Regeling vervallen per 27-11-2015

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Laarbeek

Geldend van 30-06-2006 t/m 26-11-2015

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Laarbeek

De raad van de gemeente Laarbeek;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juni 2006;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

besluit

vast te stellen: de Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Laarbeek.

Verordening cliëntenparticipatie gemeente Laarbeek

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    cliënt: de persoon die van de gemeente Laarbeek een algemene uitkering ontvangt op grond van de Wwb, de Ioaw of de Ioaz alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a van de Wwb;

  • b.

    belangenorganisaties: organisaties van cliënten als bedoeld onder a, alsmede organisaties die mede de belangen van cliënten behartigen, werknemersorganisaties daaronder begrepen;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek;

  • d.

    belanghebbende: degene die zijn hoofdverblijf heeft in Laarbeek en aldaar staat ingeschreven volgens het GBA.

Artikel 2 Naam, doel en taken

  • 2.

    1 Er is binnen de gemeente Laarbeek een commissie voor cliëntenparticipatie, genaamd cliëntenraad Wwb, hierna te noemen: cliëntenraad.

  • 2.

    2 Het doel van cliëntenparticipatie is cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties in staat te stellen invloed uit te oefenen op het beleid op het terrein van werk, inkomen en zorg.

  • 2.

    3 De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het management van de sectie Sociale Zaken en het college over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle op en de evaluatie van gemeentelijk beleid ten aanzien van cliënten betreffen op de terreinen werk, inkomen en zorg, daaronder begrepen de wijze waarop rijksregelgeving wordt uitgevoerd. Tevens kan gebruik worden gemaakt van het spreekrecht gedurende commissievergaderingen.

  • 2.

    4 De cliëntenraad behandelt geen klachten, bezwaarschriften en zaken die betrekking hebben op individuele cliënten, alsmede op de uitvoering van wettelijke voorschriften voor zover bij deze uitvoering geen ruimte voor gemeentelijk beleid is gelaten, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

  • 2.

    5 De leden dragen zorg voor een goede communicatie met en terugkoppeling naar de achterban.

2.6 De leden verrichten hun werkwijze zonder last, maar voeren, waar nodig, wel ruggespraak met hun achterban.

2.7 Het staat de cliëntenraad vrij om in het kader van de adviesfunctie overleg te voeren met mensen buiten de cliëntenraad.

Artikel 3 Samenstelling

  • 3. 1 De cliëntenraad telt naast de voorzitter minimaal 4 en maximaal 7 leden.

  • 3. 2 De cliëntenraad bestaat naast de voorzitter uit minimaal 3 vertegenwoordigers van belangenorganisaties en uit cliënten.

  • 3. 3 Het college kan wijzigingen aanbrengen in de lijst van belangenorganisaties die leden mogen voordragen.

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

  • 4. 1 Het college benoemt een voorzitter, welke onafhankelijk zal zijn, in die zin dat de voorzitter niet deelneemt aan stemmingen als bedoeld in artikel 8 lid 2.

  • 4. 2 De secretaris van de cliëntenraad wordt aangewezen door de coördinator Publiekszaken.

Artikel 5 Afvaardiging leden door belangenorganisaties

  • 5. 1 Voor de afvaardiging van leden van belangenorganisaties als bedoeld in artikel 3.3 worden de besturen van de betreffende organisaties en instellingen door het college schriftelijk in de gelegenheid gesteld elk één persoon uit hun midden voor te dragen en tevens te zorgen voor een plaatsvervangend lid.

  • 5. 2 In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 6 Werkwijze

  • 6. 1 Het college draagt er zorg voor dat alle onder artikel 2 lid 3 genoemde onderwerpen waarover het college advies wenst, voorafgaande aan haar beslissing, ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad, tenzij dit naar het oordeel van de portefeuillehouder Sociale Zaken zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening aan cliënten. In dat geval zal een en ander achteraf in de cliëntenraad ter discussie worden gesteld.

  • 6. 2 Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 6. 3 Het college kan het oordeel als bedoeld in lid 1 mandateren aan de portefeuillehouder Sociale Zaken en aan de coördinator Publiekszaken.

  • 6. 4 Indien het college een beslissing neemt, welke afwijkt van het advies van de cliëntenraad, brengt zij dit gemotiveerd ter kennis aan de cliëntenraad.

Artikel 7 Vergaderingen

  • 7.

    1 De cliëntenraad vergadert ten hoogste 6 maal per jaar, behoudens door het college vast te stellen uitzonderlijke omstandigheden.

  • 7.

    2 De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. Hij / zij zorgt er voor dat elk lid tijdig schriftelijk wordt opgeroepen. De oproeping voor de vergadering vermeldt de agenda, alsmede de volgorde van de te behandelen onderwerpen en wordt voor zover mogelijk vergezeld van de stukken die betrekking hebben op de onderwerpen.

7.3 De voorzitter en de secretaris stellen in overleg de agenda samen. Ieder lid van de cliëntenraad heeft het recht om via de voorzitter een onderwerp op de agenda te plaatsen.

7.4 De vergaderingen zijn openbaar. Een meerderheid van de cliëntenraad kan besluiten tot het vergaderen achter gesloten deuren.

Artikel 8 Adviesvorming

  • 8. 1 De cliëntenraad kan slechts adviezen opstellen indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende stemgerechtigde leden aanwezig is. De aanwezigheid blijkt uit de voor de aanvang van de vergadering ondertekende presentielijst.

  • 8. 2 Adviezen worden opgesteld met meerderheid van stemmen van de aanwezige leden.

  • 8. 3 De stemming geschiedt mondeling.

  • 8. 4 Bij staking van de stemmen wordt geen advies uitgebracht, maar verslag gedaan van de opvattingen van de leden van de cliëntenraad.

Artikel 9 Geheimhouding

  • 9. 1 De cliëntenraad kan omtrent het in een vergadering besprokene geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt zowel voor de leden, de voorzitter en secretaris als voor de andere personen die ter vergadering aanwezig zijn.

  • 9. 2 De geheimhouding bedoeld in lid 1 geldt totdat de cliëntenraad deze opheft.

  • 9. 3 De voorzitter van de cliëntenraad en het college kunnen omtrent de inhoud van de door hen aan de cliëntenraad voorgelegde stukken aan de leden van de cliëntenraad geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt ook voor de andere in lid 1 bedoelde personen indien zij van de inhoud van deze stukken kennisnemen.

  • 9. 4 De in lid 3 bedoelde geheimhoudingsplicht geldt totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd deze opheft.

Artikel 10 Verslaglegging vergaderingen

  • 10. 1 Van het verhandelde in een vergadering van de cliëntenraad wordt door de secretaris zo spoedig mogelijk een verslag gemaakt, dat de zakelijke inhoud van het besprokene bevat.

  • 10. 2 Gevraagde en ongevraagde adviezen worden in het verslag opgenomen.

  • 10. 3 Het verslag wordt in de eerstvolgende cliëntenraadvergadering ter vaststelling aangeboden.

Artikel 11 Facilitering

  • 11. 1 Het college draagt er zorg voor dat de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

  • 11. 2 Ten behoeve van de cliëntenraad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 11. 3 Ten laste van het budget genoemd onder lid 2 kan de onkostenvergoeding als genoemd in artikel 12 worden gebracht.

  • 11. 4 Het college stelt vergaderaccommodatie en de daarbij behorende voorzieningen beschikbaar.

  • 11. 5 Aan de cliëntenraad wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd. Deze secretaris is geen lid van de cliëntenraad.

Artikel 12 Vergoeding

  • 12. 1 De leden van de cliëntenraad hebben recht op een algemene onkostenvergoeding per bijgewoond overleg.

  • 12. 2 De cliëntenraad wordt of is ingedeeld in artikel 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (Tabel IV).

Artikel 13 Garantstelling

13.1 Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of zijn geweest van de cliëntenraad uit hoofde van hun lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld ten aanzien van hun uitkering en de bejegening door medewerkers van de sectie Sociale Zaken.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 14. 1 Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 14. 2 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, voorziet het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen bij de cliëntenraad.

  • 14. 3 De cliëntenraad stelt ten behoeve van haar werkzaamheden desgewenst een nader reglement vast.

  • 14. 4 Het reglement als bedoeld in lid 3 kan niet strijdig zijn met deze verordening. In het geval dat voornoemde strijdigheid zich toch zou voordoen, gaat deze verordening voor.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand gemeente Laarbeek.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 30 juni 2006.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Laarbeek van 29 juni 2006.

De griffier, De voorzitter,

M.H.C.M. van der Aa. J.J.P.M. Gilissen.

Algemene toelichting

De Wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld en goedgekeurd door de raad. Minimaal dient te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een Wwb uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een Anw-uitkering of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Ingevolge voornoemde bepaling is deze verordening cliëntenparticipatie tot stand gekomen.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De zinsnede 'alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a WWB' verwijst naar: niet uitkeringsgerechtigden, personen met een Anw-uitkering en personen die gesubsidieerde arbeid verrichten.

Artikel 47 van de Wwb is ingebracht bij het amendement Bakker/Noorman-den Uyl bij de behandeling van de wet in de Tweede Kamer. Daarbij is de Invoeringswet niet op gelijke wijze geamendeerd. Daarom is de inhoud van artikel 47 niet opgenomen in de Ioaw en de Ioaz. Gemeenten hebben de bevoegdheid om de cliëntenparticipatie in het kader van de Ioaw en de Ioaz in de huidige verordening mee te nemen. Van deze bevoegdheid is gebruik gemaakt.

Artikel 2 Naam, doel en taken

  • 2. 1 Lid 1 spreekt voor zich.

  • 2. 2 Lid 2 spreekt voor zich.

  • 2. 3 Lid 3 spreekt voor zich.

  • 2. 4 Lid 4 spreekt voor zich.

  • 2. 5 De leden van de cliëntenraad zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor een goede communicatie met

    de achterban, waarmee bedoeld wordt de cliënten die zij vertegenwoordigen.

  • 2. 6 De leden van de cliëntenraad mogen niet bezwaard worden met instructies (bijvoorbeeld afkomstig van de belangenorganisaties die hen afgevaardigd hebben) aangaande de wijze waarop zij hun werk in de cliëntenraad verrichten; zij verrichten hun werk naar eigen inzicht, uiteraard rekening houdend met degenen die zij vertegenwoordigen. De samenstelling van de cliëntenraad dient zodanig te zijn dat vertegenwoordigers van een belangenorganisatie geen zwaarder adviesrecht hebben dan andere leden.

Artikel 3 Samenstelling

De verwachting en intentie is dat dit aantal constant zal blijven. Hoewel niet als zodanig vermeld in deze verordening komt daar uit voort dat de overige 4 plaatsen bezet worden of kunnen worden door cliënten.

Leden van de cliëntenraad zijn woonachtig in de gemeente Laarbeek.

Voor zover vertegenwoordigers van belangenorganisaties niet woonachtig zijn in Laarbeek zijn zij uit hoofde van hun werk, functie en vertegenwoordigerschap betrokken bij de gemeente Laarbeek.

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

Er zijn meerdere varianten mogelijk wat betreft het vervullen van het voorzitterschap.

In deze verordening wordt gekozen voor een onafhankelijk voorzitter, in die zin dat de voorzitter niet deelneemt aan stemmingen ten behoeve van de besluitvorming (zie ook artikel 8 lid 2).

In deze verordening is de voorzitter niet (meer) stemgerechtigd inzake de besluitvorming van de cliëntenraad.

Artikel 5 Afvaardiging leden door belangenorganisaties

Dit artikel regelt hoe leden van belangenorganisaties zitting kunnen nemen/krijgen in de cliëntenraad.

Er is geen artikel in deze verordening opgenomen over hoe en voor hoe lang cliëntleden zitting kunnen nemen/krijgen in de cliëntenraad. De reden hiervoor is dat opname van een dergelijk artikel in dit stadium nog niet zinvol lijkt. In kleinere en middelgrote gemeenten blijkt het vaak niet eenvoudig geïnteresseerde en geschikte kandidaatcliëntleden te vinden. De kans is groot dat opnemen van een dergelijk artikel ‘een dode letter’ zou blijken. Over dit onderwerp zal het college op het moment dat het aan de orde is praktische keuzen maken, mede op basis van advies van de cliëntenraad.

Artikel 6 Werkwijze

Dit artikel beschrijft de wijze en het tijdstip van advies vragen door het college aan de cliëntenraad. Hoofdregel is dat het advies voorafgaand aan beslissingen wordt gegeven. Het artikel voorziet ook in situaties dat advies vragen vooraf niet haalbaar of mogelijk is.

Artikel 7 Vergaderingen

Artikel 7 lid 1 bepaalt dat ten hoogste 6 keer per jaar een officiële vergadering kan worden belegd die kan worden bekostigd door de gemeente. Deze bepaling is van kracht per 1 januari 2007.

Voor het jaar 2006 wordt uitgegaan van ten hoogste 6 vergaderingen met de tijdelijke mogelijkheid om maximaal 6 extra bijeenkomsten toe te voegen. Dit houdt verband met enerzijds een inwerkperiode en anderzijds met een toename van regelgeving in het algemeen en in het kader van de Wet werk en bijstand in het bijzonder.

In artikel 7 lid 4 wordt beschreven dat de vergaderingen (in principe) openbaar zijn.

De cliëntenraad zelf dient nog een invulling te geven aan deze openbaarheid.

Artikel 8 Adviesvorming

Dit artikel betreft de wijze van adviesvorming. De voorzitter begeleidt de advies- c.q. stemprocedure.

Artikel 9 Geheimhouding

Dit artikel betreft geheimhouding. Dit kan zowel worden opgelegd door het adviesvragend orgaan (vaak het college) m.b.t. bepaalde onderwerpen en stukken, alsook door de cliëntenraad aan zichzelf met betrekking tot het besprokene. Hoofdregel is echter dat alle stukken (en vergaderingen) openbaar zijn, tenzij anders wordt besloten.

Artikel 10 Verslaglegging vergaderingen

Dit artikel betreft de verslaglegging van de vergaderingen.

Artikel 11 Facilitering van de cliëntenraad

Het college draagt zorg voor alle faciliteiten om het overleg met het cliëntenraad naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Het college draagt zorg voor periodieke deskundigheidsbevordering onder de leden van de cliëntenraad. Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar waaruit de onkostenvergoedingen van de leden kunnen worden betaald. Het college voert - al of niet gemandateerd aan de coördinator Publiekszaken - overleg met de cliëntenraad over de hoogte en verantwoording van het (verbruikt) budget. Het college stelt het budget jaarlijks vast.

Artikel 12 Vergoeding

Dit artikel betreft het recht op leden van de cliëntenraad (óf hun vervangers) op een (forfaitaire) onkostenvergoeding per bijgewoond overleg. Voor leden met een bijstandsuitkering bestaat de mogelijkheid om deze vergoeding te verstrekken in de vorm van een onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk (artikel 31 lid 2 sub k Wwb), daar een dergelijke vergoeding bij berekening van het recht op bijstand buiten beschouwing blijft (tot een bepaald maximum dat op jaarbasis hoger ligt dan de vergoeding). Derhalve zal altijd bezien dienen te worden of de vergoeding van cliëntleden door bijwoning van overleggen beneden het vrij te laten bedrag van artikel 31 lid 2 sub k Wwb blijft!

Artikel 13 Garantstelling

Dit artikel bevat een garantstelling dat het college er zorg voor draagt dat (ex) cliënten van de sectie Sociale Zaken uit hoofde van hun lidmaatschap geen nadelen ondervinden ten aanzien van uitkering en bejegening door medewerkers van de sectie Sociale Zaken.

Artikel 14 Slotbepalingen

De cliëntenraad kan desgewenst een nader reglement vaststellen ten behoeve van haar werkzaamheden. Zo nodig kunnen hier een aantal praktische zaken met betrekking tot de werkwijze in geregeld worden.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 16 Inwerkingtreding

De beoogde datum van inwerkingtreding van deze verordening is 30 juni 2006 en gaat daarmee gepaard met de publicatie in de Laarbeeker.

Verordening cliëntenparticipatie