Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten 2018

Geldend van 14-08-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten 2018

1. Inleiding

In veel Brabantse gemeenten wordt een deel van de werkgelegenheid ingevuld door buitenlandse werknemers, zogenaamde arbeidsmigranten. Ook de gemeente Laarbeek heeft te maken met deze arbeidsmigranten die tijdelijke of langdurige arbeid kunnen verrichten.

De gemeente Laarbeek vindt het van belang om de huisvesting van arbeidsmigranten op een goede en verantwoorde wijze te regelen. Hiervoor is ook in regionaal verband steeds meer aandacht. In de regionale ‘Tweede Verklaring arbeidsmigranten in Zuidoost-Brabant’ en de ‘ Uniforme Huisvestingsnorm – Normenset’ van de Stichting Normering Flexwonen worden eisen gesteld aan de huisvestingsvoorzieningen voor arbeidsmigranten. De gemeente Laarbeek staat achter de uitgangspunten van deze regionale verklaring. Ook hebben de Peelgemeenten besloten om samen te werker bij de aanpak van misstanden bij het huisvesten van arbeidsmigranten en/of de arbeidsomstandigheden. Het Peellands Interventieteam (PIT) is daarvan een uitvloeisel.

De huisvesting van arbeidsmigranten en omstandigheden waaronder de arbeidsmigranten hun werk verrichten, zijn daarmee zowel gemeentelijk als in (sub)regionaal verband onder de aandacht via:

  • 1.

    de toets vooraf: aan welke eisen moeten onder meer huisvestingsvoorzieningen voldoen;

  • 2.

    de toets achteraf: optreden als sprake is van misstanden.

Dit beleidskader gaat over de toets vooraf. Vastgelegd is aan welke eisen/voorwaarden de huisvesting van arbeidsmigranten minimaal moet voldoen.

Naast deze eisen moet voor de huisvesting van arbeidsmigranten ook voldaan worden aan de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Laarbeek.

2. Wanneer wordt het beleidskader toegepast?

Het beleidskader wordt toegepast als:

  • 1.

    het gaat om huisvesting van personen die tijdelijk in Nederland verblijven om hier betaalde werkzaamheden te verrichten (arbeidsmigranten), daaronder begrepen short stay 0 tot 3 maanden), midstay (tot zes maanden) en long stay (langer dan zes maanden);

  • 2.

    aanvullend toetsingskader voor huisvesting op basis van het bestemmingsplan;

  • 3.

    de gevraagde huisvesting in strijd is met regels van het geldende bestemmingsplan of beheersverordening.

Daarnaast is dit beleidskader een (aanvullend) toetsingskader voor de ‘Algemene Plaatselijke Verordening‘.

3. Het Beleidskader

Het beleidskader is als volgt opgebouwd.

Hieronder worden eerst de eisen voor de huisvesting aangegeven, onderverdeeld in:

  • 3.1

    Algemene eisen waaraan elke vorm van huisvesting moet voldoen

  • 3.2

    Aanvullende eisen voor structurele huisvesting

  • 3.3

    Aanvullende eisen voor tijdelijke huisvesting

  • 3.4

    Overige bepalingen, zoals de afwijkingsbevoegdheid van het college.

In hoofdstuk 4 staan de slotbepalingen, zoals inwerkingtreding en overgangsbepalingen.

Het is aan het oordeel van het college van B&W om te bepalen of de woonvoorzieningen voldoen aan de eisen.

3.1 Algemene eisen waaraan elke vorm van huisvesting voor arbeidsmigranten moet voldoen

Alle vormen van huisvesting en inzet van arbeidsmigranten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1

    De huisvesting moet bestemd zijn voor:

    • a.

      arbeidsmigranten die zijn ingeschreven bij een ABU (Algemene Branchevereniging voor Uitzendondernemingen) of VIA (Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars) gecertificeerd uitzend- en/of detacheringsbureau;

    • b.

      arbeidsmigranten die noodzakelijk zijn voor een particulier in de gemeente Laarbeek feitelijk gevestigd bedrijf. Het bedrijf moet aantonen dat de arbeidsmigranten gedurende de gevraagde periode noodzakelijk zijn voor een goede bedrijfsvoering;

  • 2

    er mogen maximaal 30 arbeidsmigranten per bedrijf gehuisvest worden;

  • 3

    hiervoor moet in ieder geval een onderbouwing met de werkzaamheden worden ingediend, waaruit de arbeidsbehoefte over de gevraagde periode naar voren komt;

  • 4

    bij een verzoek om huisvesting van meer dan 30 arbeidsmigranten voor agrarische bedrijven is een advies van de Agrarische Adviescommissie verplicht, of voor andere bedrijven de instantie die voor de betreffende bedrijfstak daartoe adviseert;

  • 5

    in verband met het vereiste toezicht is bewoning van de bij het betreffende bedrijf behorende bedrijfswoning door de ondernemer/eigenaar zelf verplicht;

  • 6

    per 6 arbeidsmigranten moet er minimaal 1 toilet, douche of bad en wastafel aanwezig zijn;

  • 7

    er mogen geen zelfstandige woonfuncties of wooneenheden gecreëerd worden. Van zelfstandige woonfuncties of eenheden is in ieder geval sprake als een wooneenheid een eigen (zelfstandige) keuken, douche of bad en toilet heeft;

  • 8

    er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in het geding zijnde belangen (niet zijnde concurrentiebelangen), waaronder die van omwonenden en omliggende bedrijven;

  • 9

    parkeren moet worden opgelost op eigen terrein. Als parkeren op eigen terrein niet mogelijk is, moet in overleg met de gemeenten binnen de geldige regelgeving (bestemmingsplan) worden bekeken of er een andere oplossing kan worden gevonden voor parkeren. Daarover kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt;

  • 10

    de huisvesting moet voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit (onder meer brandveilig gebruik).

Voor een particulier bedrijf buiten de bebouwde kom geldt, dat zij huisvesting op de eigen bedrijfslocatie (perceel) mogen realiseren. Dit alles binnen de mogelijkheden op grond van de geldende wet- en regelgeving, inclusief deze beleidsregel.

Huisvesting van arbeidsmigranten mag in ieder geval niet plaatsvinden in de volgende (woon) voorzieningen:

  • -

    vrijkomende agrarische bebouwing (vab’s);

  • -

    woningen en/of gebouwen binnen de kommen van Laarbeek;

  • -

    caravans;

  • -

    op een recreatiepark of (mini)camping (van derden).

3.2 Aanvullende eisen voor structurele huisvesting

Van structurele huisvesting is sprake, als er 6 maanden of langer per kalenderjaar sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten (longstay). Dit kan de huisvesting van wisselende arbeidsmigranten betreffen. Het gaat erom, dat de woonvoorzieningen gedurende minimaal 6 maanden per kalender jaar in gebruik zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Naast de algemene eisen die hierboven (3.1) benoemd zijn, moet de structurele huisvesting (-svoorzieningen) buiten de bebouwde kom in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Arbeidsmigranten mogen alleen worden gehuisvest in een permanent/vast bedrijfsgebouw;

  • 2.

    Iedere arbeidsmigrant moet een ruimte hebben van minimaal 10 m2, met volledige privacy;

Als de structurele huisvesting wordt gevraagd door een particulier bedrijf, dan is huisvesting op de eigen bedrijfslocatie (perceel) mogelijk. Als het gaat om een bedrijf dat is gevestigd buiten de bebouwde kom, dan vindt deze huisvesting plaats:

  • 1.

    in bestaande bedrijfsgebouwen;

  • 2.

    in te plaatsen woonunits volgens toepasselijke wet-en regelgeving.

3.3 Aanvullende eisen voor tijdelijke huisvesting

Van tijdelijke huisvesting is sprake, als er maximaal 6 maanden (short en mid stay) per kalenderjaar sprake is van huisvesting van arbeidsmigranten ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering. Dit kan de huisvesting van wisselende arbeidsmigranten betreffen. Het gaat erom, dat de woonvoorzieningen gedurende maximaal 6 maanden per kalender jaar in gebruik zijn voor de huisvesting van arbeidsmigranten. Tijdelijke huisvesting is buiten de bebouwde kom mogelijk ten behoeve van een particulier feitelijk in Laarbeek gevestigd bedrijf.

Naast de algemene eisen die hierboven in paragraaf 3.1 benoemd zijn, moeten de huisvestingsvoorzieningen in ieder geval voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    de huisvesting moet plaatsvinden op de eigen bedrijfslocatie (perceel);

  • 2.

    huisvesting mag in een tijdelijke huisvestingsvoorziening, zoals een verplaatsbare unit;

  • 3.

    iedere arbeidsmigrant moet een ruimte hebben van minimaal 10 m2 aan gecombineerde voorzieningen( dus eigen ruimte met enige privacy en gemeenschappelijke ruimtes met directe daglichttoetreding).

3.4 Overige bepalingen

3.4.1 Aanvullende voorwaarden

Ondernemers moeten bij de huisvesting van arbeidsmigranten ook voldoen aan de volgende voorwaarden, die ook mede betrekking hebben op de ‘ Algemene Plaatselijke Verordening’:

  • 1.

    Adequaat en veilig beheer

    Uitgangspunt bij elke huisvestingvorm is het vinden van een optimaal evenwicht tussen aantallen te huisvesten mensen en het maatschappelijke draagvlak van de locatie. De verantwoordelijkheid hiervoor, ook naar de omgeving, ligt primair bij de ondernemer. Een essentieel onderdeel voor draagvlak is de aanwezigheid van adequaat en veilig beheer. De ondernemer die arbeidsmigranten wil huisvesten zal inzichtelijk moeten maken hoe hij of zij de huisvestingsgelegenheid adequaat denkt te kunnen beheren. Hiertoe dient te worden voorzien in een personeelshandboek en/of huisvestingsreglement. Het gemeentebestuur dient in te stemmen met de wijze waarop het beheer geregeld wordt.

  • 2.

    Transparant en tijdig communiceren

    Het communiceren met de omgeving en de buurt is een wezenlijk onderdeel voor het realiseren van geaccepteerde huisvesting. De ondernemer/ werkgever is in principe als eerste verantwoordelijk voor een goede communicatie. Dit houdt in dat er transparant en tijdig dient te worden gecommuniceerd met de direct betrokken omwonenden en bedrijven, om zorg te dragen voor draagvlak voor een huisvestingsvoorziening en dus voor meer begrip. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de belangen van omwonenden en omliggende bedrijven.

3.4.2 Afwijkingsbevoegdheid college/hardheidsclausule

Het college kan afwijken van dit beleidskader, als strikte toepassing hiervan tot onevenredige benadeling leidt van degene die huisvesting van arbeidsmigranten vraagt.

Hierbij moeten de belangen van omwonenden en omliggende bedrijven in ieder geval in voldoende mate gewaarborgd worden. Hierbij moet ook worden voldaan aan de (overige) voorwaarden en aan de eisen aan de woonvoorzieningen die in dit beleidskader zijn gesteld.

4. Slotbepalingen

4.1 Inwerkingtreding en intrekking oude beleidsregel

Het ‘Beleidskader Huisvesting Arbeidsmigranten 2018’ treedt in werking daags na de bekendmaking.

4.2 Overgangsbepalingen

Voor aanvragen omgevingsvergunning die (mede) betrekking hebben op het huisvesten van arbeidsmigranten, die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van het ‘Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten 2018 worden op voorhand getoetst aan dit beleidskader (ex nunc).

4.3 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als ‘Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Laarbeek 2018’

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 1 mei 2018

Secretaris

P.J.A.M. Schouw (l.s.)

Burgemeester

F.L.J. van der Meijden