Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten 2016

Agendapunt: Registratienummer: 4081-2015

De raad van de gemeente Landerd;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 3 november 2015; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats Schaijk (Bossestraat);

  • b.

    een graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen verstrooien van as;

c algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    een urnengraf: een graf, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel

genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

1.Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

1.De genoemde tarieven in de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag of door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

1.De rechten, als bedoeld in de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening Lijkbezorgingsrechten 2015, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Lijkbezorgingsrechten 2016.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Landerd van 10 december 2015
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
J.A.G. Huijs M.C. Bakermans

TarieventabelbehorendbijdeverordeningLijkbezorgingsrechten2016

Hoofstuk1Verlenenvanrechten(huurenonderhoud)

Enkeldiep

1.1

1.1.1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden of het doen verstrooien van as op een graf (enkeldiep) wordt geheven:

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 10

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een

persoon van 12 jaar of ouder

876,90

1.1.2.

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 20

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon een persoon van 12 jaar of ouder

1753,80

1.1.3

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 10

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

438,45

1.1.4

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 20

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

876,90

Dubbeldiep

1.2

1.2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden of het doen verstrooien van as op een graf (dubbeldiep) wordt geheven:

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 10

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een

persoon van 12 jaar of ouder

1753,80

1.2.2

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 20

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder

3507,60

1.2.3

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 10

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

876,90

1.2.4

bij eerste verlening van het recht voor een periode van 20

jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

1753,80

Urnen(huurenonderhoud)

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal 2 asbussen met of

zonder urnen in een eigen urnennis of een graf in de

urnentuin wordt geheven:

1.3.1

bij de eerste verlening van het recht voor een periode van 10 jaar

876,90

1.3.2

bij de eerste verlening van het recht voor een periode van 20 jaar

Huurgraf

1753,80

1.4

1.4.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden of het doen verstrooien van as op een graf wordt geheven:

voor 10 jaar voor een kind jonger dan 12 jaar

250,55

1.4.2

voor 20 jaar voor een kind jonger dan 12 jaar

501,10

1.4.3

voor 10 jaar voor een persoon ouder dan 12 jaar

501,10

1.5.4

voor 20 jaar voor een persoon ouder dan 12 jaar

1002,20

1.5

Onderhoudgraf

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen

begraven en begraven houden of het doenverstrooien van as

op een graf wordt geheven:

1.5.1

voor 10 jaar voor een kind jonger dan 12 jaar

187,90

1.5.2

voor 20 jaar voor een kind jonger dan 12 jaar

375,80

1.5.3

voor 10 jaar voor een persoon ouder dan 12 jaar

375,80

1.5.4

voor 20 jaar voor een persoon ouder dan 12 jaar

751,60

Verlenging(huurenonderhoud)

grafenkeldiep

1.6

bij verlenging van het recht voor een periode van 10 jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder

876,90

1.6.1

bij verlenging van het recht voor een periode van 20 jaar

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder

1753,80

1.6.2

bij verlenging van het recht voor een periode van 10 jaar

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

438,45

1.6.3

bij verlenging van het recht voor een periode van 20 jaar

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger dan 12 jaar

876,90

Verlenging(huurenonderhoud)

grafdubbeldiep

1.7

bij verlenging van het recht voor een periode van 10 jaar ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon

1378,40

1.7.1

van 12 jaar of ouder

bij verlenging van het recht voor een periode van 20 jaar

2254,90

1.7.2

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een persoon

van 12 jaar of ouder

bij verlenging van het recht voor een periode van 10 jaar

689,20

1.7.3

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger

dan 12 jaar

bij verlenging van het recht voor een periode van 20 jaar

1378,40

ten aanzien van het stoffelijk overschot van een kind jonger

dan 12 jaar

Verlenging(huurenonderhoud)

urnen

1.8

bij verlenging van het recht voor een periode van 10 jaar

876,90

1.8.1

bij verlenging van het recht voor een periode van 20 jaar

1753,80

2.1.

Hoofdstuk2Begravenencremeren

Voor het begraven van een stoffelijk overschot of het

2.1.1.

bijzetten van een asbus met of zonder urn in een graf wordt

geheven:

voor wat betreft een persoon van 12 jaar of ouder

320,80

2.1.2.

voor wat betreft een kind jonger dan 12 jaar, doch wel 1 jaar

of ouder

159,95

2.1.3.

voor wat betreft een kind jonger dan 1 jaar

80,05

2.2.

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een

eigen urnennis of een graf in de urnentuin wordt geheven:

320,80

2.3.

2.4.

Voor het lichten van een stoffelijk overschot of een asbus

behalve op rechterlijk gezag worden eveneens de rechten vermeld onder 2.1. en 2.2. geheven.

Voor het opnieuw begraven of bijzetten worden de rechten

2.5.

vermeld onder 2.1. en 2.2. wederom geheven.

Voor het begraven of bijzetten op buitengewone uren worden

de rechten vermeld in dit hoofdstuk verhoogd met 50%.

Onder de buitengewone uren vallen alle tijdstippen, liggende buiten de navolgende dagen en de perioden.

a.op maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 16.00 uur

Hoofdstuk3Opgraven

3.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot

419,45

3.2

Voor het opgraven van een stoffelijke overschot en het weer

begraven in een ander graf

740,30

Hoofdstuk4Inschrijvenenoverboekenvangravenenurnennissen

4.1

Voor het inschrijven en overboeken van een graf, een eigen urnennis of een graf in de urnentuin in een daartoe bestemd register wordt geheven

6,80

Hoofdstuk5Lijkschouwing

5.1

Voor het doen schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijk lijkschouwer wordt geheven

159,20

Hoofdstuk6 Grafbedekking

6.1

Voor het plaatsen van een gedenkteken op een graf

160,05

Overig

Indien het recht bedoeld onder 1.1. en 1.2 is verleend en het begraven of bijzetten in het graf eerst plaatsvindt in de loop van een hiervoor vermelde periode, wordt in afwijking van het vermelde onder

1.1. en 1.2 een evenredig deel van de aldaar vermelde rechten geheven, gerekend met ingang van de maand van begraven of bijzetten tot en met de maand, waarin de betreffende periode afloopt.

Behorend bij Raadsbesluit van 10 december 2015