Regeling vervallen per 01-01-2019

subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2012

Geldend van 29-12-2011 t/m 31-12-2018

Intitulé

subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2012

De raad der gemeente Landgraaf;

gelezen het voorstel van het college van Landgraaf van 8 november 2011;

gehoord het advies van de commissie Burgers/Middelen van 29 november 2011;

gelet op het advies van de commissie Burgers/Middelen van 29 november 2011;

gelet op de Gemeentewet, en titel 4.2 subsidies en titel 4.3 beleidsregels van de Algemene wet bestuursrecht

Overwegende dat het wenselijk is de tijdelijke subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2007 om te zetten in een definitieve subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2012 waarin het gevoerde beleid gecontinueerd wordt.

B e s l u i t:

Artikel I

De subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2012 als volgt vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    organisatie: een rechtspersoonlijkheid bezittende instelling;

  • b.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van een organisatie, anders dan als betaling voor aan de gemeente Landgraaf geleverde goederen of diensten;

  • c.

    subsidiebudget: het bedrag dat gedurende het gemeentelijke begrotingsjaar beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies;

  • d.

    subsidiejaar: de periode waarop de aanvraag voor subsidie betrekking heeft;

  • e.

    jaarrekening: de jaarrekening als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 9, afdeling 1 en verder;

  • f.

    jaarverslag: het jaarverslag als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, titel 9, afdeling 7 en verder;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf;

  • h.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidie

Aan de in de programmabegroting van de gemeente Landgraaf genoemde professionele organisatie kan op aanvraag de in die begroting bij die organisatie genoemde subsidie worden verstrekt, indien de organisatie op professionele basis activiteiten verricht die, naar het oordeel van het college, in belangrijke mate ten goede komen aan de Landgraafse gemeenschap.

Artikel 3 Subsidieaanvraag

  • 1. De in de programmabegroting van de gemeente Landgraaf genoemde organisatie dient voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, schriftelijk een aanvraag om subsidie, bij het college in. De aanvraag dient te bevatten:

    • a.

      een duidelijke omschrijving van de activiteiten waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft en de wijze waarop deze activiteiten in het subsidiejaar worden gerealiseerd;

    • b.

      een duidelijke omschrijving waaruit blijkt dat de door de organisatie beoogde activiteiten in belangrijke mate ten goede komen aan het bereiken van de doelen die de gemeente heeft gesteld ten opzichte van de Landgraafse gemeenschap;

    • c.

      een sluitende begroting voor het beoogde subsidiejaar met daarin beschreven kosten en opbrengsten van de beoogde activiteiten met een specificatie van de personeelslasten en accommodatielasten;

    • d.

      voor zover van toepassing, een overzicht van de in het subsidiejaar te heffen contributies, bijdragen, of te hanteren tarieven en toegangsprijzen.

  • 2. Het college is bevoegd binnen een door het college te stellen termijn, van de organisatie nadere informatie te verlangen indien dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag van belang is.

Artikel 4 Behandeling van de aanvraag

Indien de in artikel 3, eerste lid bedoelde gegevens niet zijn verstrekt, stelt het college overeenkomstig artikel 4:5 Awb een termijn waarbinnen de ontbrekende gegevens kunnen worden ingediend. Na het ongebruikt verstrijken van de gestelde termijn is het college bevoegd de aanvraag buiten behandeling te stellen.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zo mogelijk voor aanvang van het subsidiejaar, doch in elk geval niet later dan 4 weken nadat het subsidiejaar is ingegaan.

  • 2. Indien de subsidie ten laste komt van een begroting die nog niet door de raad is vastgesteld of goedgekeurd, wordt subsidie slechts verleend onder voorbehoud van goedkeuring door de raad en onder de voorwaarde dat de raad voldoende middelen ter beschikking stelt.

  • 3. Het college is bevoegd tot het verstrekken van voorschotten tot 100% van het bij de subsidieverlening opgenomen bedrag.

Artikel 6 Weigering subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Awb, wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    naar het oordeel van het college, de door de organisatie voorgenomen activiteiten niet in belangrijke mate ten goede komen aan het bereiken van de doelen die de gemeente heeft gesteld ten opzichte van de Landgraafse gemeenschap;

  • b.

    onvoldoende inzicht bestaat in de door de organisatie voorgenomen activiteiten en hiermee beoogde resultaten;

  • c.

    door de organisatie geen sluitende begroting is ingediend;

  • d.

    de ingediende begroting onvoldoende inzicht biedt in de kosten en opbrengsten van de beoogde activiteiten van de organisatie en in het bijzonder op het gebied van de personeelslasten en accommodatielasten;

  • e.

    conservatoir beslag ligt op het gehele of gedeeltelijke vermogen van de organisatie;

  • f.

    voor de organisatie faillissement of surséance van betaling is aangevraagd dan wel door de rechtbank is uitgesproken respectievelijk is verleend;

  • g.

    door de organisatie geen jaarrekening is ingediend over het subsidiejaar dat twee kalenderjaren aan het nieuwe subsidiejaar vooraf gaat, voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring, voor zover over dat jaar de organisatie in aanmerking is gebracht voor subsidie op grond van detijdelijke subsidieverordening Welzijn Professionele organisaties 2007 en de organisatie wettelijk verplicht was een jaarrekening op te stellen;

  • h.

    er geen financiële verantwoording is afgelegd volgens hetgeen in artikel 10.4 is bepaald als het opstellen van een jaarrekening en jaarverslag als bedoeld onder sub g. over dat subsidiejaar niet wettelijk verplicht is.

Artikel 7 Nadere voorschriften

Het college is bevoegd aan de verlening van de subsidie nadere voorschriften te verbinden voor zover die voorschriften betrekking hebben op de wijze waarop het doel waarvoor de subsidie wordt verleend, wordt verwezenlijkt.

Artikel 8 Overleg

Een organisatie neemt deel aan door of namens het college gewenst overleg.

Artikel 9 Toestemming college

  • 1. Een organisatie behoeft voorafgaande toestemming van het college voor:

    • a.

      wijziging van de geldende statuten;

    • b.

      het oprichten dan wel deelnemen in een rechtspersoon;

    • c.

      het ontbinden van de organisatie als rechtspersoon;

    • d.

      het in eigendom verwerven, vervreemden of bezwaren van onroerende zaken indien zij mede zijn verworven door middel van verstrekte subsidie, dan wel de lasten daarvoor mede worden bekostigd uit verstrekte subsidie;

    • e.

      het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van onroerende zaken of tot huur, verhuur of pacht daarvan, indien zij geheel of gedeeltelijk zijn verworven door middel van subsidie dan wel de uitgaven daarvoor mede zijn bekostigd uit subsidie;

    • f.

      het aangaan van kredietovereenkomsten en van overeenkomsten tot geldlening;

    • g.

      het aangaan van overeenkomsten waarbij de organisatie zich verbindt tot zekerheidsstelling met inbegrip van zekerheidsstelling voor schulden van derden of waarbij de organisatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt;

    • h.

      het vormen van fondsen en reserveringen;

    • i.

      het vaststellen of wijzigen van tarieven voor gesubsidieerde activiteiten;

    • j.

      het doen van aangifte tot faillissement of het aanvragen van zijn surséance van betaling;

  • 2. Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt geweigerd indien naar het oordeel van het college:

    • a.

      het door de organisatie kenbaar gemaakte voornemen er toe zou leiden dat de activiteiten niet meer in belangrijke mate ten goede zouden komen aan de Landgraafse gemeenschap;

    • b.

      onvoldoende zekerheid ontstaat dat de door middel van subsidie verworven roerende en onroerende zaken, dan wel reserves toekomen aan de Landgraafse gemeenschap;

    • c.

      anderszins dringende redenen gelegen in de bescherming van het publieke belang, zich daartegen verzetten.

Artikel 10 Subsidievaststelling

  • 1. De organisatie dient voor 1 september van het op het subsidiejaar volgende kalenderjaar, een verzoek tot subsidievaststelling in. Het college is bevoegd desgevraagd uitstel te verlenen tot een nader te bepalen datum.

  • 2. Het college is bevoegd om na 1 september of na het verlopen van het verleende uitstel de subsidie ambtshalve vast te stellen.

  • 3. Bij het verzoek tot subsidievaststelling dient de organisatie een rapportage in waaruit blijkt of en op welke wijze de organisatie heeft bereikt hetgeen men in de subsidieaanvraag heeft gesteld en waaruit blijkt welke kosten men voor de gesubsidieerde activiteiten heeft gemaakt. Bij het verzoek tot subsidievaststelling dient de organisatie een jaarrekening en een jaarverslag in. De organisaties die daartoe wettelijk verplicht zijn dienen een accountantsverklaring over de jaarrekening en het jaarverslag in.

  • 4. Bij de vaststelling van de subsidie voor de organisatie kan het in de programmabegroting van de gemeente Landgraaf, voor die organisatie opgenomen bedrag neerwaarts worden bijgesteld indien en voor zover de in de subsidieaanvraag beschreven activiteiten niet of niet voldoende zijn gerealiseerd.

  • 5. Indien het college voornemens is tot neerwaartse bijstelling als bedoeld in het derde lid, wordt door of namens het college ten minste een maal overleg gevoerd met de organisatie.

Artikel 11 Intrekkingsgronden

  • 1. Het college is bevoegd de subsidie geheel of gedeeltelijk in te trekken en eventueel verstrekte voorschotten geheel of gedeeltelijk terug te vorderen indien de organisatie:

    • a.

      de bij de subsidieverlening opgenomen voorschriften niet of onvoldoende naleeft;

    • b.

      onjuiste gegevens heeft verstrekt en dit indien wel de juiste informatie zou zijn verstrekt, tot weigering of verlaagde subsidieverlening zou hebben geleid;

    • c.

      het bepaalde in de artikelen 7 tot en met 10, eerste en tweede lid en artikel 13, niet of onvoldoende naleeft.

  • 2. Alvorens gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid, wordt door of namens het college ten minste een maal overleg gevoerd met de organisatie.

Artikel 12 Geen gevolgen

Het college is bevoegd om, in afwijking van het bepaalde in artikel 6 sub g, geen gevolgen te verbinden aan het ontbreken van een goedkeurende verklaring van een accountant, indien hierdoor een onbillijkheid van overwegende aard zou ontstaan.

Artikel 13 Informatieverstrekking

  • 1.

    • De organisatie die op grond van deze verordening een subsidie ontvangt, verstrekt desgevraagd op verzoek van het college een tussenrapportage binnen een door het college gestelde termijn. Deze rapportage verschaft inzicht in:

      • -

        de verwachte realisatie van de doelstellingen zoals vastgesteld bij de subsidieverlening;

      • -

        het verwachtte en – waar nodig geacht – bij te stellen exploitatieresultaat;

      • -

        geconstateerde risico’s en voorgestelde maatregelen.

  • 2. Indien gedurende het subsidiejaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten doet de organisatie daarvan direct mededeling van aan het college onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 14 Overgangsbepaling

Indien een verzoek om verlening dan wel vaststelling van de subsidie is dan wel wordt ingediend over een voorafgaand kalenderjaar, geldt voor het subsidiejaar de programmabegroting uit het overeenkomstige kalenderjaar.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als “subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2012”.

  • 2. De Subsidieverordening Welzijn gemeente Landgraaf 2003 en de Subsidieverordening Welzijn Professionele organisaties 2003 worden ingetrokken als ook de Tijdelijke subsidieverordening welzijn professionele organisaties 2007 (inclusief wijzigingen).

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking hiervan in de Landgraaf Actueel (1 januari 2012).

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2011.
 
De griffier,                                                                                                                        De voorzitter,