Verordening geurhinder en veehouderij

Geldend van 22-03-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij

De raad van de gemeente Laarbeek,

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij,

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2008,

gezien het advies van de commissie RZ dd. 20 februari 2008,

gezien de resultaten van het overleg met de gemeente(n) Helmond, Gemert-Bakel Sint-Oedenrode, Veghel, Nuenen en Son en Breugel,

gelet op de door hem bij besluit(en) van 13 maart 2008 vastgestelde gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij,

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet milieubeheer voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

de Verordening geurhinder en veehouderij.

Artikel 1: Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

Veehouderij:

inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren.

Wet:

de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2: Aanwijzing gebieden

Als gebied(en) als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt/worden aangewezen het volgende gebied/de volgende gebieden:

  • A.

    Invloedsgebied woonkernen.

    Het gebied dat de woonkernen omsluit en dat nader aangegeven is op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

  • B.

    De bufferzone van 250 meter rond de woonkernen.

    Bufferzone's 250 meter rond de woonkernen zijn gebieden voor toekomstige woningbouw. De betreffende zijn nader aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 3: Andere waarden voor de geurbelasting of afstanden

In gebieden A als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde.

Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover de voor geur gevoelige objecten in het gebied zich bevinden binnen de bebouwde kom: 1,5 ouE/m3.

In gebieden B als omschreven in artikel 2 van deze verordening, geldt de volgende andere waarde.

Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet en in afwijking van artikel 3, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij voor zover het voor geur gevoelige objecten binnen dit gebied betreft: 7 ouE/m3.

Artikel 4: Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als de “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Laarbeek”.

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 13 maart 2008.

De raad van de gemeente Laarbeek

de griffier,

M.H.C.M. van der Aa

de voorzitter,

J.J.P.M. Gilissen