Subsidieverordening Leegstaand Commercieel Vastgoed Landgraaf

1. Het college stelt subsidieplafonds vast voor de stimuleringssubsidie en de gevelsubsidie afzonderlijk.

2. Een stimuleringssubsidie of gevelsubsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen in de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

1. Verstrekking van subsidies vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5, van de Algemene wet bestuursrecht, de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

3. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal complete aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de complete aanvragen die op die dag ontvangen zijn door middel van loting gerangschikt.

1. Het college besluit binnen 12 weken na ontvangst van een complete aanvraag.

2. Het college kan de besluitvorming één maal met ten hoogste 12 weken verdagen.

3. Het college kan voorschriften verbinden aan het besluit, doch bepaalt in elk geval op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden in diens verzoek om subsidievaststelling.

1. De subsidie-ontvanger dient binnen zes maanden na het verrichten van de gesubsidieerde activiteit bij het college een verzoek tot subsidievaststelling in.

2. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de subsidie-ontvanger aan dat de gesubsidieerde activiteit gerealiseerd is, dat de subsidie ten goede gekomen is aan de gesubsidieerde activiteit en dat is voldaan aan de overige in de subsidieverlening opgenomen verplichtingen.

1. Het college kan op aanvraag aan een ondernemer stimuleringssubsidie verstrekken ten behoeve van het vestigen van een onderneming in detailhandel, horeca, commerciële en/of maatschappelijke dienstverlening binnen een winkelconcentratiegebied.

2. De hoogte van de stimuleringssubsidie bedraagt ten hoogste € 15.000,-, en niet meer dan de daadwerkelijke investeringskosten.

1. Stimuleringssubsidie kan worden toegekend indien:

• a.

  de onderneming wordt gevestigd in een pand dat minimaal zes maanden leeg staat;

• b.

  de ondernemer die een onderneming in dat pand gaat vestigen een zakelijk (eigenaar/verhuurder) of persoonlijk (huurder) recht op dat pand heeft;

• c.

  de leegstand met het vestigen van de onderneming vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen en de onderneming op begane grondniveau wordt gevestigd;

• d.

  de vestiging van de onderneming wordt onderbouwd met een ondernemersplan en een transparante begroting;

• e.

  de te vestigen onderneming voldoende toekomstperspectief heeft en financieel haalbaar is;

• f.

  voor zover nodig voor de vestiging van de onderneming vergunning of ontheffing is verleend;

• g.

  de vestiging van de onderneming in overeenstemming is met het vigerende bestemmingsplan en de visie en het beleid van de gemeente.

2. De stimuleringssubsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van het vestigen van de onderneming waarvoor de subsidie is verleend.

3. Voor stimuleringssubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met het vestigen van de onderneming.

4. De onderneming dient te worden gevestigd binnen zes maanden na verlening van de stimuleringssubsidie.

5. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vierde lid genoemde termijn.

1. Een aanvraag voor stimuleringssubsidie dient schriftelijk te worden ingediend bij het college.

2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

• a.

  een kopie van het inschrijfbewijs van de Kamer van Koophandel;

• b.

  een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de ondernemer, of van de bestuurders indien de ondernemer een rechtspersoon betreft;

• c.

  een kopie van een geldig document waaruit blijkt dat de ondernemer het betreffende pand krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in gebruik heeft;

• d.

  een ondernemersplan;

• e.

  een begroting van de op te starten onderneming;

• f.

  een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de vestiging van de onderneming waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

• g.

  een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring, zie bijlage III);

• h.

  een verklaring van de eigenaar van het pand, waaruit blijkt dat diens pand ten tijde van de aanvraag minimaal een half jaar leegstaat.

3. Indien er sprake is van een verplaatsing van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten:

• a.

  de schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt;

• b.

  de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming van de laatste drie jaren;

• c.

  een begroting van de noodzakelijke investeringen en de dekking daarvan.

1. Het college kan op aanvraag aan een eigenaar of huurder van een leegstaand pand in een aanloopgebied gevelsubsidie verstrekken ten behoeve van het transformeren van de gevel van dat pand in verband met het wijzigen van de functie daarvan waardoor het aan de retail wordt onttrokken en de gevel beter past bij de gewijzigde functie als ook toekomstbestendig is.

2. De hoogte van de gevelsubsidie bedraagt ten hoogste € 6.000,--, en niet meer dan de daadwerkelijke investeringskosten.

1. Gevelsubsidie kan worden toegekend indien:

• a.

  het te transformeren pand tenminste zes maanden leegstaat;

• b.

  de aanvrager een zakelijk (eigenaar/verhuurder) of persoonlijk (huurder) recht op dat pand heeft;

• c.

  de leegstand vanaf de openbare ruimte zichtbaar wordt weggenomen;

• d.

  de transformatie een versterking betekent van de beeldkwaliteit van de betreffende gevel;

• e.

  de begrote kosten van de transformatie worden onderbouwd middels een transparante begroting;

• f.

  de (financiële) haalbaarheid van de transformatie voldoende vaststaat;

• g.

  het pand aan de retail wordt onttrokken en de beoogde nieuwe functie voldoende toekomstperspectief heeft;

• h.

  de beoogde nieuwe functie in overeenstemming is met de visie en het beleid van de gemeente;

• i.

  voor zover nodig voor de transformatie en de nieuwe functie een vergunning of ontheffing is verleend;

• j.

  de transformatie en de nieuwe functie van het pand niet in strijd is met het bestemmingsplan, de redelijke eisen van welstand en stedenbouwkundig wenselijk is.

2. De subsidie mag uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de transformatie van de gevel van het pand waarvoor de subsidie is verleend.

3. Voor gevelsubsidie komen de redelijkerwijs te maken kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de transformatie van de gevel van het betreffende pand.

4. De transformatie van de gevel dient binnen zes maanden na verlening van de gevelsubsidie gerealiseerd te zijn.

5. Het college kan op verzoek uitstel verlenen van de in het vierde lid genoemde termijn.

1. Een aanvraag voor gevelsubsidie op grond van deze verordening dient schriftelijk te worden ingediend bij het college.

2. Bij de aanvraag dienen de volgende bescheiden te worden ingediend:

• a.

  een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de aanvrager, of van de bestuurders indien de aanvrager een rechtspersoon betreft;

• b.

  een kopie van een geldig document waaruit blijkt dat de ondernemer het betreffende pand krachtens een zakelijk of persoonlijk recht in gebruik heeft;

• c.

  een verklaring van de eigenaar van het pand waaruit blijkt dat diens vastgoed ten tijde van de aanvraag minimaal een half jaar leegstaat;

• d.

  een uitgewerkt verbeterplan met een financiële onderbouwing daarvan;

• e.

  een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de transformatie waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

• f.

  voor zover de wijziging van de functie het vestigen van een onderneming betreft dienen tevens te worden overgelegd:

  1. een kopie van het inschrijfbewijs van de Kamer van Koophandel;

  2. een ondernemersplan;

  3. een begroting van de betreffende onderneming;

  4. een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de- minimissteunverklaring, zie bijlage III).

3. Indien er sprake is van een verplaatsing van een onderneming dient de aanvraag, naast de in het vorige lid genoemde bescheiden, tevens te bevatten: a. de schriftelijke motivering waarom de onderneming verplaatst wordt; b. de jaarcijfers van de reeds bestaande onderneming, van de laatste drie jaren; c. de begroting van de benodigde investeringen en de dekking daarvan.