Laarbeekse samenleving zijn. Zo wordt een zo breed mogelijk draagvlak voor de adviesraad Sociaal Domein nagestreefd.

  • 2. Het lidmaatschap van de adviesraad Sociaal Domein is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad, het college en het beroep van ambtenaar bij de gemeente Laarbeek en/of bij de uitvoerorganisatie Peelgemeenten.

  • 3. De functie van voorzitter is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander adviesorgaan dat het college of de gemeenteraad adviseert.

  • 4. De voorzitter, die geen deel uitmaakt van de adviesraad Sociaal Domein en geen stemrecht heeft, wordt op persoonlijke titel aangezocht via een open sollicitatie en benoemd door het college.

Artikel 8. Huishoudelijk reglement

Met inachtneming van deze verordening kan de adviesraad Sociaal Domein bij huishoudelijk reglement nadere regels stellen ten aanzien van de eigen werkwijze.

Artikel 9. Faciliteiten

  • 1. De gemeente stelt aan de adviesraad Sociaal Domein middelen ter beschikking ten behoeve van zijn reguliere activiteiten.

    Deze middelen dienen in ieder geval ter bestrijding van;

    • -

      Onkosten van de vrijwilligers;

    • -

      De kosten van speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale leesvormen, doventolk);

    • -

      De kosten van deskundigheidsbevordering;

    • -

      De kosten van aanschaf documentatie, literatuur en vaktijdschriften;

    • -

      De kosten van inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch;

    • -

      De kosten verbonden aan faciliteiten voor kantoor, correspondentie, telefoon, computergebruik en internetaansluiting;

    • -

      De kosten van faciliteiten voor overleg met en activering van de achterban;

    • -

      De kosten van faciliteiten voor het verzorgen van voorlichten en pr met betrekking tot de eigen organisatie en

    • -

      De kosten van faciliteiten voor overleg en afstemming met andere, voor het beleid van belang zijnde, groepen.

  • 2. Deze middelen worden zodanig ter beschikking gesteld dat de adviesraad Sociaal Domein redelijkerwijs in staat kan worden geacht namens een brede achterban gemeenschappelijke belangen te behartigen.

  • 3. De middelen worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting. Jaarlijks voor 1 oktober wordt de begroting ingediend.

  • 4. Jaarlijks voor 1 april legt de adviesraad Sociaal Domein middels een exploitatierekening, rekening en verantwoording af van de door hem in het voorafgaande jaar bestede gelden.

  • 5. Voor niet – reguliere activiteiten kan, indien het college of de gemeenteraad daarmee instemt, een projectsubsidie worden toegekend.

Artikel 10. Slotbepalingen.

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening cliëntenparticipatie Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdwet gemeente Laarbeek’.

  • 2. Deze verordening treedt in de dag na publicatie.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad d.d. 01 februari 2018.

De raad voornoemd,
de griffier,
M.L.M. vanHeijnsbergen
de voorzitter,
F.L.J. van derMeijden

Algemene Toelichting

De gemeenteraad dient één of meer plannen vast te stellen, die richting geven aan te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp.

Artikel 2.1.3 van de Wmo 2015 schrijft voor dat het college de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente belanghebbende natuurlijk en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning betrekt, op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordeningen.

Artikel 2.5.1 van de Wmo 2015 schrijft voor dat gemeenten, voordat een voordracht tot vaststelling (van het plan) aan de gemeenteraad wordt gedaan, advies wordt gevraagd aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

In de Jeugdwet is niet specifiek benoemd dat er een adviesorgaan voor jeugdhulp moet worden aangewezen. Wel wordt in artikel 2.10 Jeugdwet de artikelen 2.1.3 lid 3 2015 Wmo en 2.5.1 Wmo 2015 van overeenkomstige toepassing verklaard op de Jeugdwet. Het is om die reden logisch ook vertegenwoordigers vanuit het jeugdhulpdomein in de adviesraad Sociaal Domein op te nemen.

In deze verordening wordt geregeld op welke wijze dit advies wordt ingewonnen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1.

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Artikel 2.

In dit artikel is de taak van de adviesraad Sociaal Domein.

Artikel 3.

De adviesraad Sociaal Domein kan verschillende vormen van overleg hebben. Met dit artikel is een minimumfrequentie bepaald van de overleggen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen overleggen in het kader van de Wmo en Jeugd. De portefeuillehouder Sociaal Domein voert overleg met de adviesraad Sociaal Domein. Ambtelijk wordt ook overleg gevoerd met de adviesraad en met het deel van adviesraad dat jeugd als aandachtsgebied heeft. Voor beide overleggen geldt een minimum van twee (Wmo en Jeugdwet bestuurlijk) of zes (ambtelijk) keer per jaar.

Artikel 4.

Duidelijk is dat het advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op de gemeentelijke besluitvorming. Ook moet de adviesraad Sociaal Domein een redelijke termijn hebben om het advies uit te kunnen brengen. De termijn mag echter niet dusdanig lang zijn dat het besluitvormingsproces onnodig wordt vertraagd. Een termijn van maximaal vier weken na verzending van de adviesaanvraag is hiervoor een redelijke termijn.

Om goed geïnformeerd te zijn, kan de adviesraad Sociaal Domein zich door derden laten adviseren. Op verzoek van de adviesraad zullen ambtenaren een nadere uitleg geven over de onderliggende stukken, wat niet tot vertraging van het uitbrengen van het advies mag leiden.

Artikel 5.

Het advies van de adviesraad Sociaal Domein kan als bijlage deel uit van het college- en/of raadsvoorstel. Het college en de raad kunnen op deze wijze kennisnemen van het advies.

Artikel 6.

Om het adviesrecht goed uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk dat de adviesraad Sociaal Domein over voldoende informatie beschikt. Het is een taak van het college dat deze informatievoorziening adequaat is. Welke informatie verstrekt moet worden is op voorhand niet te zeggen. De raadsstukken worden aan alle leden van de adviesraad ter beschikking gesteld, zodat zij kennis kunnen nemen van alle raadsvoorstellen.

Artikel 7.

Ten aanzien van de samenstelling van de adviesraad, kan worden vermeldt dat artikel 12 Wmo 2015 zich nadrukkelijk richt op de vragers van maatschappelijke ondersteuning en niet op aanbieders.

Het woord vragers dient ruim te worden opgevat. Het gaat niet alleen om mensen die een individuele voorziening vragen, maar evenzeer om potentiële vragers.

De Wmo en Jeugdwet bestrijken een breed terrein van onderwerpen. Daarom dient de adviesraad ernaar te streven een representatieve afspiegeling te zijn van deze groepen. Dit betekent dat bij de samenstelling van de adviesraad ook gekeken dient te worden naar de getalsmatige verhouding doelgroepen en een evenredige representatie vanuit de dorpskernen.

Om eventuele belangenverstrengeling te voorkomen is een aantal functies uitgesloten van lidmaatschap van de adviesraad. Juist om onafhankelijkheid te waarborgen van de verschillende adviesorganen en de unieke rol van de voorzitter, is een aantal functies uitgesloten van voorzitterschap van de adviesraad. De functie van voorzitter is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ander adviesorgaan dat het college of de raad adviseert.

Artikel 8.

Dit artikel beschrijft de verdere invulling van de werkwijze.

Artikel 9.

Om de werkzaamheden goed te kunnen verrichten, dient de adviesraad Sociaal Domein over eigen middelen te beschikken. De middelen worden door het college verstrekt in de vorm van een subsidie. De adviesraad dient hiervoor jaarlijks een begroting in en legt verantwoording af door middel van een financieel jaarverslag.

Artikel 10.

Voorgesteld wordt om de verordening de dag na publicatie in werking te laten treden. In de praktijk wordt per genoemde datum gewerkt met advisering door de adviesraad Sociaal Domein.