Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR1040
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR1040/1
Regeling vervallen per 07-03-2015
Beleidsregels voor tijdelijke bewoning van bijgebouwen in verband met mantelzorg
Geldend van 19-05-2005 t/m 06-03-2015
Intitulé
Beleidsregels voor tijdelijke bewoning van bijgebouwen in verband met mantelzorgMantelzorgregeling gemeente Landerd
Beleidsregels voor tijdelijke bewoning van bijgebouwen in verband met mantelzorg.
Bestemmingsplannen.
In de bestemmingsplannen:
- -
Buitengebied, reparatieherziening burgerwoningen (artikel 22, lid 9.e)
- -
Kom Schaijk 2004 (artikel 29, lid 8)
- -
Kom Zeeland en Kom Oventje 2004 (artikel 28, lid 8)
is of wordt op basis van artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening een vrijstellingsmogelijkheid opgenomen voor het gebruik van bijgebouwen als tijdelijke (afhankelijke) woonruimte, onder voorwaarde dat:
- 1.
een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond moet worden door een verklaring van een door b&w aan te wijzen deskundige;
- 2.
een afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de basisregeling inzake bijgebouwen, met een maximale oppervlakte van 80 m2 en maximaal 1 bouwlaag;
- 3.
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van andere belangen, zoals van omwonenden en bedrijven;
- 4.
er geen milieuhygiënische belemmeringen bestaan;
- 5.
vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen (Buitengebied).
Ingevolge de begripsomschrijvingen, artikel 1 van de voorschriften, wordt verstaan onder:
- •
mantelzorg : het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
- •
afhankelijke woonruimte : een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
Beleidsregels.
Burgemeester en wethouders van Landerd hebben met inachtneming van titel 4.3 (artikel 4:81 e.v.) van de Algemene Wet Bestuursrecht besloten voor toepassing van de bovenvermelde vrijstellingsmogelijkheid de volgende beleidsregels vast te stellen:
- 1.
Vrijstelling wordt uitsluitend verleend voor bewoning van een bijgebouw door personen met een eerstelijns familierelatie met de bewoners van het bestaande woonhuis (relatie ouders-kinderen). De te verlenen vrijstelling is strikt persoonsgebonden.
- 2.
De hulpbehoevendheid van personen die de leeftijd van 65 jaren nog niet hebben bereikt, moet aangetoond worden middels een door of namens het college van burgemeester en wethouders te vragen verklaring van de gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) in Oss.
- 3.
Het tijdelijk te bewonen bijgebouw moet qua ligging een ruimtelijke eenheid vormen met de woning. Hiervan is in elk geval sprake indien het een aangebouwd bijgebouw betreft of een vrijstaand bijgebouw dat op een afstand van maximaal 5 meter van de woning staat.
- 4.
Voor de tijdelijke woonvoorziening mogen geen afzonderlijke nutsvoorzieningen worden aangelegd (er moet aangesloten worden op de voorzieningen van de woning). Onder nutsvoorzieningen worden in deze regeling verstaan voorzieningen voor gas, water, elektriciteit en riolering. Tevens moet gebruik gemaakt worden van de bestaande in- en uitrit van het perceel en wordt géén afzonderlijk huisnummer toegekend.
- 5.
Ondanks het bepaalde onder 4. kan tijdelijk toch een extra belastingplicht ontstaan in het kader van bijvoorbeeld de afvalstoffenheffing, het rioolrecht of de onroerend zaak belasting. Dit is het geval wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.
er is een apart woon/slaapgedeelte;
- b.
er is een apart toilet en bad- en/of douchegelegenheid;
- c.
er is een aparte keukeninrichting;
- d.
deze voorzieningen zijn toegankelijk via een afzonderlijke deur of indirekt via een gemeenschappelijke toegangsdeur.
- a.
- 6.
De tijdelijke woonruimte moet voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit 2003 voor het niveau “bestaande woningen”. Ter beoordeling daarvan moet een aanvrage vergezeld gaan van deskundige en gedetailleerde tekeningen van de indeling, inrichting en bouwtechnische- en andere voorzieningen van het te bewonen bijgebouw.
- 7.
Het recht op tijdelijke bewoning van het bijgebouw vervalt op het moment dat bewoning van het bijgebouw door de in het vrijstellingsbesluit genoemde personen is gestaakt (bij overlijden of verhuizing). Vanaf dat moment mag het gebouw uitsluitend nog gebruikt worden als bijgebouw overeenkomstig de bestemming. Voorzieningen en bouwkundige wijzigingen welke met het oog op het tijdelijk gebruik als woonruimte zijn aangebracht, moeten binnen zes weken nadat de bewoning is gestaakt, zijn verwijderd en/of ongedaan gemaakt.
- 8.
Een op basis van deze regeling verleende vrijstelling wordt opgenomen in een daarvoor beschikbaar register. Tenminste twee maal per jaar wordt door bouw- en woningtoezicht van de gemeente Landerd controle uitgeoefend op de naleving van de regeling.
- 9.
Deze regeling is van toepassing vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de hiervoor genoemde bestemmingsplannen en van enig ander bestemmingsplan van de gemeente Landerd waarin een zelfde vrijstellingsmogelijkheid is opgenomen.
- 10.
De regeling wordt bekendgemaakt op de in de gemeente Landerd gebruikelijke wijze.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van
Landerd op 22 februari 2005
de secretaris
mr. M.L.W.J. Willemsen,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl