Toepassing van artikel 19, lid 3 van de Wet op de ruimtelijke ordening

wijziging eerder vastgesteld beleid

Artikel 19, lid 3 van de Wet op de ruimtelijke ordening biedt ons de mogelijkheid voor bepaalde bouwactiviteiten vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan. In artikel 20 van het Besluit op de ruimtelijke ordening zijn deze aangegeven. Omdat wij voor de uitvoering van dit wetsartikel een helder beeld willen geven van de gevallen waarin wel en waarin geen vrijstelling wordt verleend hebben wij het hierna omschreven beleid vastgesteld.

Gebleken is dat er behoefte is aan aanvulling van het beleid. Het beleid wordt aangevuld met het onderdeel “Bouwdiepte woning en bijgebouwen”.

Hieronder wordt het volledige beleid zoals dat vanaf heden geldt, weergegeven.

Bij dit beleid is uitgegaan van de stelling dat in de meeste bestemmingsplannen een toereikende regeling van de bouwmogelijkheden is gegeven die is aangevuld met

een vrijstellingsregeling, zodat het verlenen van extra vrijstelling alleen in bijzondere gevallen gemotiveerd kan worden. Deze zijn hierna genoemd.

Nieuwe bestemmingsplannen

Voor een aantal bestemmingsplannen is een algehele of gedeeltelijke herziening in voorbereiding. Het gaat hier om het bestemmingsplan Buitengebied en om bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen van Schaijk, Zeeland en ’t Oventje. Zodra deze bestemmingsplannen in het kader van inspraak ter inzage zijn gelegd kan met toepassing van artikel 19, lid 3 vrijstelling verleend worden van de thans geldende bestemmingsplannen in die gevallen waarin de bouwactiviteit past in het nieuwe bestemmingsplan.

Bestemmingsplan Kom Reek

In het bestemmingsplan Kom Reek is een bijgebouw onder meer omschreven als een gebouw dat “ten dienste staat van het hoofdgebouw”. In de nieuwe ontwerp-bestemmingsplannen voor de kommen van Schaijk en Zeeland zal dit onderdeel van de begripsomschrijving niet worden opgenomen. Dit biedt de mogelijkheid om onder meer een keuken of een uitbreiding van de woonkamer onder te brengen in een aangebouwd bijgebouw. Op grond van het bestemmingsplan Kom Reek is dit niet toegestaan. Om dit verschil weg te nemen kan met toepassing van artikel 19, lid 3 van de Wet op de ruimtelijke ordening vrijstelling van het bestemmingsplan Kom Reek worden verleend.

GSM antennes:

Ten aanzien van GSM antennes geldt dat in een aantal gevallen hiervoor geen bouwvergunning meer is vereist. Voor zover nog wel een bouwvergunning is vereist, is plaatsing alleen nog mogelijk op basis van het convenant dat tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de betreffende providers is gesloten. Aangezien in dit convenant alle relevante zaken zijn geregeld, wordt hiervoor geen toepassing gegeven aan artikel 19, lid 3 van de Wet op de ruimtelijke ordening.

recreatiebungalows, recreatiechalets, stacaravans, e.d.:

Het onder de werkingssfeer van het voormalige artikel 18 a van de Wet op de ruimtelijke ordening bestaande beleid om ten aanzien van recreatiebungalows, recreatiechalets, stacaravans, e.d. geen vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen wordt voortgezet. Er wordt dus geen vrijstelling verleend voor het vergroten hiervan of van de hierbij aanwezige bijgebouwen of voor het oprichten van nieuwe bijgebouwen.

Woningaanpassing op medische gronden

In die gevallen waarin een woningaanpassing nodig is in het kader van de Wet Voorzieningen Gehandicapten en deze aanpassing alleen gerealiseerd kan worden na verlening van vrijstelling wordt deze verleend.

Dakkapellen

Voor het aanbrengen van een dakkapel op een woning of ander gebouw waarvoor een bouwvergunning nodig is en deze alleen kan worden verleend met toepassing van artikel 19, lid 1 of lid 2 van de Wet op de ruimtelijke ordening wordt vrijstelling verleend.

Gevelwijzigingen

Voor het wijzigen van de gevel van een gebouw waarbij vorm en inhoud van de bouwmassa niet wordt gewijzigd en evenmin het gebruik wordt veranderd wordt vrijstelling verleend wanneer bouwvergunning alleen verleend kan worden met toepassing van artikel 19, lid 1 of 2 van de Wet op de ruimtelijke ordening

Bouwdiepte woning en bijgebouwen

In de bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen is de totale bouwdiepte van woning met aangebouwde bijgebouwen beperkt tot 17 m gemeten vanaf de voorgevelrooilijn. In het geval bij een (half)vrijstaande woning een vrijstaand bijgebouw als gevolg van uitbreiding wordt gekoppeld aan de woning en de maximale bouwdiepte van 17 m wordt overschreden wordt vrijstelling van dit voorschrift verleend in de volgende situatie. Het vrijstaand bijgebouw moet aan het eind van de oprit staan (tussen het verlengde van de zijgevel en de zijdelingse perceelsgrens) en mag het verlengde van de oorspronkelijke zijgevel met niet meer dan 1,00 m overschrijden, anders gezegd: het vrijstaande bijgebouw mag ten hoogste één meter breder zijn dan de oprit. De uitbreiding van het vrijstaande bijgebouw of de woning waardoor een aangebouwd bijgebouw ontstaat mag niet tot gevolg hebben dat het bebouwingspercentage van het betrokken perceel meer dan 50% bedraagt.

Voor nadere inlichtingen kunt u contact opnemen met de afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu/ Bouwen.

Het gemeentebestuur.

2 augustus 2005