Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Landgraaf 2019

Geldend van 30-07-2019 t/m heden

Intitulé

Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Landgraaf 2019

De raad van de gemeente van Landgraaf;

Gelezen het voorstel van de burgemeester van 19 februari 2019;

Gelet op artikel 6.2, lid 1 onder c. van de gedragscode integriteit raadsleden gemeente Landgraaf 2019 en de gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Landgraaf 2019;

besluit

vast te stellen het Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Landgraaf 2019, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening toetsingscommissie bestuurlijke integriteit vastgesteld op 1 februari 2007

INLEIDING

Gedragscodes integriteit zijn voor gemeenten verplicht op grond van de Gemeentewet. Politieke ambtsdragers zijn op de naleving van gedragscodes integriteit aanspreekbaar. In Landgraaf kennen we de ‘Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Landgraaf 2019’ en de ‘Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Landgraaf 2019’

Wanneer politieke ambtsdragers zich niet aan deze code houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. Het rechtskarakter van een gedragscode integriteit is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels. De Gemeentewet laat de gemeente ruimte bij de inhoudelijke invulling. In het navolgende Protocol en stappenplan staat aangegeven welke stappen moeten worden gezet wanneer integriteit mogelijk geschonden wordt of daarvan het sterke vermoeden bestaat. Het Protocol kan worden beschouwd als een extra onderdeel van het integriteitsbeleid. Het biedt houvast en uniformiteit bij de aanpak van vermeende of daadwerkelijke schendingen.

Belangrijk is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de

bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur.

Belangrijk onderdeel van preventie is het screenen van kandidaat-bestuurders. Integriteit van het openbaar bestuur is immers een zaak van algemeen belang. Dat geldt dan ook voor de integriteit van personen die bestuurlijke functies gaan vervullen. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat die personen integer met die bevoegdheden omgaan en dat die voorafgaande aan het aanvaarden van het ambt op de integriteit zijn getoetst. Conform de Gemeentewet benoemt de raad een wethouder en worden nadere bepalingen met betrekking tot de benoeming van een wethouder verder uitgewerkt in het Reglement van Orde voor vergaderingen van de raad.

I ALGEMENE BEPALINGEN PROTOCOL

Artikel 1. Algemeen

1. Onder politieke ambtsdrager worden verstaan: de burgemeester, de leden van het college, en raadsleden.

2. In gevallen waarin dit protocol niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, wordt de handelwijze bepaald door het seniorenconvent als het gaat om een melding over de burgemeester en door de burgemeester in alle overige gevallen.

3. Bij het gebruik van dit protocol zijn de ‘Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Landgraaf 2019’ en de ‘Gedragscode integriteit raadsleden gemeente Landgraaf 2019’ van de gemeente Landgraaf uitgangspunt.

4. Onder externe onderzoeker wordt verstaan de onderzoeker of het onderzoeksbureau die in opdracht van de burgemeester onderzoek doet naar aanleiding van een melding van integriteitsschending of een incident.

II. PROCEDURELE BEPALINGEN

Artikel 2. Melding

1. Een melding van een vermoeden van integriteitsschending door een politieke ambtsdrager kan door een ieder worden gedaan. De burgemeester wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een binnengekomen melding, tenzij het een melding over de burgemeester betreft.

2. Meldingen over de burgemeester worden gedaan in het Seniorenconvent.

De loco-burgemeester treedt bij de behandeling van de melding in de plaats van de burgemeester.

3. Anonieme meldingen worden in beginsel niet behandeld.

4. Nadat de burgemeester is geïnformeerd over het vermoeden van een integriteitsschending begaan door een politieke ambtsdrager, bevestigt hij de ontvangst van de melding schriftelijk aan de melder. De burgemeester wordt hierin bijgestaan door de griffier voor meldingen over raadsleden en de secretaris voor meldingen over collegeleden.

5. Nadat de ontvangst van de melding is bevestigd onderzoekt de burgemeester ambtshalve de melding tegen de achtergrond van de vraag of zij zodanig concreet is en van een zodanige ernst dat een vooronderzoek als bedoeld in artikel 4 noodzakelijk is.

Een integriteitsmelding wordt in ieder geval getoetst op:

  • de aard van het feit;

  • de ontvankelijkheid van de melding;

  • de ernst van de zaak;

  • de valideerbaarheid van feiten en omstandigheden;

  • de positie of persoon van de bron en de persoon van het lid van de raad, fractie-assistent of college in kwestie.

Artikel 3. Afhandeling melding

1. Op basis van de toets zoals opgenomen in artikel 2.5 besluit de burgemeester binnen vier weken na ontvangst van de melding:

- de melding niet te behandelen; of

- vooronderzoek te doen

2. Indien de burgemeester vaststelt dat de melding onvoldoende concreet is dan wel een

onvoldoende ernstig karakter heeft, besluit hij het onderzoek niet verder voort te zetten. Van deze beslissing worden de melder en de politieke ambtsdrager over wie de melding is gedaan schriftelijk in kennis gesteld. De melder kan het seniorenconvent verzoeken te besluiten dat wel een vooronderzoek noodzakelijk is. Indien het seniorenconvent aanleiding ziet voor een vooronderzoek draagt ze de burgemeester op om een vooronderzoek te doen.

3. Indien de burgemeester op grond van de bevindingen vaststelt dat de melding voldoende concreet en een voldoende ernstig karakter heeft, besluit hij een vooronderzoek als bedoeld in artikel 4 in te stellen.

Artikel 4. Vooronderzoek

1. Het vooronderzoek vindt plaats op een door de burgemeester te bepalen wijze, waarbij voor de betreffende melding de meest geëigende onderzoeksmethode wordt gekozen.

2. Van het vooronderzoek wordt een rapport van bevindingen opgemaakt.

3. De burgemeester doet vertrouwelijk mededeling van de resultaten van het vooronderzoek aan het Seniorenconvent.

4. Als het vooronderzoek geen aanleiding geeft voor het instellen van een nader onderzoek, besluit de burgemeester het onderzoek niet verder voort te zetten. Van deze beslissing worden de melder alsmede de politieke ambtsdrager over wie de melding is gedaan schriftelijk in kennis gesteld.

5. Indien op grond van de bevindingen uit het vooronderzoek als bedoeld in dit artikel de

noodzaak blijkt tot het verrichten van een nader onderzoek, besluit de burgemeester een feitenonderzoek als bedoeld in artikel 5 in te stellen.

6. In het geval van een vermoeden van integriteitsschending van de burgemeester wordt, indien op grond van de bevindingen uit het vooronderzoek besloten wordt tot het instellen van een feitenonderzoek, de Gouverneur in kennis gesteld.

Artikel 5. Feitenonderzoek

1. Van de beslissing een feitenonderzoek in te stellen wordt met inachtneming van artikel 6 de betrokken politieke ambtsdrager in kennis gesteld. Tevens worden het Seniorenconvent en de melder in kennis gesteld.

2. De betrokkenen zoals genoemd in het eerste lid worden niet geïnformeerd over het feitenonderzoek indien infomeren van de betrokkenen niet in het belang van het onderzoek is. In dat geval worden de betrokkenen geïnformeerd zodra het onderzoeksbelang niet meer kan worden geschaad.

3. De burgemeester kan een schriftelijke opdracht voor het feitenonderzoek aan een

onafhankelijke externe onderzoeker verstrekken.

4. In de opdracht is in ieder geval opgenomen:

  • a.

    de aanleiding van het feitenonderzoek;

  • b.

    de onderzoeksopdracht met duidelijk omschreven onderzoeksvragen en -methoden;

  • c.

    de verwachte duur van het feitenonderzoek;

  • d.

    de overeengekomen kosten van het feitenonderzoek;

  • e.

    van welke bevoegdheden de externe partij gebruik mag maken;

  • f.

    dat de externe partij werkt met inachtneming van dit Protocol.

5. De bevindingen uit het feitenonderzoek worden vastgelegd in een onderzoekrapportage.

Artikel 6. Kennisgeving aan betrokkene

1. De betrokken politieke ambtsdrager wordt over het instellen van het feitenonderzoek

onmiddellijk schriftelijk geïnformeerd.

2. In de brief is in ieder geval opgenomen:

  • a.

    een omschrijving van het handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen van het onderzoek;

  • b.

    de melding dat betrokkene en getuigen kunnen worden gehoord;

  • c.

    de melding dat de betrokken politieke ambtsdrager zich kan laten bijstaan door een advocaat;

  • d.

    de melding dat als andere feiten en omstandigheden bekend worden die van belang zijn voor het bepalen van de omvang, aard en ernst van de integriteitsschending, het onderzoek zich kan uitstrekken tot die feiten en omstandigheden;

3. De betrokken politieke ambtsdrager ontvangt bij de brief zoals genoemd in het vorige lid als bijlage:

  • a.

    het Protocol vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Landgraaf 2019;

  • b.

    de vigerende gedragscode.

Artikel 7. Horen van betrokkene en getuigen

1. De betrokken politieke ambtsdrager en getuigen kunnen worden gehoord.

2. De betrokken politieke ambtsdrager en getuigen worden vooraf op de hoogte gesteld van de aard en de mogelijke duur van het gesprek. Hen wordt meegedeeld dat zij zich kunnen laten bijstaan door een raadsman.

3. In het geval van een feitenonderzoek wordt er een gespreksverslag opgemaakt en ondertekend door de onderzoekers en de getuigen/ betrokken politieke ambtsdrager.

4. Degene die is gehoord krijgt de mogelijkheid om binnen vijf werkdagen schriftelijk te reageren op het betreffende gespreksverslag.

5. Als degene die is gehoord weigert het gespreksverslag te ondertekenen wordt daarvan

melding gemaakt in het verslag. Als degene die is gehoord dat wilt, wordt er een schriftelijke weergave van diens afwijkende mening bij het gespreksverslag gevoegd.

Artikel 8. Onderzoekrapportage

1. De onderzoekrapportage wordt door de burgemeester vertrouwelijk aangeboden aan het Seniorenconvent.

2. Het rapport wordt gelijktijdig aan de betrokken ambtsdrager aangeboden.

3. De onderzoekrapportage bevat alle informatie die nodig is om een oordeel te kunnen vormen over de aannemelijkheid en mate van verwijtbaarheid van het vermoeden van de integriteitsschending.

4. Het seniorenconvent oordeelt of het onderzoeksrapport in de raadsvergadering wordt behandeld en kan besluiten om het rapport te behandelen in een besloten raadsvergadering.

Artikel 9. Besluitvorming

Bij een vastgestelde schending van de integriteit kan tegen de betreffende politieke ambtsdrager of over de schending een motie worden aangenomen in de raadsvergadering of kunnen aanbevelingen gedaan worden.

Artikel 10. Aangifte

1. Als er op enig moment een vermoeden is van een strafbaar feit doet de burgemeester aangifte bij de politie.

2. Vanaf dat moment wordt alle beschikbare informatie voorgelegd aan de politie, eventueel na overleg met de officier van justitie.

3. Het bestaan van een strafrechtelijk onderzoek naar een strafbaar feit laat onverlet dat de burgemeester een feitenonderzoek, zoals bedoeld in artikel 4, kan instellen of een civielrechtelijke procedure tegen de betrokken politieke ambtsdrager kan instellen.

Artikel 11. Communicatie

1. De burgemeester zorgt voor de interne- en externe communicatie.

2. Voor de interne- en externe communicatie worden de verschillende belangen, voornamelijk het belang van het onderzoek, het belang van het beschermen van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken politieke ambtsdrager en het belang van transparantie nauwkeurig afgewogen.

Artikel 12. Vermoeden van een opzettelijke valse beschuldiging

Als er op enig moment een vermoeden is van een opzettelijke valse beschuldiging doet de burgemeester, indien naar zijn oordeel sprake is van een strafbaar feit, aangifte bij de politie.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare besluitvormende raad, gehouden op 18 april 2019.

De griffier, De voorzitter,