Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR132560
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR132560/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2012
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing 2012Agendapunt:
Registratienummer: 2011/
De raad van de gemeente Landerd;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 8 november 2011.;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d aanhef en eerste lid onderdeel c en tweede lid en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer:
B E S L U I T:
Vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
Brabant Water N.V. :de naamloze vennootschap Brabant Water,
gevestigd te ’s-Hertogenbosch
- 2.
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de
levering van water betrekking heeft.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven, als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel, ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot
het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
1.De belasting wordt geheven van degene, die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik
1. maakt van een perceel, ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
Voor de eerste verstrekking van mini-containers.
De belasting bedraagt per perceel per maand van het belastingtijdvak:
- a.
bij bewoning door twee of meer personen € 22,85
- b.
bij bewoning door een alleenwonende € 15,15
Het aantal personen voor bewoning wordt beoordeeld naar de toestand met betrekking
tot een perceel op de eerste dag van de maand.
- 2.
Overige maatstaven en tarieven.
De belasting bedraagt:
- a.
voor het op verzoek verstrekken van extra mini-containers -
per container per kalendermaand € 22,20
- b.
voor het op verzoek inzamelen aan huis van grove
huishoudelijke afvalstoffen
bij een hoeveelheid tot 2 m3 € 17,60
bij een hoeveelheid van 2 m3 tot 4 m3 € 35,25
bij een hoeveelheid van 4 m3 tot 6 m3 € 52,80
bij een hoeveelheid van 6 m3 tot 8 m3 € 70,45
bij een hoeveelheid van 8 m3 tot en met 10 m3 € 88,00
- c.
voor het op verzoek omwisselen van een mini-container € 33,55
Dit recht wordt niet geheven voor omwisselingen van een 240 liter
container in een 140 liter container en dit recht wordt ook niet geheven
voor omwisselingen op verzoek door nieuwe huishoudens op percelen
indien het verzoek tot omwisseling ontvangen wordt binnen een jaar
nadat het nieuwe huishouden feitelijk gebruik maakt van het perceel.
Artikel 5 Belastingtijdvak
-
1. Het belastingtijdvak is in de gevallen, waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken
belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.
-
2 In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het
kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
1. De belasting bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt geheven bij wege van een
1. gedagtekende schriftelijke kennisgeving of gedagtekende nota.
1. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening
1. van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening.
Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
2. De belasting bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt geheven bij wege van een
2. gedagtekende nota, bon of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag is
2. vermeld.
Deze belasting is verschuldigd bij de aanvang van het verlenen van de gevraagde dienst.
Artikel 7 Heffing naar tijdsgelang
- 1.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Het 1e en 2e lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1.
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde
bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op
dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve
bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
- 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de overige in
artikel 6, eerste lid, bedoelde heffingen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand, die in de
dagtekening van de kennisgeving is vermeld, en de tweede twee maanden later.
- 3.
De belasting bedoeld in artikel 4, tweede lid, moet worden betaald binnen veertien dagen
na dagtekening van de in artikel 6, tweede lid, genoemde schriftuur.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Overgangsrecht
De verordening afvalstoffenheffing 2011 door de raad vastgesteld op16 december 2010, vervalt met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Afvalstoffenheffing 2012”.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl