Regeling vervallen per 03-04-2008

Marktverordening gemeente Landerd 1999

Geldend van 24-02-2000 t/m 02-04-2008

Intitulé

Marktverordening gemeente Landerd 1999

MARKTVERORDENING

De raad van de gemeente;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 oktober 1999;

gelet op artikel 151 der Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de navolgende gewijzigde "Marktverordening gemeente Landerd 1999".

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkten welke krachtens besluit van de raad op donderdagmiddag van 13.30 tot 17.00 uur in Zeeland en op zaterdagmorgen van 08.30 tot 12.15 uur in Schaijk worden gehouden;

    • b.

      marktterrein: het Europaplein voor de markt in Schaijk en voor de markt in Zeeland het plein nabij het gemeentehuis;

    • c.

      standplaats: de op of voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • f.

      standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

    • g.

      vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

    • h.

      marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

    • i.

      marktcommissie: een commissie van advies.

  • 2. In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is kan voor hij ook zij gelezen worden.

Artikel 2 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub b, van de Winkelsluitingswet 1976, een andere marktdag vaststellen.

  • 2. Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt van dit besluit openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3 Marktinrichting

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten artikelengroepen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen per artikelengroep vaststellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door hen tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5. Behoudens verkoopwagens, is het verboden een standplaats in te nemen met eigen materiaal.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen regels opstellen voor het gebruik van verkoopwagens.

Artikel 4 Verbod ruimte in te nemen

  • 1. Het is een ieder verboden om op het marktterrein van Zeeland 2 1/2 uren voor de aanvang tot 2 1/2 uren na het einde van de markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het is een ieder verboden om vrijdagmiddag vanaf 17.00 uur tot 2 1/2 uur na afloop van de markt, het marktterrein in Schaijk in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Verlichting

  • 1. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van dit verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 6 Verboden goederen

  • 1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 7 Marktkramenexploitant

  • 1. Het plaatsen van kramen op de markt ten behoeve van derden is aan schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders gebonden.

  • 2. Een dergelijke toestemming, waaraan voorwaarden kunnen worden verbonden, wordt verleend aan één of meer kramenzetters bij wie, naar oordeel van burgemeester en wethouders, een goede uitoefening van de werkzaamheden verzekerd is.

    In ieder geval wordt als voorwaarde gesteld dat betrokkene verzekerd dient te zijn tegen eisen tot het betalen van schadeloosstellingen, waartoe hij als kramenzetter krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou worden verplicht wegens aan derden toegebracht lichamelijk letsel en wegens beschadiging van eigendommen van derden.

Artikel 8 Beslissings- uitvoerings- en ondertekeningsmandaat

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan de uitvoering van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheden behoort, mandateren aan het hoofd van de afdeling Algemene Zaken, behoudens de artikelen 19, 20, 23, 24, 25 en 42 van deze verordening.

  • 2. De afdoening van de artikelen 19, 20, 23, 24, 25 en 42 kan door het college van burgemeester en wethouders gemandateerd worden aan de marktmeester. Hij brengt het hoofd van de afdeling Algemene Zaken evenwel direct na afloop van de markt in kennis van de eventuele uitoefening van zijn gemandateerde bevoegdheden.

HOOFDSTUK 2 TOEWIJZING EN BEZETTING VAN STANDPLAATSEN.

Artikel 9 Vaste plaatsen als regel

  • 1. Een verzoek om een vaste plaats dient schriftelijk te worden gedaan bij burgemeester en wethouders.

  • 2. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 3. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 10 Vergunning door burgemeester en wethouders

  • 1. De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

  • 3. Het gebruik van eigen materiaal (bijvoorbeeld een verkoopwagen) is slechts toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. Het gebruik van eigen materiaal is alleen toelaatbaar indien dit markttechnisch mogelijk is. Het plaatsen van eigen materiaal ter vervanging van huurmateriaal (marktkraam) moet geschieden binnen de reeds toegedeelde meters, tenzij burgemeester en wethouders anders besluiten. De kooplieden die wensen over te gaan op eigen materiaal, dienen, indien zij een marktkraam huren, een opzegtermijn in acht te nemen van tenminste 3 maanden.

Artikel 11 Inschrijving gegadigden

  • 1. Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 3 lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2. Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 13, lid 1, sub a. en c. vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3.

    Kinderen van standplaatshouders

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven, indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.

  • 4. De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 15, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zolang de aanspraken als bedoeld in artikel 14, lid 3, bestaan.

  • 5. Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

  • 6. De lijst van gegadigden, zoals bedoeld in artikel 11 lid 1, wordt jaarlijks per 1 januari geactualiseerd. Slechts de gegadigden die dat uiterlijk op 31 december daaraan voorafgaand schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders hebben verzocht, zullen voor de duur van het ingaande jaar op die lijst worden gehandhaafd.

Artikel 12 Doorhalen inschrijving lijst van gegadigden

De inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 11, lid 2 of lid 3;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden;

  • e.

    door jaarlijks terugkerende opschoning. Een gegadigde voor een standplaats dient jaarlijks zijn plaats op de wachtlijst te continueren.

Artikel 13 Vereisten ingeschrevenen

  • 1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    • a.

      dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    • b.

      dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • c.

      dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade.

      Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b. en c., in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c., genoemde te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1, sub c., heeft afgesloten.

Artikel 14 Schriftelijke vergunning vaste plaats

  • 1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

    • a.

      de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

    • c.

      de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

    Lijst van vergunninghouders vaste plaats

  • 2. Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven.

  • 3. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder c., vermeld.

Artikel 15 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.

  • 2. Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst.

  • 3. Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, ingeschreven op de in artikel 14 lid 2 bedoelde lijst.

  • 4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden vóór het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 16 Afwijking volgorde toewijzing

  • 1. Op advies van de marktcommissie kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de volgorde toewijzing van plaatsen, zoals gesteld in artikel 15 van deze verordening.

  • 2. De afwijking moet gedragen worden door een deugdelijke motivering.

Artikel 17 De marktcommissie

  • 1. De marktcommissie bestaat uit een vertegenwoordiger van het bureau Bestuurlijke Zaken, de marktmeester en maximaal 4 vertegenwoordigers van de markten in Zeeland en Schaijk samen, met als eis dat in ieder geval beide markten vertegenwoordigd moeten zijn.

  • 2. De commissie komt, op initiatief van de medewerker van het bureau Bestuurlijke Zaken, bijeen indien een vaste plaats moet worden toegewezen.

  • 3. De commissie brengt maximaal binnen twee weken, nadat het college van burgemeester en wethouders een gegadigde op basis van het gestelde in artikel 14 heeft aangedragen, schriftelijk advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. De commissie adviseert in hoofdlijnen ook ten aanzien van het gebruik maken van collectieve reclame, zoals aangegeven in artikel 46 van deze verordening.

  • 5. Op verzoek van een lid van de commissie kan de marktcommissie bijeen geroepen worden, omwille van het algemeen belang van de markt.

Artikel 18 Proefperiode

  • 1. Een vaste plaats wordt pas toegekend na een periode van drie maanden.

  • 2. Van de definitieve toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouders een schriftelijk bewijs afgegeven.

Artikel 19 Toewijzing dagplaatsen

  • 1. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij, door burgemeester en wethouders, af te geven vergunning.

  • 2. De vereisten van artikel 13 in deze verordening zijn ook van toepassing op de gegadigden voor een dagplaats.

  • 3. Degene die op grond van het bepaalde in artikel 11 lid 3 op de in artikel 11 lid 1 genoemde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 4. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 20 Standwerkers

  • 1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunning.

  • 4. Op zowel de markt in Zeeland als de markt in Schaijk is ten hoogste plaats voor één branchevreemde standwerkersplaats.

  • 5. Voor een vergunning voor een standwerkersplaats komen in aanmerking marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 13, lid 1, sub. a. en c., gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst toegelaten worden:

    • a.

      door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden en vervolgens;

    • b.

      andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

  • 6. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning in aanmerking komen en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden.

    De betrokkenen dienen zulks voor de vergunningverlening aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet te zamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen.

    Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 8. Indien er meerdere gegadigden voor een standwerkersplaats zijn, loot de marktmeester om de plaats in het bijzijn van alle gegadigden.

HOOFDSTUK 3 EISEN INNEMEN STANDPLAATS EN OVERIGE MAATREGELEN VAN ORDE

Eisen innemen standplaats

Artikel 21 Persoonlijk innemen standplaatsen

  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 22 Tijdstip bezetten vaste plaats

  • 1. Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats uiterlijk 15 minuten voor aanvang van de markt bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder burgemeester en wethouders vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 23 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren. Hij moet dit identiteitsbewijs op aanvrage van de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 24 Regeling bij ziekte

  • 1. Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

    Keuring

  • 4. Indien de in het vorige lid bedoelde verklaring van een geneeskundige niet wordt overgelegd of indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders behoefte bestaat aan nadere informatie, dient de vergunninghouder een keuring te ondergaan bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen geneeskundige.

Artikel 25 Regeling bij vakantie

  • 1. Degenen, bedoeld in de artikelen 11 en 14, lid 2, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De in artikel 41, lid 2, onder d., vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan wel als op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen.

  • 4. De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen.

Artikel 26 Vervanging

  • 1. In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn.

  • 2. In het geval, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kunnen burgemeester en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen.

    Overige maatregelen van orde.

Artikel 27 Tijdstip aan- en afvoer van goederen

Het is verboden vroeger dan 2 1/2 uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd 2/1/2 uur na afloop van de markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk 2 1/2 uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 28 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 29 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden meer dan één rij- en/of voertuig, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd op het marktterrein aanwezig te hebben.

Artikel 30 Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

Afwezigheid van uitstalling

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders langer dan 15 minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

    Goederen aanbieden buiten de markttijden

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

    Meer ruimte innemen dan is toegewezen

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

    Opstal afbreken of verplaatsen

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

    Doorgang belemmeren

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

    Verkopen aan voorzijde standplaats

  • f.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren;

    Goederen zonder vergunning

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

    Aanvoeren afval

  • h.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

Artikel 31 Verzorging standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2. Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 3. Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 4. Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval in de containers of anderszins te deponeren.

Artikel 32 Geluid

  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 33 Koken; bakken; verwarmen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 34 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 35 Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 36 Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 37 Hygiëne

De vergunninghouder wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 38 Meet- en weegwerktuigen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 39 Venten op het marktterrein

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 40 Gedrukte stukken; propaganda

  • 1. Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren.

  • 2. Het venten of verspreiden van politieke propaganda is in een periode van verkiezingen van een volksvertegenwoordiging wel toegestaan.

  • 3. Onder het voeren van propaganda als in het eerste lid bedoeld, wordt niet verstaan het door standplaatshouders aanprijzen van koopwaar op de markt.

HOOFDSTUK 4 INTREKKEN VERGUNNING EN SANCTIES

Artikel 41 Intrekking vergunning vaste plaats

  • 1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken, of de inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst doorgehaald:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 13, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2 en 3;

    • d.

      Indien degene die, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereen volgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken indien:

    • a.

      de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

    • b.

      van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

    • c.

      de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

    • d.

      de vergunninghouder niet tenminste twaalf maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 24, 25 en 26.

  • 3. Aan het bepaalde in lid 2 kan een schriftelijke waarschuwing voorafgaan.

  • 4. Indien het bepaalde in de leden 1 en 2 van toepassing is, wordt de inschrijving op de in artikel 14, lid 2, bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.

    Overschrijving rechten vaste plaats

  • 5. Bij het overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 1 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

    Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 14, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

    Afwijken wegens bijzondere omstandigheden

  • 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 42 Ogenblikkelijke verwijdering

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in artikel 41, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 43 Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 6, 27, 29, 31 lid 1, 38, 39 en 40 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 44 Nadere regels te stellen door burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 45 Legeskosten en marktgelden

Voor het innemen van een standplaats zijn legeskosten en marktgelden verschuldigd. Voor de wijze waarop en de bedragen die gemoeid zijn met de heffing van legeskosten en de inning van marktgelden, wordt verwezen naar de Legesverordening, vastgesteld door de raad d.d. 21 december 1994, en de Marktgeldverordening, vastgesteld door de raad d.d. 21 december 1994.

Artikel 46 Bijdrage collectieve reclame

  • 1. De vergunninghouders van een vaste plaats dienen twee maal 0,25 per strekkende meter bij te dragen aan de collectieve promotieactiviteiten ten behoeve van de markt.

  • 2. Het maken van individuele reclame bij de collectieve promotie is niet toegestaan.

  • 3. De collectieve reclame komt mede tot stand op het advies van de marktcommissie.

Artikel 47 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordening gemeente Landerd 1999".

Artikel 48 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking na de dag waarop zij bekend is gemaakt en is op iedere markt binnen de gemeente afzonderlijk van toepassing.

  • 2. Met ingang van die dag vervallen de Marktverordeningen van Schaijk, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 1976 en sindsdien gewijzigd bij raadsbesluiten d.d. 29 september 1977 en 25 oktober 1979, en Zeeland, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 1982.

  • 3. De vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen die verleend zijn krachtens de in het vorige lid genoemde verordeningen blijven van kracht tot de tijd waarvoor zij verleend zijn verstreken is of totdat zij worden ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Landerd in de openbare vergadering van 9 december 1999

De raad voornoemd,

de secretaris
de burgemeester